Hij at niet, bad niet en vergat
te slapen om tot slot op perkament
te verschijnen dat drukwerk
weer meer was dan handwerk
was de woordenaar geslepen
tot de puntjes werd gedreven
zo zijn gezondheid daar onder
leed geen twijfel troostrijk
hoe toch een geldschieter
mis schoot op de smaak
zo ouderwets beleden
wel belezen veeltalig
uitgeven tegen ketters
leven was een talige god
het ijzersterk geweten
tegen reformeren
wat met klatergoud
ijdeltuiterij ontmaskert tot
snuisterij van praatjesmakers
de mond gesnoerd met patina.