zaterdag 31 december 2011

Dagteller X

De dagen zijn geteld
zijn uitgeteld vandaag
uitgerekend vandaag
zijn de dagen uitgeteld
morgen beginnen ze
weer opnieuw te tellen
van voor af aan opnieuw
is beginnen om te beginnen
om te tel kwijt te raken
een mooi begin
te mooi begin
om waar te zijn
waar je maar wilt
de tel kwijt te zijn
gewoon te zijn
waar je maar wilt
waar je wil zijn
waar je wil is
te zijn een tel
een tel te zijn

woensdag 28 december 2011

Ik keek een berk diep in de ogen

Hier rimpelt de tijd nog
erdoor en sloot me hierbij
uit

dat vrouwen huilen is
tot daar aan toe
maar bomen doven al
't verdriet dat hoorde
nog

maar luister eens
ik heb iemand uitgelaten
die niet meer op mij paste
kijk daar dwaalt uitgevreten
onherkenbaar ondenkbaar

ik kom er ook
vanzelf wel uit

Dat de lucht luistert

kijk je niet meer op
bij't ontwaken kleur je
de werkelijkheid in
sta je op-
lichtend even
stil bij'n verschijnsel
dat aan je voorbij
een eigen leven
leidt ook alleen
maar af dat is
het nooit

en adem je
langzaam
deze weg af

dinsdag 27 december 2011

Deze man

verliest het lijdend voorwerp uit z'n oog
hij had net een voorzetsel bereid
in een werkwoordvorm maar bakte er niets van.
Net toen hij wat zelfstandig voornaam woorden
bedacht had viel hem een lidwoord in
om klaar te komen en werd er bijna onzijdig van.
Gelukkig had hij een meewerkend voornaam getroffen
die het wel lekker vond bijwoord te spelen
in een tussenzin waar in ze samen stonden.
Nou, precies gesteld, lagen zij daarin clou te zijn,
bijna samengestelde woordenstroom. Toch, een volzin
ontbrak in de regel aan de woordenstroom,
die tot in lichaamsholten ontleed werden bij elkaar.
Persoonsvormen hadden iets van een gebiedende wijs
aangenomen in plaats van de heerlijke voegwoorden
waarin open eindjes aan elkaar geknoopt
stonden tot onderwerpen voor het werkwoordelijke
gezegden in bijwoordelijke bepalingen van hun tijd.Waarmee goed
gespeld hij zo graag ontleed werd nu alleen maar in de onvoltooid
verleden tijd geschreven zou moeten staan.

Snurken met een hartklacht

De nacht valt als een baksteen op de nachtkast.
Het licht dooft gelijk een nachtkaars, alles loopt
op de stroomrekening tegen betaling af.
Niets wacht nog op het kloppen van de dag.
Geen oog meer dicht geknepen. Door de spleten
schemer heen gedrongen sluimert kwaadaardig
de grimlach in duistere trekjes vanuit de mondhoek.
Er wordt een scheve bek opgetrokken
die slaapwandelend de tong uitstak.
Het brak halverwege af door de snurkkanonade,
schrok zich een hartslag, die tot staan gebracht,
verstild was tot een slaapstand van zaagtand.
Een gehoorsafstand werd overbrugt
met wie zich afstak. Er werd stom verslagen
iets verhaalt dat met roezemoes werd afgedaan.
Uiteindelijk lag er een glimp daglicht in het verschiet,
dat gretig maar kieskeurig opgepeuzeld werd.
toen was het heil al geschiet dat zegening inhield
van belastinggeld en viel niets meer af te rekenen.
wat had de snurker anders verwacht van kroten
op sterkwater die het avondrood weergaven.
Alle vrede is voldaan weer opgevreten
tot een schuldenlastdier waar volgend jaar
mee afgerekend wordt. Niets klopt meer op
het oude vertrouwde, of staat stil
in overleden toestand, blootgelegd
op aarde, waarop niets schijnt te weerleggen.
valt.

