maandag 25 februari 2013

Oscar

Haar keurslijfje zit wat afgemeten
bijna topless om d'r lijfje van krap
twee meter verderaf gelegen heren
leed dat zo strak gestrikt zwart wit
beeld schertst van vervolmaking
in het aangereikte perspectief
dat lovenswaardig ongesteld
in het rood beschonken
de vrouw aanreikt

Maar de Vos

Ze kon het niet laten
om aan ieder einde
een begin te zien

van plaatsgebonden wegen
die je leiden naar onleesbaar
gemaakte de bewegwijzering

dat zowel verleden als het heden
samenvoegde van onbegaanbaar
gemaakte paden welke leidde naar
wat weer verraderlijk uitzicht heette
door de boer tot aan de horizon

neigende begrenzing
van de heilige aarde
van de door ploegende
vader en de zoon
in de geest van dagelijkse kost
van dichterbij gelegen oord
waar god mag weten
wie nu nog daar bij hoort

zondag 24 februari 2013

Een leven lang leven levenslang

Elkaar gevonden en voor eeuwig gebonden
gedenkwaardig moment spaarzaam uitgelicht

komt zelden voor onverrichter taak gesteld
hoe toch beklonken gonst geluk daardoor

dat geschonken levenselixer altijd dorst
naar meer dan genoegen nemen met wat is

de verwondering vermenigvuldigt in leven
door samenzijn gegeven kan betekenen

blijkt in weerwil van het feest dat vast gelegd
niet vatbaar voor veroudering gelijk de geest

zou't achteraf de moeite 
waard zijn geweest
zou de moeite getroost
kunnen worden achteraf
was't vooraf waard te bezien 
wat was is vastgelegd
was alles achteraf ook 
vooraf altijd achteraf

zaterdag 23 februari 2013

Levensmiddel

Gordijnen hingen verveeld
voor de beslagen ramen
als gloeiende kraters
waren enkele ontwakers
opgelicht en in de nacht verraden

De verlader deed niet ter zake
sleepte met steekwagen waar
hij geen boodschap aan had

Een enkel winkelmeisje rankte al
lenig in de benen ontvankelijk langs
de gevel om haar slanke vingers
een dag lang mee te laten spelen
waar begerige ogen op uitkeken

er werd die dag weer met de jeugd afgerekend
wat naar meer smaakte
ving ouder iemand een glimp op
van de weelderige maar duistere blik waarmee opgekeken werd

het zijn levensreddend handelingen
verricht gesterkt door eerste schemer
daarmee gepaard gaande bevallig licht

De beetweter

Ik dacht ik weet ik herinner ik

op de foto geschoten ooit
deze kleine eeuwigheid
die door veroudering heen
toch jeugdig schijnt te weten
kijk een ouder wordend mens
waar ik niet
weet ik niet
zie ik niet
hoe ik niet
wie ik niet

ben geweest
wat ik ooit was
of was geweest

Bewegingsonscherpte

De herfst binnen gedrongen
in m'n woonkamer
waar ik het kleurrijk alleen had
tint hard de wand en het stemt
somber in te zien hoe
mijn uitgewoond geweten hier
een andere vorm aanneemt

er huist een gedachte in het beton
dat vervreemd met iedere schrede
naar omhoog uitgehold
me naar de bedstee leidt

ik woel me vrij in slaap
zonder nog bij mij te zijn
hoe geluk slechts logeert
in die eeuwige
godvergeten
tijdelijkheid

woensdag 20 februari 2013

OK

Ze waggelt loopt strompelt
kruipt en valt
de martelkamer uit
kijkt loenst staart verblindt
kreunt piept zucht
snakt naar lucht

want god mag weten
weet ook waarom juist zij
vandaag zo moeizaam
voortschrijd zonder eierstok

terwijl eerder eerder hertje
huppelend ze voortraasde
is ze het nu nog als hetje
nog niets verleerd
om morgen op de been
alles om d'r heen
weer gewoonweg
blij zolang iedereen
de ballen krijgt
die zij zei het dan
zonder kleerscheuren
als eieren geel
weer rapen kan
nu haar geslacht zijnde het
nageslacht operatief
is afgeslacht

dinsdag 19 februari 2013

Egocentralis

Wanneer ik lang genoeg van mezelf uit ga
zie ik vanzelf een ander voor mij aan
sterker dan een sterk verhaal
ben ik voortaan voornaam
hoger gerezen dan geprezen
om mijn eigen lotgeval
waarvoor ik door de knieën ga

Verdronken ten onder vlot getrokken

Ten strijde tegen of het behoud van open water

We hebben weet van haar peilloos karakter
Dat zo spelenderwijs opspeelde tegen kaden

Of hard genoeg toch uitgesleten indruk maakt
Wat met zachter hand bezweek dat schaadde

