Het lichaam werd
voldongen feit
in de strijd geworpen
likkebaardend genoten
alle opties stonden open
smetteloos naakt lag het
te koop als betaalmiddel
ze hield van hoge bomen
vooral de wind die je kon horen
fluisterende kledij die zij ontdeed
ritselde foutloos op een hoop
terwijl buiten mussen speelden
de zon scheen
alles te weten
hoewel haar dijen
maagdelijk bleek
bijna onbezonnen
haar schaamstreek
de naakte waarheid
baarde haar verveling
uitgekeken raakte zij
in de laken stof
plooiend zonlicht
bewogen scheen
foutloos wit gespeld
werd de taalstrijd
bedreven
in schoolschrift licht
vlekkeloos dicht
op haar huid
geschreven