zondag 25 september 2011

Blaartrekkend gemoterte

Het landschap hervindt zichzelf in alle rust
na dolende bejaarden op hun asfalteermachinerien

waarover veel identiteitcrisissen zijn verteerd
tot wezenloos verhelmde zwartgeblakerde koppen
in uniforme apentrots uitgedoste merktekenen

waarin de heer in uitgelezen TomTom ogen
vierkant de wereld beziet die snijdend
van uitgelatenheid in gaswolken doorklieft

gezeten op zijn koningspaardenkracht
praalt hij met z'n garde metgezellen
in slagorde gesteld hun onderhorig doel

tot onderscheidend onvermogen
van hun verder leeg bestaansrecht op deze
aardkloot van verstierde mannelijkheid

Zo! Dadelijk.

Even vlug nog wat vastleggen
voor later. Wanneer ik er niet meer toe doe,
blijft zodoende als herinnering in leven.
Een beeld van ik zag, of aanzag voor
een moment, dat verbleekt bleek,
zoals wel vaker voor kwam voor
het vervaagde wanneer je gaat. Het
moet wel ontbloten, blootleggen
hoe die naakte waarheid is. Alvorens
of voor-dat het daar-uit van-daan
werd weggenomen en vervloog.

Beparasiteerd negen twitterverzen


Ik had vandaag weer één die goed paste op een speld, minutienaald om precies. Alles zat goed, speelde kopje op de speld, verlijmd en wel. 1



Ik had in stereo het zo opgezet dat de vleugels nog vrijelijk fladderde wanneer ik ademhaalde van bovenaf, god was ik zo in gedachte, 2



liet leven na de dood toe in een luttel moment dat ik dit kleine knopje daarop de kop bekeek, zo klein dat het blote oog niet eens 3



wist dat het bestond. Ik was er door getroffen, geraakt, want het bestond eerder voor ik het vond, levend. Niemand wist het dat leven 4.



over het hoofd gezien, ooit was gelijk ik in wezen iets dat niet opgeprikt de dood ervoer door er zelf op uit te gaan tot steken. Parasiet 5



dat hier nu, misschien al voortgeplant, legboor voor me uitsteekt en uitlegt in gebarentaal hoe hoe stom het is om speldenknop te spelen. 6



Ik was bewogen en dacht het moet genoemd, een naam, beschreven, genoteerd, het eeuwige bestaan hierin. Maar vliesvleugelig was te nietig 7



Toen ik onverhoeds het tegen het hoofd stootte en brak tot stof geheel weer af. Mijn pen bewoog nog even tot een streepje, 8



achter deze dag dat ik vergeefs verslagen had tot datum in mijn dagboek zonder ooit te kunnen achterhalen wie voor mij daar was weggegrist 9