...en men verkilt onderkoeld sterft af
onder luid geruis van het gebladerte
steen en been zijn oud en koud
door het ontbreken het rode koper
gloed steeds vaker doof
er huilt schierlings gekrakeel
door oude kronen ijzingwekkend
blaast de tromp horensdol
gezwicht het ongerijmde
van de lucht met bezoedelde vlagen
zuchtende nevel kroelt de mist
de ochtend om de avond tocht
in de gekrochten men hunkert
steevast aan elkaar in de spelonken
door een verdomde draai broeit
geen koolzuur in de adem
maar pegelt hagel uit de hemel
meters dik door stervend
gezever van de afgekoelde
warme golfstroom in het onverhoede
moment was de broeikas vrieskast
zonder sabeltandtijger en behachelijk mammoetvet
kon 't zich ternauwernood bedruipen
van de laatst gestoken kolen
voor alles tot permafrost werd omgetoverd
verglaast het leven van de aardkorst
verdwenen in kloven en scheuren
van ontbering aan enig warm weer
men beterde zich telaat tegen beter weten
bekwaamde zich
op het onder te lopen moment
dat maar niet kwam en maar uit bleef
niet doorbrak in de grote vreze van het hittefront
omdat het droger werd en onaangenamer
kouder ook dan werd verwacht
stierf men af terwijl men kolen stookte
waar geen kernenergie meer tegen opgewassen was.