maandag 26 december 2011

Geliefd bloed

Een daarmee heb ik nooit gehad
het vloeide al uit de schede toen
ik kwam en stroom nog steeds
door de gebaande wegen uit
mijn huid ontspruit soms even

(als teken doodgeslagen aan
de wand mijn bloedband
met het leven uit een parasiet
je ziet het niet normaal gesproken
druipt het bloed niet van het leven

"anders dan vooraf bij't vlees eten
maar dan al geronnen gaar
gebraden komt het in de mond
van de vreselijkste vleeseters
tenzij bloeddorstige monsters"

die vers van de lever iemands
bloed wel kunnen drinken
blijft alleen als metafoor in wijn
voort bestaan gelijk godsteken
ook weer parasiet gelijk profiteren
na ons nabestaan op aarde)

kapot gekrapt voor het dichten
uit heelt de wond uit mij zich
tot een zwarte korst daarop
de huid die mij omhult zij het
met bederfelijk vlees vervult

ik redelijk geconserveerd nog
spreek van het eeuwig leven
zo verderfelijk als foie gras
volgepropte welvaartswaan
razend snel in het vergaan

zaterdag 24 december 2011

Kroongetuige

Ik groei uit mezelf door
raas uit en kom tot bedaren
in mijn kroon met fijn vertakt
daarin zijn genesteld voor't
leven verder ingericht
stam ik uit mijn grondvesten
aarde is mij een houvast
gedragen onttrekt ik mij daar
aan het water omhoog
stroom ik onhoorbaar loom
ik ben mijn schepping
mijn toeverlaat standvast
gehuisvest hout dat oogt
daar takken in verloren
gaan mij de bladeren ook
teloor zo stram de winter
weer mijn huid doorsnijdt
zo warm weer trek ik me
op in zomers weer de jaren
door vergroeid in ringen
van vergetelheid staan
zingen in de wind

Voor zolang het vlees maar gewillig is

Het hele voetvolk nam vrijaf voor inkopen van de koude kermis,
dat een kind daaraan geofferd werd deerde geen in het algemeen.
Daags voor het feestgedruis in omgehakte sparren wolkte brak
de stilte door op straat en ik ontwaakte in het bordeel met een bijslaap.
De afdrukken van haar kunstgebit nog in m'n nek meurde zij ook nog
als een rottend kadaver mij dit nest uit. Er heerst dadelijk vrede op aarde
ook in dit tijdverblijf van afgekloven verlangen in de mensen hun welbehagen.
De neerslag van alles was hagel dat als sneeuw voor de zon,
leek op bloesem van de bloeiende winterkers, volhardend
in een benauwde steeg, verstrikt in diep bewortelend verlangen.
Er komt wanhoop op ons af, uit winkelwagentjes gevuld,
met verdringingsreeksen nageaapte vrolijkheden omgegeven,
in modern vervat licht van aaneengeregen zaligheden.
Al dan niet uitgebeelde hoogmoed van een land ver beneden peil.
Geen dijk is meer opgewassen tegen dit wellustig drankgelag
van de hemelschare engelengeduld, dat de wacht houdt
bij de coupure, waardoor een zeetong likkenbaardend onzin vergaard,
van het ooit zonnig zonnebadend volkje. Goedgelovig afgeknaagd geluk
beproevend dat alles nog te koop is, zolang jij er maar in geloofd.
De hoer verliet goedgemust en welbevallig het pand, ik ontsliep hier
in de Here, die allang vergeten uitgestald naast me lag te spartelen.
Een naakt, pril pas geboren maagdelijke gedacht herschiep
mijn wereld uit de brand. Nog een kerstkaartje verwijderd
van het nieuwe jaar naast een uitgedoofde kaars, waarin ik vet ontbrandde.

vrijdag 23 december 2011

Een oud wijsje

De treurnis van uitgeleefde zonnebloemen
langs de afgematte weide
Het oversparde houtgewas
gebroken over paden
De opgeklopte schraalheid
van de aarde
Het uitgeputte levensteken
zonder enige waarde