Met golven kwam bewegen spetterend tot leven
Brak niet op het verzet maar gewapend beton

Daar dichter aan de oever zich op blind staart
Strijklengten tekort waar ruim sop belemmerd

Zat ik eens barrevoets ondoorgrondelijk te staren
Hoe onverschrokken ook de weerstand schijnt

Te sneuvelen op het vergezicht van de pupil
Welk op grond daarvan zichzelf leestekende
~~~
Het waren barre gronden ruig en onontgonnen
Die naadloos aansloten op woeste tijden toen

Dat water begon te rijzen met langszij de ratten
Vormgevend aan de karaktermoord daar thans

Gepleegd op onverzettelijk gewin het uitzicht
Te bevriezen waar menig kind in mij verdronk

~~~
Hoe eerder overdreven geestdodend Sloterplas
Uit het ouderlijk huis bezielde droom verdreef
Tot star bestand van het welvarend Slotermeer


ik had een hekel om van A naar B te gaan 
al lag dat niet aan mij was ik er toch
toegekomen om te gaan via omwegen
zoals dat gaat heb ik via Z 
de omweg aangelegd 

was bij mijn ouders op bezoek althans ik
was ze zoek niet thuis meer zoals te verwachten
waren ze van gedaante veranderd vreemd genoeg
terwijl ik vorige eeuw nog hun zegen las
de delvers hebben ongegrond verklaard
de vaste bodem onder hun weggeslagen 
dat door tijd heen ze zo zeker uitgevreten had 
niet alleen is hun laatste rustplaats uitgewoond
maar vervreemdend genoeg nu in beslag genomen 

maandag 18 februari 2013

Ik loop alleen maar voor mij

uit feitelijk niets
ben ik alleen
maar afgerond een
financiële randvoorwaarde

een kapitale verzekering
een voorschot met termijnen
hypotheek op de toekomst

Ik loop dan ook alleen
maar voor mezelf uit
zelden kijk ik achteruit
zelden meer dan vandaag

in plaats van de verlossing
doe ik niet meer dan aflossen
of oplossen en laat me afrossen
overtuigd kunst werk stukje
binnen een geleend bestaansrecht

ik hang van rommel en gerommel
zonder houvast aan elkaar
aan mij is zelfs geen touw meer
waar mee ik mezelf kan opknopen
besteed belegd of nog slechts
een schuldenlast in crisistrijd

Uiteindelijk ben ik
een stoffelijk overschot
dat geen spoor meer nalaat
anders dan een kringloop
waar in ik eindeloos ronddool

zondag 17 februari 2013

Haar volta

Daar ligt zij dan
Mijn lang en uitgeschreven vers
Zo onverzadigbaar was ik met haar
In een enkel nachtelijk uur
Tot klaarkomen in de weer

Ik heb de woorden
in paren uit haar mond gespaard
Zelden was zij tot meer bereid Dan nu 
ik haar dit op papier hier toevertrouw

Ach waren wij maar in de regel
Meer dan zingevend in de weer
Dan waren wij nu nog zo ondoordacht
in dat gevoel één brandend vuur.

Oostvaarder

Ik ben de dijkvoet afgelopen
over rendiermos gegaan
veel is daar van afgestorven
terwijl raarsoortig mensbeeld bovenlangs holde
draafde alles verder voor paal gezet gewoon door
hebben de bevers evenals de paarden
de bomen ten dode opgeschreven
hoewel het houtopslag dat tegen sprak
vloog een roofvogel mijn gedachten ontnomen
steeg de winter hoogverheven op de vlucht
de laatste afzetting van mijn natuur wordt goed begrensd geslagen waardoor mij de vrijheid hier is ontnomen
Ik ga op de vlucht voor alles
wat mij eerder bond
aan deze ongebreidelde spontaniteit

ooit zoveel bestaansreden had
verschaft toen ik nog niet maalde
om de kunst van nabootsen
die hier wordt vastgelegd gelijk
een afgerichte dolle kettinghond

Stonefree

Zacht ik heb het in mijn handen deelgenoot gemaakt
Mezelf vorm gegeven
Hard gemaakt door de tijd erin
te verwerken
Gedachten die ik er versteend in
achterliet
Schiepen mij die ik
daarin had vorm gegeven
Leven dat ik buiten mezelf om gaf
maar nu met beide handen weer afbrak
Gruis waar geen brok van in de keel
nog enig woord daarin herriep
niemand heeft er om gegeven
hoe ik de steen verwierp.
Uitdrukking ja ik
had mezelf er in weergegeven
tot slot ook in weerlegd

zaterdag 16 februari 2013

De rest hoopgevend

Het laatste hoopje sneeuw
Ligt in het groen omgeven
Goed geborgen te wachten
op de dooi

