en been zit als gegoten om hen heen
bewegingsleerlooierijen van weleer
is plotseling van iedereen
zelfs de dweepzieken van eeuwen geleden
worden omringd door hun verleden
of door grachtengordels omgegeven
zo vleselijk vrijgezint dat niemand
zich daarin meer in hervindt
terwijl alles zich naar binnen toe richt
gaat het hoe bekrompen ook over
alles en iedereen
-
O mokumslag bij heldere hemel
hoe verlicht kunnen we nog zijn
hoelang heb ik daarin mezelf bedreven
uiteindelijk gemaakt met wie ik ben.