Maar toch de schitterende maat
die tegemoet treedt in dat licht
Bezien de eenvoud
van het onvolprezen deel
Bijna randvoorwaarde
bijna te zeer nabij
het sijplend vocht

De eentonigheid
van opgefleurd tonen
van pril wintergroen
fluitenkruid zeer nauw
bijgezet te luister
van nog niet ontloken
mansoor nabij't bomen
R

dinsdag 20 december 2011

Dagen zat

en dan
nog zit je in december aan de grond
de dagteller na een grote beurt straks weer
op nul gesteld begint het nieuwe jaar daar
met dag engten afleggen in straf galop

draaft de wereld weer door met onderwijl
zonder grip daar op slechts razend tollen
niets doet er toe om dat patroon te stoppen
dag op nacht op dag op nacht op dag
getijden lang dat oeverloos bewegen

ongeacht wie daar op wacht zijn sieraden
van zonsondergangen te beleven
met morgenstonden goudomgeven
dat in leven met de dag tot grijs
gedraaid het wolkendek verschijnt
om weken lang weer alles nat
onder te laten lopen in het moeras

de vaste ondergrond verweekt
tot vegetatie van een ander soort
wat stevig stond verzompt
staat verstompt in rot naast
slap gewas in weer en wind
bewogen voor het opgetogen
voederdier dat verveelt een ei
dropt bebroedt en op de vlucht
geslagen wordt door hagel

beneden peil en ver daar onder
komt na droog vallen alles weer
onder water tot leven met inzicht
dat dagen nu eenmaal verschijnen
bij 't inzien door het naar normaal
toe afgebroken licht goed vertekend

zondag 18 december 2011

Zwam

Op eens veranderen
van gedachten en
verdwijnen voor de zon
of voor de vuist weer
verschijnen uit de grond
alles weer bij't oude
zonder weet vergeten
maar jaren later
blijkt de schimmel
toch in draden
sporen na te laten
staat de zwam daar
mooi weer te spelen.

zaterdag 17 december 2011

Praten tegen brugman

Nog de mond vol van water
liep ik over gene zijde heen
toomde mateloos in gedachten
een stroom die niet te stelpen viel

zijwaarts borrelde riolen morserig
troebeler maar wervelde langzaam
weg in sluiers ontspoorde geuren
de reuk van stadsgrachten nacht

waar langs de voorkeur het bestierf
om verkwikkend dronken zwelgen
in het zwarte kabbelen en klotsen
nog een dukdalf af van sterven

Lavend en laverend graf
dat de brugwachter liet
voor wat het langzij ook was

donderdag 15 december 2011

Levensteken

Ze dweilt de dagen schoon en leeg
tot geen levensteken er meer
van heel is en dode dingen weer
tot leven worden gebracht in weten
dat ooit in een stoffig verleden
ook zij daar eens mee verbonden
was met wat zij telkens weer
vergeten wil in haar geheugen
tot grijs en vaag een grote leugen

zondag 11 december 2011

Ontaarde langpoot

Wat is je nut 
jij ontaarde 
wintermug
tegen wil
en dank 
ontsnapt

larvaal gedrocht
dat uit het rot
verteerd tot
langpootmug 

een korte lettergreep
die verwikkeld wordt
tot schitterend tegenlicht
dansend in de kille lucht
nadat volgroeid jij eerder
de molm tot aarde weer
gegrond hebt omgezet

(Epiphragma ocellaris)

woensdag 7 december 2011

Ontheffen

Vandaag de dag beslist papa met mama
samen of ik geschikt ben en nog leven mag
ik ben de lul als de blijde verwachting uitging
naar een zusje wat ik niet ben of mooier nog
wanneer mijn herseninhoud hun down maakt
schikken ze met de aborterende arts mijn lot
een levenseindje verder ben ik feudje af en
de klos geëxtraheerd uit mijn baarmoedertje
het vruchtwatertje waarin ik dreef liep zo
met een sisser af opdat mijn zusje later wel
uit het zaaddiertje van papa samensmelten mag
met mama's eitjes waarmee zij wel het aan de stok
willen hebben in het beschutte sfeer gezinsleventje