Insomnia

Ik zit eerbiedig,
naar het oosten gericht,
geknield voor het watercloset en
laat de wereld aan mij,
gelijk de reiziger het landschap,
voorbij gaan.
De dromen die ik, uitgeslapen verkwanseld heb op het bed met doorgestoken stalen veren,
laat ik rusten
in de korte nachtelijke uren
die ik, verloren, daarop
heb door gebracht.
Wee mij nu ik mezelf herinner
op deze afgelegen plekken
waar ik vlees was,
zachter dan de aarde.

vrijdag 15 februari 2013

De ontruiming

Het is gelijk scheppen van leegte
steeds meer minderen tot veel
niets meer in de weg staat of
vervreemd vanzelfsprekend
alles uitgehaald dat niets
meer in de weg staat verwijderen
heeft zo z'n eigen bijdrage voor mij

Er was geen beginnen aan

waar maar geen einde van in zicht
is ik
niet eens weet waar ze nachtrust
heeft geen sprake is
laat staan het laten
liggen in gewikkelde vormen

waar ze zonder te ontwaken
in bevangen lag
ik slechts in illusies
van gestrekte oeververbanden

voorzag water van slag en stoot
van geen wijken wist zij
het daarvan te overspoelen

onontgonnen of omontwonnen
ploegde ze dieper gronden
zonder er voor anker te gaan

een vraagbaak lichtte zo nu en dan bij
dat was een genegeerd signaal
zij het dat seinen nimmer de mijne

waren die uitgezonden waren
om op drift geslagen
woeste baren te weerstaan

dat halve woord dat nodig was
om opgebroken deelgenoot te blijven
in het onversneden voortbestaan

donderdag 14 februari 2013

Vriend

Hij had een liedje meegenomen,
dat floot hij uit z'n hoofd.
Toch lag er iets aan ten grondslag
dat het nogal gelijkstemmig klonk.

Er was weleens gesprekstof dat ook wegstierf voor we thuis kwamen.
Het had geen zin in zich om daarover te verhalen terwijl alles verstomde.

Ik begreep dat je dorst stilde, of laafde zo je wilt.
Honger, toen je nog een man in het bos was, dat we deelden in de uitzichtloosheid die je bijgebleven was.

Er is een punt gemaakt achter deelgenoot blijven waar voorbij ik alleen bleef staan. Ik veranderde weer
zijn persoonsvorm iets verder van mijn weg afgelegen schuilplaats lag.
Veilig geborgen in de tijd waar alles aan verandering onderhevig is. Ik wist niet dat hij gewoon wat woorden was die achter gebleven waren.
Hier niet meer thuis te zijn en nergens te wonen om jezelf te kunnen zijn.

Een dag aan het hart

Het gaat me aan het hart
dacht ik

zo even tussen licht en sneeuw en spelen in mezelf daarmee

zo tussen iedere vlok smetteloos
naar beneden raakte ik verblind

zo verzonken smolt een woord
van verlangen op mijn tong

zo droeg ik een mantel wit doorschijnend in de achtergrond

zo bevlogen loste ik langzaam op
gedempte gehoorsafstand

zo nog even nog al was het maar nog even nog gevoel dat me teweeg bracht

zo innig even afscheid in het afstand nemen van waaraan gehecht

zo even nog al was dat maar zo even nog gewoon een kleinstondige eeuwigheid

dinsdag 12 februari 2013

Software

Meer hardware op zakformaat
meestentijds speelkameraad

het werkt bevrediging in de hand
lenig en ledig
of
zacht vibrerend aldaar
of
smachtend wachtend
op de volgende beurt
weer opgeladen klaar
of
trager op de vervanger
die rapper nog van kleur
als lichtgewicht tot genot
de ogen uitsteekt
uit louter lust door
virtuele lip gekust

lispelend maar welvallig in de overstelpende
oorschelp zintuigelijk fluistert hoe het lichaam
onbedoeld naar fantasierijk onbezoedeld naakt
onaangeroerd een stille dood wordt verklaard

maandag 11 februari 2013

Kijk we zitten

nu eenmaal heel anders in elkaar
al was de onderste steen
die maar niet in de hoek wou zitten
ik heb zo vaak het gevoel

dat ik op de verkeerde weg zit
terwijl jij langslopend stelt
ach joh het gaat de goede kant op
we slaan af, jij op mij en ik
de andere kant op

je bent van mening
ik zelden of nooit
van onder stoelen
of banken heb ik ook
nooit gehoord

een doel is mij een stap tever
jij bent er bijna bij geweest
gemist is zo van twee kanten
je kunt er bijna niet onder uit

prijsgeven is uitverkoop
ongeneeslijk verklaart fenomeen
geheel ontdaan ook bloot geven
iets dat in bedekte termen voor mij staat

jij mist de rompslomp ik het lijf
met zorgen baren heb je mij ingehaald
waren wij zorgzaam in zinnelijk minnen jij 
woordenschat waarmee ik spelfouten verzon


