donderdag 8 november 2012

Schaap te water

In 't slob, er ternauwernood op vooruit.
Zelfs op de sofa, voor de buis,
gaat de wereld er niet meer op
achteruit. Steeds meer minder
verleden uit die voldane oude tijd.
De vooruitgang staat open op de tocht.
Het waait zo huizenhoog, men wordt,
of is reeds, klein van stuk duizelig ervan.

Maar op een komt men er achter
dat ervoor uitkomen niet meer gaat.
Stapt op of af wat dan ook en hoe
het dan ook verder moet dat niets
blijft want zij die er vanuit gaan zijn
inmiddels al verdwenen of meer dan dat.

Een kleine maandagmiddag

Ontsnapt aan de regen kwam ochtend gereed.
De bodem was verzadigd, de sporen van gister
gewist, waren de muizen omgekomen. Toch
danste er een kiekendief gewiekst over,
het verlepte koren. Die middag kwam gezegend
uit het duister getreden, niemand gaf een krimp.

Geluidsarm werd uitgestoken naar het loof
van een afgedragen halfhoogstam. Telkenmale
was wat vergezocht tot zonovergoten licht
bladstil een gouden glans van tegenzitten
trek succesvol sporen van dit opzichtig water.
Het wekt verbazing hoe snel het overtrekt.

Er werd wat vuil afgevoerd van de afgelopen week,
niemand raakte opwonden, niemand opgelucht.
De dag verstreek zorgeloos in een vlucht ganzen
keurig in het gelid van kost en baat, een slimme afweging.
Hoe het verder gaat of af zal lopen op een werkdag.
Daarop wordt de weg weer afgelegd tussen wad maar
modderig bestaansrecht in opmerkelijk witte vederpracht