waar maar geen einde van in zicht
is ik
niet eens weet waar ze nachtrust
heeft geen sprake is
laat staan het laten
liggen in gewikkelde vormen
waar ze zonder te ontwaken
in bevangen lag
ik slechts in illusies
van gestrekte oeververbanden
voorzag water van slag en stoot
van geen wijken wist zij
het daarvan te overspoelen
onontgonnen of omontwonnen
ploegde ze dieper gronden
zonder er voor anker te gaan
een vraagbaak lichtte zo nu en dan bij
dat was een genegeerd signaal
zij het dat seinen nimmer de mijne
waren die uitgezonden waren
om op drift geslagen
woeste baren te weerstaan
dat halve woord dat nodig was
om opgebroken deelgenoot te blijven
in het onversneden voortbestaan