vreemd spoorzoeken wanneer 

ik de oogappels teel 
jouw bloesem welt op te beginnen
de lusten voor het bestuivingsmechanisme
in deze overdrachtelijke zin 
dat jij preekt 
dat spreekt hoe vanzelf ik daarin
slechts vruchtbeginsel ben

ik vernam onlangs hoe iemand van wal gestoken was
belangstellend vroeg ik me hard op af of jij ook weet hebt
van  iemand in deze hoedanigheid en jij sprak ik ben iemand

onlangs tegen het lijf gelopen die vervreemd genoeg 
tussen wal en schip
geraakt toch weer aardig vlot getrokken is 
dat was ik met andere woorden want wij
raakten kant noch wal toen bleek dat jij
iemand anders was en ik eveneens 
wij zo toch alleraardigst weer wat
gemeen hadden met elkaar zo beiden
zo iemand zijn die op ons lijkt 
het water naar de zee 
kijk ons eens
daar zitten wij  

turend naar een verdwijnpunt 
om maar ergens mee te beginnen
vroeg jij iets over oplossend vermogen
suikerwater of zout glashelder zelfs 
zo op het eerste gezicht 
zonder smaak tot je tong 
spreekwoordelijk verraad 
het smaakt 

zondag 10 februari 2013

Simon



Hij moet zo oud geweest zijn

als mijn eigen wijlen oom.

Beide Simon, aangenaam, hoewel

mijn oom als Sijmen door't leven ging.

Een Jordanees, verder ook net

als ,de gevluchte Hagenees, Simon




Amsterdammer in hart op de tong,

maar verder zachtaardig op de platte à.

Ze moeten beide weleens opgetrokken zijn

in lijn 13, of 7 op z'n minst, timmerden ook




beide aan de weg. Simon weleenswaar meer

met taal behept dan ome Sijmen, die sloeg

wel vaker de spijker op z'n kop. Hij hield ook

van vissen op het openbare water of desnoods




sloeg hij ze weleens in Schotland

aan de haak. Het is vreemd

gegaan, beide waren ook getrouwd,

trouw ook aan Mokum, zoals dat gaat

met bij elkaar scharrelen van dagelijkse kost.




Bij Simon stroomde de melancholie uit z'n ogen.

Hij schreef gesmeerd met deze ogentroost ook

zijn stukjes voor vriend en vijand of voor

volk en vaderland, beiden hadden dat

gemeen. Sijmen, iets meer met lef, klusten zij

er stevig oplos binnen het betamelijke van de stad.




Dat was toen, nu weet ik het niet meer. Van Simon

hoor je zo nu en dan, desnoods gedicht, nog wel

eens wat. Sijmen hebben we betaalbaar na de stille tocht

dood gestorven opgeborgen op het Vredenhof.

Hij rust in vrede, dat doet Simon inmiddels elders ook.




Het moet gek gegaan zijn toen,

dat alles analoog gewoon

doordraaide op eigen kracht,

of je nu met afgezaagde koten,

danwel met afgekloven potlood alles kon

aftekenen en opnoteren in een kladblok.

Is toch van alles bij gebleven zo dolend

op de Haarlemmerweg dat ik las hoe

louter droefheid me opgewekt liet ademhalen

zo pal bij de oude gasfabriek die in bedrijf toen

het "Hoge land" , waar ik vertoef, nog goed

op peil hield. Maar op dat niveau

houdt iedereen stand.

In u mijn welbehagen

Ik nog sluimer zacht opkeek naar het volle melkweelderig gebeente
de handen vierkante kilometers beschreven over de vormenrijkdom

iedere welving plooiend de oogstrelende diepte van zonsopgangen
aan de wadkant naliet in mijn herinnering van het zilte dat opspeelde

water over de borstwering oevers overspoelde lust van lichtzedig leven
nog vol overgave het zandlichaam de zomerzee rijkelijk liet strelen

in mijn oogopslag trof duinen dijend deinend in prospectief  vanuit de pan
haar innig wezen adembenemend ritme in bewegen helmgras luchtledig

zweven tussen de lippen omgeven van mijn opgerezen stormvogel
de vrije val in vlucht helder blauw verstillen in haar schoot afgeroomde

zoet warme schorren en slikken verdwenen weelde van mijn vingertoppen
af dartelende zeehonden op haar tere kweldergras begroeide dromen daar

ik onherroepelijk verdween in het sluier schuim duister van haar zeesterrenhemel
mij tot maanlicht verdovend een slenterende wandeling door haar getijdenbeweging

zaterdag 9 februari 2013

Nieuwsgaren

Een lekker stuk prijkt uitgespreid met ach en wee
over zwart en wit en wijdt wat uit hoe of het zit
met in de regel recht maar verder in haar prachtig
helder vergezicht van ruilhandel in de paradigmashift
waar zwarte pieten met de witten in het verkeerde keelgat
schiet. Laat ze stikken of lekker zitten op hun dooie gemak
met minachten wat eerder zoveel belovend was.