Gelukkig wanneer ik aan
de dans van afscheiden
ontsnap geboren wordt
uit mama's schoot gewoon
haar schede of desnoods
een snede in haar buik
omdat ik toch een dwars
ligger bleek bij't bevallig

ik groei onder toeziend oog goed gemutst
voor galg en rad op in de welvaartsstaat
met huid en haar tot slot in kinderschaar
van eigen vlees en bloed steeds ouder
meer ouder en langzaamaan ook minder
mans tot dementje een ventje weer
die besluitenloos weer kraaien mag
als kinderlijkje afgedreven uit m'n lot
toch streven mag naar het levenseind
sterven omdat ik niet willeloos leven wil
veel eerder al bij vol verstand getekend
voor het leven in een vast contract hoe
waar en waarom een euthanasietje mij
teamverband als laatste avondmaal
kan worden toegediend, want papa
en mama uiteraard het is volbracht
mijn kinderen hebben mij gelukkig laten gaan.

dinsdag 6 december 2011

Hoe verzetten gaat

Vergeten hoe de zomertijd verzet werd
steeds vaker achterlopen in de winter
nooit op tijd verstrijken zitten wachten
trager maar steeds gejaagder haast
komt tekort aan tijd gelegen en van pas
uit de maat te blijven lopen met wat klopt
gaat schoorvoetend vloeken beter af
tot het voorjaar door breekt in de nacht
alles op tijd loopt gewoon met opstaan
ontwaken in de maat in het verstaan

Daar

Een boek met groetjes alsof uit een vriendschapsband
in slappe kaft gebonden iemand uit de kast komt
de dichter tot woorden uitgedrukt het leven naar zijn hand
zet en iedereen monddood maakt en zo kritiek verstomd

met dit en dat nog en misschien daarna ook nooit meer
het zijnde ziet vanuit een zwarte plek die onuitwisbaar
met hem mee groeit naar het einde tot één enkele keer
de vrees in lijn van duizend verzen uitbloeiend paar

-
L.V.

maandag 5 december 2011

De zelfdode

Het is niet duidelijk wat hij deed
toen hij zichzelf te pletter reed
dat hij klaargekomen was met leven
was duidelijk uitgezaaid in z'n schoot
spartelend aanwezig als de dood
toen hij door vrouwelijk gezag betrapt
zo met de hand aan zich erbij gelapt

ze was in vuur en vlam onverwacht
de dienstplicht uit volle borst volbracht
bezwangerd van een diepste wens
vervuld en pipetteerde suf en lens
het laatste levensteken uit z'n kruis
dat zij zo gretig neemt in d'r huis

de onvolprezen vermenigvuldig lust
verwekt uit het omgekomen bewust
zijn nakomelingschap zo herrezen
verneukt uit deze kreuk bewezen

Schonen

Alles is weer voor het weer
op de vlucht geslagen
sloten hebben er ook weer
schoon genoeg van
bermbeheer

alles raakt kant noch wal
natuurvriendelijk oeverloos
gevoel is in gestrekte termen
rechtlijnig uitgedost

de vlegels rusten al weer
op één oor te drogen
in winterslaap gesust
door al het ruimen

een rietzanger klaagt
steen en been zo
uitgezwaaid in tegenzin
hoe bitterkoud de tocht

iedere watergang is opgeleverd
de dekmantels tot pulp geklepeld
voor de wintergast er rust in ziet
verdwijnt zijn rietkraag in die zin

zondag 4 december 2011

Het stonk vandaag

Er waren weer veel vuile gedachten
het denkwerk ging uit
naar instortingsgevaar
van de aarde alles stond al
klaar het gevaar was onaf-
wendbaar in een oogopslag
toch speelde men het klaar
om het nog een hele dag uit-
te stellen dus bleef de stank
nog even hangen alvorens
alles nadien verdween.

