aardappelstempelen op geschriften tot in de regels één gedicht
van het ware landleven op mijn gezicht maar halmen tekenen
in ferme streken waar de wind haar werk doet in wijdser waaien
wat met geen pen meer te beschrijven valt dan er achteraan jagen
in overdreven zin zelfs de wolken in regen daar door bevangen neerdalen
tot de plant vol van aren daar neerbuigend over doet terwijl het loof
zwart als aarde de knol weer bloot legt aan de hemel op de dankdag voor het gewas.