vrijdag 3 september 2010

Iemand viel tegen niemand uit

Scheller wit en afgestoken
feller blauw daarboven
de zon zoekt nog evenwicht.

Iemand had overdreven
wat rechte strepen getrokken
waarop wolkjes drijven
vanaf de horizon bezien.

Meeuwen wolken richting zee
maar zilvergrijs is dat wat moeilijk
uit te leggen zonder tegenlicht.

Ze zweven allemaal beschenen
ergens heen terwijl ik doelloos staar
in naamloos groen ouder
dan de voorbijgaande herinnering.

Bezie een boom die
nog tegen bladval aan is
kun je wel stellen.

Avondlicht waar ook sprake van is
wanneer het stil genoeg voorbij trekt
tot grijs gedicht een sluier mist.

Iemand viel tegen
niemand meer
in het bijzonder uit

over het uitstekend gras
waarover ik weer struikelde.

Ruimte zat om
in te nemen

alleen

mijn eigen ruimte
ben ik daarin wat

verdronken zoek geraakt.