De hydroloog er niet om dat pijpenstelen in zijn aard lag.
Hij moddert zich daarvoor door veld of wegen tot hij een ons is.
Ergens wat bliksemschichtig van neerslachtigheden denkt hij,
"ach verleden dat is ook zoiets". Niet om door te komen in dit geregen
was ik van huis uit maar op m'n sneeuwjacht blijven steken op de plas.
Er hangt wat in de lucht, zucht even denkbeeldig een windbuil die je valt
op de stenen kletterend tot glanzend avondschemerlicht leven.
De waterbouwkundige denkt nog even aan de rug toe waterkeren,
maar ziet daarvan af een fenomeen dat dat om het even druppelsgewijs doseert.
kennis gedreven stuwt het kribvak hem tot vakkennis van zijn overbuur, welk
het aan de lippen staat te lezen hoe vloeibaar alles wegebt in een golfbeweging.
Wacht eens even het tij keert hier naar een overvloed beweging die onuitblusbaar
verdrinkt in hagelstenen
Hè, maar wacht eens even; hoeveel watersnoden zijn nu al niet geledigd
met blank staan, in plaats van rood op de bank
waar zoveel zwart gemaakte mensen plaatsnamen
van wereldfaam en witgewassen door bleekschetige meisjes
die van kleur verschieten om in de sneeuwwitte jachten rond te racen
tegen de waterlopers van deze tijd.