donderdag 1 december 2011

Lichtzinnig

Naast me lopen tegels zetten en op-passen
langs de dichtgesnoeide hagen haken en ogen
daardoor heen tot littekens opengereten plekken
waar allicht nog een blik waardiger achter schuilt
twijfelwaardig in de tijd staan stillen tot taal verstomd
dan de woorden wikken in het twijggewas waar
ondoordringbaarheid in uitgelegd wordt op stenen
uitgeteld raken omdat het opvallen er niet toedoet

Cruciaal

Het pril geluk lag in de schoot
van de verwachtingen
te smachten naar genot
zonder enig weet van lot

dat genoten daaraan
met klaarkomen zich bond
aan onverhoeds leven

een verwachting die gewekt
langgerekt de eeuwigheid
herschiep van lotgevallen
die sneuvelden bij bosjes
aan hetzelfde euvel leven

dat geconsumeerd nu een
maal niet geschonken kan
maar slechts met volle teugen
weer een nageslacht aan zich
bond met inbinden van kaf

tot op het vel vol geschreven
tekenen die als tijdgeest dienden
van het vlekkeloos bestaansrecht
dat kalm rimpelend de aandacht
trekt van vele voldongen feiten

als het ware beter geloosd
uit zelfbevrediging in onschuld
verworpen zaaddier ja dat
als oud vuil ter aarde werd
besteld en afgedragen

-------
Maar wie, zonder zonde,
zou z'n eigen vlees en bloed
willen missen?

woensdag 30 november 2011

De bodem ingeslagen

Het was de verkeerde afslag die ik nam
Met ontgronden diep in mijn gedachten
Zat ik weken lang met aarde in mijn handen
Maakte ik de bodem tot mijn slaapstede
Een woon voor mij alleen zo groot genoeg
Dat ik daarin was blijven steken spa voor spade
Werd ik met omkeren behept te spitten
Kwam er onverhoedse stenen tegen
Zelfs schelpenbanken op z'n zachts
Maar eenmaal gebroken zat verdiept
In wereldse zaken die ik daar verder trof
Ik was getroffen nietszeggend zelfs
Toen geborgen alles daarin gezekerd was
En er een enorme hoop restte die ik opwierp
Zonder mij daarop te vestigen zat ik in de put

dinsdag 22 november 2011

Zwijgzaam

en luister eens naar de stilte die je omringt
en voel de leegte die daar schuilhoudt huishoudt zo je wilt
en bekruip eens dat gevoel wat je daar over houdt
en wees eens uitgeleefd weer in jezelf gekeerd
en kom eens thuis met waar ik woon
en wees zo eenzaam daar met mij

R

maandag 21 november 2011

Proeve van tijd

Het harde zoet en even doorbijten
tot het weeë zacht dat kleeft
aan het gehemelte dat alles
uit een rolletje in de weet
of de smaak zeer valt
te vergeten gelijk kiespijn
met wat je missen kan
door het nog eens op
te roepen met geweten
dat niet alles te koop is
ook al ligt het uitgestald
te wachten op je lust
die ene herinnering
te laten beklijven
in het gebit dat eens
daar
stevig doorheen beet

zaterdag 19 november 2011

Kou

Ze zijn als rook zo hun omgeven
door hun zelf omgeven gehuld

Ze zijn als door zichzelf gegeven
in rook weer opgegaan vervlucht

Zwart als rook in al het bewegen
zijn ze door zichzelf heen verkregen

Zo zijn ze in het leven een gepaard
in al de kroon gestoken hoog geschal

Ze zijn nu eenmaal jaargetijde vaste prik
in weerwil tot elkaar onverveerd gekomen

Losl open in de mist

Binnen schijnt de zon
nog even warmte te geven
buiten hangt een deken
mist te luchten bijna tegen
regen aan druipt de boom

zijn takken schoon
van blad ontdaan
door zoveel licht
trekken de latraans
vreemde sporen
bij't te water raken

de straten zijn ijsbanen
in weerschijn van de leegte
het uitgangsleven rust
bestorven in blikken
geworpen vuil op straat