Een man die voor volk en vaderland zelfgekozen duurzaam
het verraad aan de klepel hangt had een te grote broek aan
toen bloedje link hij in de steek gelaten steken had laten vallen
in de nacht dat niemand had verwacht hoe meisjes te beminnen
slechts zijn daad van onvermogen betroffen achteraf verklikkertje
zonder verlos te spelen op z'n onderbuikadres.

Een punt gemaakt dat nooit getroffen toch zo treffend was bleek
ook achteraf het gebundeld vers brandschoon in de schoot
geworpen met een uitsmijter over de dood waar in de rouw
zo rauw de werkelijkheid kraakte in het verlangen naar jou
terwijl juist die beginregel nog in chaos gehuld hoe echt alles
tenslotte nog in orde was ondanks deze radiostilte waar ik
mijn dorst aan leste in gebeden aan de god die zelf atheist is.

Ik stam uit de tijd

Vergewis mij
van vergetelheid

hoe toch ieder
ondenkbaar feit
zich voordeed

wortel
steeds
dieper 
ontketen of ontken
mij maar nimmer
zijnde spijt

Gebeden

Een weids gebaar hier neergestreken op de landerij
gestrekt tot in de havenmond verzwegen windstilte

onbemande dollen zijn stijlgebreken tegen de kaden
een verdwijnpunt wordt ontworpen op het blote oog

in een handomdraai bevangen door het vergezicht
verlangen naar een heinde ver gelegen oversteek

verder wiekt verstervend de stormvogel in dit licht
samenstromen in een traag beginsel van het slib

aangeland met wassend water met wilgentenen
verdicht opvallend de kwelder droge aanwinst

de boeggolf heeft een punt bereikt en breekt dieprood
in morgenstond met sterke hand bestuurde schoep

ploegt razend door de kreek gestuwd het schip
langs droog opvallend blauw opspelende luchten

gestalten van de zeehonden versmelten vaag
vermoeden op wat deze hersenstichting aanricht

donderdag 7 februari 2013

Uitgezet wild

Het was ongewild dat moest wijken
Men wilde het dan ook uitzetten
gewoon van achter slot en grendel

vandaan gehaald dat gewenst wild was
dat omdat het gewilde leven elders niet
gewild was voor zover het nog wild was

of erger nog slechts verwilderd bleek

wat deed alsof men er nog steeds wild
enthousiast vanaf wilde zijn of uitwijken
de meest gewilde optie was voor't wild

De kleinste gemene deler

Ik maak gewoon mijn zorgen uit geld
onbedrukt over aan het bankwezen

dat zo goed als zeker is belegd
met verzekerd succes van niets

te delen met wie daarvoor is
weggelegd in spaarzaam

mijn verlies nemen uitgekeerd
door dit uitmuntend minteken

Uitgestroken

Langs een onderdendamseweg
zijn de aalscholvers op de wieken neergestreken
starend naar het hagelgeslagen landschap

Terwijl de trager onder mij de weg vergleed verdween
glanzend nat gelijk het naast liggend glad gestreken water
waarop gestenigd het spiegelbeeld verdreven werd

Van de levensboom die in laagstaand tegenlicht schreef
hoe het uitgelezen bleek meisje met ijler haar
rank gestalte ijzersterk wegdreef als veeg levensteken

woensdag 6 februari 2013

De man die de lente verzon


Hij had wat lommergroen op het oog
en is daarvoor naar de doehetzelver getogen
die had ingeblikt nog wel wat op het schap
het kon er wel mee door
tegen enige vergoeding dan wel er tegen op

om een likje te doen wat het wel kon gebruiken
was een kwast en dat behoorde daar dan ook bij
die moest er zeker voor wat streken bij verstrekt te worden
hij was dan ook wel opgetogen met wat ingeblikt groen
dan zou de wereld zich wel veel beter tonen

hij schilderde zich een werkelijkheid
die in zijn dromen al begonnen was
zo voorjaar uit te beelden was
zag hij het in zijn stoutste dromen niet

want achter het huis daar stond een takken bos
die al maanden lang een lakje nodig had
maar vanuit zichzelf de werkelijkheid niet kon kleuren
maar wel vanzelf spreken alles verloren was

hoe kon het dan ook gebeuren
hoe had dat ooit zo kunnen gebeuren
dat al bladerend door dor en dode rot
er geen leven te bekennen was
dat nog van kleur wou verschieten

