dat haar bezield en niet voor zwicht
ze zingt nooit haar benen vrij
de lucht, het lucht niet op, speelt
zelden op haar naakte huid bleek
als bijna maagdelijk wild weert zij
het wellend gerief van tranen af
die anders harder spoor van wit
droog een spoor nalaat dat zo
vertekend op haar bestudeerd gelaat
de emotie weergeeft waar zij nooit
achter staat zolang ze de baarmoeder
verwenst die haar ter wereld bracht
ze heeft het gerief van hersengymnastiek
als lichamelijke opvoeding voor zichzelf
het kind te laten zijn dat wereldvreemd
volgroeit in tegenwoordige tijd
--