komt piekfijn tot uitdrukking door beton
dof een plof besloten kloosterleven
om je heen in hofjes opgesloten aaneen
waar per gilde lid het ambacht werd
samengepakt tot stervenstoe een fase
waar doorheen niemand opgepakt
ontstaat spontaan uit spruitjesbuurt
een bloemkool wijk waar pleiners
opgroeide in het groen tot rijtjesmens
aan een ge slo ten raakte iedereen
verliefd op sterven in een identiteit
waar iedereen aan leed geen twijfel
noch geweifel dat hoog verrezen
niets te vrezen was van hoogtevrees
bij voorkeur met balkon voor zelfmoord
van ziekmakende binnensteden
van het hart dat modernisme het grootste
hoogste goed van galerijwonen
tegen oneigentijds vervelen in de oudheid
kastelen uit een grijs verleden in close harmony
een ieder zich individueel kan gaan versteden
hunkerend op een gemeenplaats voor bejaarden
argru argri architect wat
zijt gij toch een triest figuur
dat het afgrijzen
van de tijd bevriest
in torenhoge egoos ergo ego zelf liever zich verliest
in een oud verslonst maar opgeleukt stoffig onderkomen
triestig troosteloos en wezenloos zelfontworpen Anton Piekje
om gezamenlijk met Grietje aan te Hansen en maar sjansen
met de originaliteit van zijn eigen banaliteit
o hijtje voor het karweitje waar hebben wij toch
deze bouwkunde aan verdiend ----
Bernard Hulsman: rijtjeshuis