desnoods zich groen en geel wou ergeren
of spontaan ontsprong aan wilde gedachten
er waren eerder vrouwen zat die zaten te wachten
in het groen met de prangende vraag
of hij het nog wel wou doen
toen was hij er wat verlegen mee
om nog zo groen het in het wilde weg te doen
aan groen ontbrak het dan ook niet
alles leek in die dagen maagdelijk groen
maar dat was toen

nu was nu wat er ontbeerde groen
hij liep met blikken vol
hoopgevend groen
te hoop door zoveel bomen
het bos was nauwelijks bekoorlijk
rare staken schaduwen en vocht
dat strijdlustig te keer ging met het mos
je kon er bijna geen vat op krijgen
hoe hoog bevlogen goed groen het zou doen

hij had eerder al
voor de aanschaf uit van blikken groen
zich beraden over groen
daar had hij al heel wat sterke staaltjes
kleur verschieten gezien
en voor de keuze viel
op het meest natuurlijk groen
dat uiteraard de keuze verloopt
met het vele bomen over groen
bij voorkeur dus geen rijtuig groen
dat had al zoveel op z'n geweten
het had niet veel gescheeld
of de wereld was er te vol van geweest

dus bij voorkeur toch lommergroen
dat lui bungelend uit de bladeren
met licht harpen het bos bespeelt
of woud groen voor om de hoek
waar alles nog groot en onbedorven leek
of bosgroen voor het pesthoekje hier om de hoek
desnoods voor op de takkenbos
dat zich daarmee wel aardig
lentelicht zou tooien in de plooien van het land

hij had besloten alvorens te besluiten
de cetabever te raadplegen
die had immers in het verleden
al zoveel met bomen uitgevreten
wat toen toch wel afschuwelijk was
bosjes vielen bij de vleet
dus hij was nu welbewust
te raadplegen geweest
in het conserveren

ook nam hij zich voor
om wijzonol te raadplegen
zij rotzooide eerder wat
achter gesloten deuren
met voet bij stuk houden
dat voor het luiden uit
men de kerk uit moest
zij wist verschrikkelijk veel
over rottigheid in bedompte uithoekjes
over overspel spelen met banvloeken
uit spreken over verfsystemen
die anders van kleur bleken

er was nog iemand die veel wist
hij kwam uit sikkens, een geit
die er wel kaas van had gegeten
veel had hij er te grazen genomen
dat wel doorgaans jong en mals
meisjes bijna in het gras
zo sprietjes dun uit de grazige wei
hij nam het er dan ook in zijn lente goed van


hij had veel genoten van schon genoeg
groen voor hij
door zijn eigen vuiligheid
alles bedierf
moest verkassen naar een andere onbedorven plek
maar hij is rein geworden zo opgehokt
bekeerd van zijn milieudelict
wist hij nu wel hoe groen
het allemaal moet lijken
om niet weg hoeven kijken van het aarden rijk
een paar anderen, velen was hij al vergeten
heeft hij niet bezocht

het kwam altijd op hetzelfde neer
wat ooit was zal nooit meer komen
groen is elders altijd beter te verkopen
dan bij jezelf hier om de hoek
vandaar ook dat hij met eenvoudig
plantaardig groen het lommerrijk kon bestoken
met wat hij had aangeschaft

dat was natuurlijk natuurverf
aquamarijn was ook zo een schat
die haar borstels wel met hem
welwillend wilde kuisen
na gedane klus hij was verguld
de boel raakt er van opgeknapt
de knoppen staan te barsten
van de tinten die hij verzon
in het vroege ochtendgloren
van de aangebroken dag
een die met lengte zich al onderscheidde
van de omliggende korte dagen

alles droogte en werd groen
de verzonnen zondag kon beginnen
neen ving aan met volop zon
het popelen was er dan ook naar
het barsten welhaast uit alle voegen
en naden kleur verschietend groen
de man is opgetogen
over zijn verzonnen lentedag
naar huis getogen met een verhaal
dat hier nu juist voor hem werd uitgeschreven


de man zelf is erbij ingeschoten
hij is uitgeschreven trouwens
ook blijven dromen
zo is het ook gekomen
dat zo nu en dan
zeg ieder jaar

hij zijn droom bewaarheid ziet
door vele ogen
die anders domweg vergeten
hoe groen het leven toch wel is
dat wordt genoten en iedereen omgeeft
maar toch wel sprookjesachtig bleef
al was het maar voor even
wanneer men even stil zit
te genieten in het verzonnen
dat alleen maar lukt met niets
doen om te laten
wat vanzelfsprekend gaat
genieten.


hij ook zo van voet bij stuk
zelfs wanneer het daar
al wat was gaan rotten
kon het hem niet velen
dat er zoveel leven nog in hem
ook hem omgaf dat anders
dan hij was een fraai voorkomen had

dinsdag 5 februari 2013

Dag

het is nog nacht dat ik niet eens bedacht
ik ontwaak hier uit m'n slaap en stap
hinkelend tussen twee gedachten door
uit bed de grond waarop die heeft geen reden

anders dan behaaglijk kil laminaat
dat wakker maakt wat eerder

nog sprinkhaan was in overleveren

in het net geschapen droomlandschap
waar niemand thuis wil horen dan ik

de trap is steiler dan verwacht ik hel
voor de zekerheid wat achterover
sport na sport als ware het treden
klauterde ik slaapwandelend naar beneden.

