zondag 7 november 2010

't sluiert

...en men verkilt onderkoeld sterft af
onder luid geruis van het gebladerte

steen en been zijn oud en koud
door het ontbreken het rode koper
gloed steeds vaker doof

er huilt schierlings gekrakeel
door oude kronen ijzingwekkend
blaast de tromp horensdol

gezwicht het ongerijmde
van de lucht met bezoedelde vlagen
zuchtende nevel kroelt de mist
de ochtend om de avond tocht
in de gekrochten men hunkert
steevast aan elkaar in de spelonken
door een verdomde draai broeit
geen koolzuur in de adem
maar pegelt hagel uit de hemel
meters dik door stervend
gezever van de afgekoelde
warme golfstroom in het onverhoede
moment was de broeikas vrieskast

zonder sabeltandtijger en behachelijk mammoetvet
kon 't zich ternauwernood bedruipen
van de laatst gestoken kolen
voor alles tot permafrost werd omgetoverd
verglaast het leven van de aardkorst
verdwenen in kloven en scheuren
van ontbering aan enig warm weer

men beterde zich telaat tegen beter weten
bekwaamde zich
op het onder te lopen moment
dat maar niet kwam en maar uit bleef
niet doorbrak in de grote vreze van het hittefront
omdat het droger werd en onaangenamer

kouder ook dan werd verwacht
stierf men af terwijl men kolen stookte
waar geen kernenergie meer tegen opgewassen was.

Moe

Met mijn moeder loopt het nog wel los
ze spant de kroon in regenbogen
speelt lichtjes door wolken bewogen
komt en gaat met jaargetijden
een stuk of wat zeg een gros
uit de losse pols gewogen
weegt ze op met niets dan zijn

in lichaamloos bewegen wat een leven
zonder kabaal haar vreemd verschijnen
na jaren her verdwenen blijft zij bestaan

herken haar in dat zweven
met lichtharpen bespelen
terwijl je brothers in arms hoort
evenals die eeuwige bazuinen
die eens moeten klinken toen
iedereen om haarheen uit
volle borst uitgezongen was
maar dat was
een kwart eeuw geleden

Het strikt genomen

't lost wat op zo 't ontknoopt
met uit de war genomen
speelt 't een rol wat was
met ingenomen nog verstrikt

de draad weer opgepakt
bleek door 't oog gekropen
de onmogelijke kameel

een steekje losser weer
de gevonden naald uit-
stekend opgewassen

in de te hooi en gras
geworpen hoop een berg
door dalen heen bestaan-
s-recht op de beslechte weg

Waarmaken

Ze slaapt alsof zij daar
nooit meer uit ontwaakt
maakt daarin haar
eigen dromen waar
en staat daarmee
buiten haar bestaan
waarmee ze geen
voldoening geeft
aan de verzoening
van wat in haar leeft