Daar ligt zij dan
Mijn lang en uitgeschreven vers
Zo onverzadigbaar was ik met haar
In een enkel nachtelijk uur
Tot klaarkomen in de weer
Ik heb de woorden
in paren uit haar mond gespaard
Zelden was zij tot meer bereid Dan nu
ik haar dit op papier hier toevertrouw
Ach waren wij maar in de regel
Meer dan zingevend in de weer
Dan waren wij nu nog zo ondoordacht
in dat gevoel één brandend vuur.