Het deed me veel die vaste grond te voelen
daar ik uitgleed op de laatste beweegreden
een trede die ik over het hoofd zag onder de voet
gelopen hoogmoed kwam ten val ik lag

Genezen van teveel aan kwalen was ik
aan het uitdokteren met hoeveel zorg nog
valt te leven en het scheelde daar
het geringschattend bleek te bestaan
uit luttele ogenblikken zover ik kon overzien

Aan de grond om diverse redenen blijkt alles
aan te hoge verwachtingen te voldoen
dat schept geen voldoening noch verwachting
waar ik nog moet volstaan liefst gerecht

stram in de benen en op de juiste plaatsen
blauw aangeslagen als was't een belasting
envelop waar immers ook altijd een zorg minder
uit voortkomt als het meevalt en niet tegen

Beneden aangeland trof het ware in een gedaante
de aangeslagen man geenszins vel over been noch

een verveelde mens die in staat was te overleven

zichzelf teruglezend viel immers alles mee
er ontbrak weleens een leesteken voor houvast

vreemd genoeg herrezen ook hoofdletters waar
ik onverklaarbaar achter bleef steken en de tijden

o mijn god die tijden heden ten dagen en verleden

en juist dat ik beweerde ontwaakt uit mijn valpartij
hier onbegrepen aan de grond zat genageld maar tevreden

Ja het liep geregeld maar in de regel uit de hand
een zwakke bries zwol aan tot een orkaan en doofde
gewoon in het gebladerde van de dorre beukenhaag

tot behaaglijk ritselend gevoel dat alles achter mij
boven in de slaapkamer was blijven steken in mijn
aldaar naakt bestaan van slaap onder dikke dekens

Ik was in eens en zeker niet plotsklaps gelukkig
al starend bezig in het donker bruin van koffiedik
te bezien als ander wezen en in wezen
wederopstandeling vanuit de revolte van m'n eigen leven

alles liep niet zoals het hoorde uit de hand en uit niets
had ik grip gekregen al verhalend en uit het hoofd
gezette redenen om nooit meer tegen te vallen maar
altijd mee te zitten met de dag in die zin hier uitgeschreven.

maandag 4 februari 2013

Het treinstel

Ik was met Emily die dag,
we reisden samen af.
Zij was wel wat parmantiger
dan gedacht, iets te zwart.
Maar het gaf niet af.
Menigeen liet ons dan ook 
gewoon links liggen.

Zoals verwacht ging het
met wat koppelwerk gepaard.
We trokken op, vanaf 't perron
floot iemand ons nog uit.

Het ging zoals het altijd gaat
met enig gekreun, waar mee
wij optrokken en trokken ons
daar dan ook niets van aan.

Emily lag voor mij, ik had al eerder
haar aangereikt dat ze uitgelezen
voor mij nog steeds een open boek is.

Zij hield mij geboeid,
dat scheelt, want zo
verloren wij elkaar
geen seconde uit het oog.
Ik had alles in de hand,
het treinstel schommelde

in draf op de eindbestemming af.
Onderwijl ik genoot van alles
wat uit de knoop ik tot mij nam
van haar. Ze gaf zich bloot
nagelang ik langer
me in haar verdiepte.

Zo werd de reis beslecht, op spoor
gezet en tussen de rails door. Raakten
wij gewend of snelden wij slechts
hand in hand van elkaar vervreemd?
Zij van het omslaan, hoe fijner schoon en
onbezoedeld blad,ik in wreder zin,

van haar poëzie genoot, die mij geen moment
zo razend onbewogen op mijn schoot naliet.
Maar ook hoe spoorslag bijster ik
haar in dundruk daar achterliet.

Af

Koest is alles wat kalm moet zijn
Af daar-in-tegen bijna plat uitgedrukt

Ze leert mij af als gewoon te ongepast
op de verkeerde plaats

Mak is zo ook het lamgeslagen feit

Gelijk hier ook daar steeds vaker blijf

Aan haar gemak valt steeds vaker af
te lezen hoe van zich af bijten gaat

Ze blaft ook heelveel van haar af

Zo ongehoord als dat gaat niets
boven de gehoorsafstand waar
tussen door zij haar eigen gangen nagaat

Ze achtervolgt haar eigen spoor
een geur waarmee ze afgezegd
meer blijkt geeft hoe afgericht
feitelijk buiten beschouwing is

Alles wat eens was weer is
afgedaan of afgeleerd zoals ze wil

Waar haar zinnen tegen zijn
afgezet het doordrijven betreft.

zondag 3 februari 2013

Muziek in mijn oren

Ik las de man van achteren naar voren
ondersteboven en door elkaar.
Zijn woorden drongen dieper door
dan een goudopsnee m'n oogopslag

doorboort. Je kunt het horen door 
je ogen te luister te leggen in zijn woorden.
Woongenot en woonoord, zelfs voor
gehoorgestoorden mijn gelijk.

