Het leidt tot juni op z'n eind, ergens tegen de lente
sloop het oude leven tot bejaarde bloemen in zaad
en kroop al eerder winterhard een kiemblad dat stilt
Er kwamen oude mannen in voor die alle jonge loten
uit de haagafscheiding sloopten opgaand naar
de langste dag met zachte bries ging warm de wind
in langsgaande opbollende vrouwenrokken dik zacht
soepel draaiden dijen bloot de zon door tot leven
Op een dag daarvoor liep spichtig nog een jong ding
weg van de geslachtdaad naar de laatste mode gekleed
Alles sterft weg terwijl na verluid het groeien trager
de zomer in gaat op proteststemmen vanuit eischaal
Moeiteloos schrompelde suikerzoet de huid op
tijdloos was ons het voorjaar luchtig uitgespeeld