Eerbiedwaardig staren had zij zichzelf aangeleerd,
om baarmoeder van een aardzee te spelen.
Zittend in haar armen wiegde zij
enorme borsten bloot als verwende baby's.
In een tedere droom, spelend met haar tepels,
kwamen de wildste wensen voor.
Neigend naar nieuwsgierigheid
omtrent haar navel waarlangs de wereld
tot openbaring is gebracht. Hier zou
een kinderschare bijeen gesprokkeld kunnen zijn,
zo'n vrouw die louter baart maar
nimmer uitparingsdrift bevrucht geraakt,
het leven schonk aan wat je noemt nakomelingen.
Zonen van haar hand, die weer thuis gekomen
veel verwekte aan verwachtingen bij jonge vrouwen,
die zelden tot hun vaderschap leidde, haar de status
grootmoeder ontnamen, die zij welverdiend omvangrijk
kon torsen uit haar naam.
Haar ziekbed was een eenakter van de pantomime.
De lucht klaarde zelden of werd haar cadeau gedaan.
Voor het applaus was zij de aangewezen vrouw voor de nachtverpleging.
Die sloegen haar gade vanuit mijn droom,
haar masker was een nachtmerrie van adembenemendheid.
Een licht erotiserend beeld van wit gewaadde vrouwen aan haar bed,
de moederaarde woelde in een woeste droom zich los uit haar omhulsel.
De ochtend schonk een dochter,
die haar ter wereld hielp met wederopstanding des vleze.
Een bevrijding van een lichaam dat herrees vanuit een schede,
ontsliep in mijn gedachte toen ik de vruchten bij haar achterliet,
terwijl ik wegliep uit haar wereld.