Vorm en functie gaan te vaak gepaard
met de teloorgang van de zin daarin.
Zelden drong, of dringt, iemand 
verder binnen door tot het kernhout.

Nimmer schreef iemand zonder noot,
akkoord of ander vreemdsoortig verbond

zo minutieus en muzikaal in taal in wezen
deze officier in het offensief voor de stom
geslagen theorie die dier en mens herschept 
tot klanken in de revolte van de natuur. 

Zijn alles in een tekst zonder uitleg komt 
te pas of onpas volledig tot uitdrukking
voor het gestoorde oor, de geest of zij

die het gevoel nog laten zegevieren 
over het grammaticaal fatsoen. Het instant
kant en klaar gehalte met alle ingrediënten 
samen gepakt tot klare filosofie.


(Te vaak is in een tekst de vorm dienstbaar aan de inhoud, stelt Michel Serres)

zaterdag 2 februari 2013

Verdichten

Kijken naar een serie op de kleinbeeldtv
de kleuren vertinten bijna zwartwit
een regenboog vervaagd
in oplossende gewoonte
van doven dat verklaard

het is weer een doordachte dag
zo een van gister die nog net past
wat krapjes want er zaten ook dat
nog haken en ogen aan niets aan te doen
dus niets doen dat was er mee aan de hand

het speelde geen rol gewoon puur bedacht
want ook vandaag ging aan de haal
klokslag twaalf voor het vuistje
rond zessen een warm prakkie
zelfbedachte onzin wat best smaakte

hup in je hersenpan een gaarkeuken
waaruit de meest onsmakelijke zaken
op hun gemak ontspruiten voor morgen
op het menu of was het beter
voor het programmaoverzicht
selectief gaan kijken al was het maar

ja voor wat eigenlijk je zou willen voorkomen
bijvoorbeeld iets tegen de slechte smaak
die je zo snel kunt oplopen
dat het haast onvermijdelijk lijkt

Beton

Hoe vreselijk uitgehaald
wordt alles weergegeven
in dit uitdrukkingsvaardig huis

de weerklank spreekt
de wanden tegen
ze staan glad vergeten

in het gelid zover haaks
daarop de buren luidsprekers
gelijk er van doordrongen zijn

ben de leegte te over zat
die verlegen ook nog jaren
geleden tot me doordrong

hoe bestaansrecht zich ontleent in schuld
aan leeggehaalde vriendschappen
waarop met moeite ik de boeken afnam
tot loos geblader in deze uitgelezen vorm

vrijdag 1 februari 2013

opruimte

 watercloset waarop ik zat
te broeden tot ik eruit was opdat
mijn enkels bedekt in termrn 
ik met mezelf
de voeten uit samenbond en afgezakte
pijpen waarna niemand meer daarmee
danste dan louter ik

een douchekop wier ik
het zwijgen oplegde
over de stortvloed
vuil dat van me afdroop
ik trof de schoonheid
niet meer van

matras zo afgeragd
onder mij zich strekte
versterkte mij in de veren
gedachte hier lag ik mezelf
uit te leggen in de armen
van de slaap luimerzacht
zwaar van warmte daar
huid en haar mij omgaf

de spiegel die ik deelde
met mijn beeld dat scheelde
ook zoveel woorden veelde
die mijn aanspraak maakte
in plooien van haar huid
gevouwen glooide weelderig
gesponnen zinnen die'k afstak

o, bovenkamer daar beneden
waar ik woonde uit mijn hoofd
dat nu de herfst uitbrak in
de leegte ooit zo vol gedicht
nu met spinrag mijn wimpers
knipperde hoe het verhaalde
stilstaand stof in neerdaalde

in bananendozen opgeslagen
sloeg de bodem er rechthoekjg
uit in geometrie van zwaar uit
de uitgevallen dagen geleegd
in hachelijk nachtelijk streven
op straat bevuild sonnet
onleesbaar in de regen

Leopold

O, als ik mijn ogen sluit
in bruin begroeide ruimten
vervuld van bladeren
stofdik leven dundruk
dan van kaft tot kaft
van binnen uit
van buiten leer.

Kus me dan
op mijn melk
uitgebleekte ogen waar
uitgelezen ik
uitgegeven ben.