Een hokje in een ruitjesschrft
is geen gezicht
voor een man die schuil gaat
achter woorden
iedere toehoorder ziet hem
staan volleerd jonglerend
met wat vlieg en kunstwerk
bijdehand is hij de man
die wat gewapende vrede
brengen zal of zal hij ook
sneuvelen in beschouwingen
hoe geveld een oordeel
toch de waarheid achterhaalt
want de man is veelal alleen
de enkeling een woordenschat
overspoelt door de vluchteling
en drenkeling in digitaal
op drift geraakt een stroom
die iedereen meesleurt
in zijn verhaal hoeveel
feiten ook hij ontbeert
een ramp of spoed hij doet het goed
hij staaft en draaft soms met een traan
als maar door in goede hoop
een zegen voor de mensheid
dat leven geeft met een handgebaar