verankert zand tot duin op strand
een pril begin van aanwas wat je ziet
anders niet dat de zeereep verheft
tot luwte op het aanlandend gezicht
waar nog gevlucht uit weer en wind
het eens bekoorlijk naakte lijf
geborgen uitgestoven zandlichaam
niets meer dan verraad aan haar
aanwezigheid in kaal verlangen
van szomers hitte in dr schoot
geborgen kilte wat winterschuw
R