Hij had een liedje meegenomen,
dat floot hij uit z'n hoofd.
Toch lag er iets aan ten grondslag
dat het nogal gelijkstemmig klonk.
Er was weleens gesprekstof dat ook wegstierf voor we thuis kwamen.
Het had geen zin in zich om daarover te verhalen terwijl alles verstomde.
Ik begreep dat je dorst stilde, of laafde zo je wilt.
Honger, toen je nog een man in het bos was, dat we deelden in de uitzichtloosheid die je bijgebleven was.
Er is een punt gemaakt achter deelgenoot blijven waar voorbij ik alleen bleef staan. Ik veranderde weer
zijn persoonsvorm iets verder van mijn weg afgelegen schuilplaats lag.
Veilig geborgen in de tijd waar alles aan verandering onderhevig is. Ik wist niet dat hij gewoon wat woorden was die achter gebleven waren.
Hier niet meer thuis te zijn en nergens te wonen om jezelf te kunnen zijn.