Borstwering als gerief waarlangs mijn oogopslag
aan de zwaartekracht onderhevig gesteld wordt
onthief mezelf zedig van de plicht hoe peilloos
diep ik in dit gewelf kon indalen na't belieft
op staande voet in ontucht te geraken
zonder overleg te plegen waar ik overval
dat blikken en blozen aan de verleiding
bloot ik als de dood en het onbeschaamde
kruis ontmoet dat zich openbaart
aan het gezichteinder van mijn ooit zo
teerbeminde kuise streek waarlangs
zonder't te raken het toch getroffen is