Ik schop daar tegen

echo's blijken zeer gedempt
terug te geven waar het op
afliep tegen blinde muren
een gang als velen eindigt
doodlopend in de kiem

gesmoord komt het woord in vrij veld
tot leven van ondoordringbaarheid
door een schot hagel in het wilde
weg zijn alle dromen vervlogen
de geur verschroeit de aarde

het geluk zit wat ongemakkelijk tegen
naast me met op schoot het kliekje verveling
dat bepaald volgens de weerman gister
voor vandaag weer kortzichtig leven
alsof iedereen dat niet eerder wist

vrijdag 18 november 2011

Op aarde

Het leven sluit zich naadloos
als gordijnstof verstikkend
om mij heen ik neem
geen licht meer waar ik
in schemer heen verblind
op vreemde gronden
aangeland in het laatste
woon waar vensters toe
niets doen vermoeden
dat ooit opgelucht hier
de lucht zacht bewegen
de ademtocht toeliet
waaraan ik mijn ogen
sloot in zachte stroom
daarvan licht bewogen

donderdag 17 november 2011

Niet thuis

Ik heb niets in huis,
ik ben niet thuis
mijn huis is niet thuis
thuis heb ik geen huis

de uithuizigheid heeft plaats gevonden
dak- en thuisloze zorgen onomwonden
dat er geen speelruimte meer in zit
daar er geen speelhuis meer in is

thuis heb ik geen huis meer
mijn huis is niet thuis meer
Ik heb niets meer in huis,
ik ben hier niet meer thuis

woensdag 16 november 2011

De nachtkijker

De dag begint voor hem
als de nacht is uitgeweken

valt toch lichter uit dan hij
had bedacht als nachtbraker

met het doven nog
was hij het zicht

dat nu geboden
weer volledig kwijt

dinsdag 15 november 2011

Ampère

Een stroomstoot waardoor ik de schok ervoer
Liet mij ontwaken in de droom van werkelijkheid
Er speelde nog een spanningsveld daarover

Geen rol was weggelegd hoe kort en pover
Om toch de weerstand van het lot met spijt
Kussen in slaapstand is weg op mijn retour

Amper

Dit ternauwernood dat gebind nog natuurlijk stut
Het hemelsgewelf dat de hersenhelft naspeelt
Van keien in lemenvoet de eeuwen uit verveelt
Rust trager dan het rot de spanten zonder fut

Ampel

Weer zo'n dag dat je blijft hangen in het refrein
De zin er uit in duigen valt door de accoorden
Leven tegen de klippen op echoot in woorden
Alles bergafwaarts te pletter valt in het ravijn

Een wijl verpozen

Ik wil alleen niet zijn
meer dan zijn in worden
in mist wegebbend stem
geluid van deze roepende
vervagend tegen dit
achtergronddecor
ver wegdempenden
schreden die terug
treden in hun niets
dan zwijgende zerken
in afwerend harde tijd
ik wil alleen niet zijn
dat verpletterend refrein
van neergestorte zinnen
echo's wegstervend mijn

maandag 14 november 2011

Verraadseling

Leven, ik verzon
maar wat en dacht
ja, hier kan ik wel
mee leven toen
bleek ik de enige
die daar zichzelf
mee kon inleven
heb ik terug gegeven
waar't mee begon

zondag 13 november 2011

Weerijs

Het vrolijk water bekoelt tot dunne broosheid
vol gebroken verbeeldingen van beslagen lucht
tinten van de afgetuigde bomen staken zwart
schommelend in de woerd die trots verwoest

wat voor mij de oppervlakkigheid van leven geeft

een dunne werkelijkheid van kilte aangetrokken
ervoer ik vingertoppen van mijn kunnen door
en door de helderheid van stromen licht
dat oogluikende van het afstervend zomerkleed


--
R


zaterdag 12 november 2011

Dode in't plantsoen

Het klinkt bezopen maar hij overdreef niet
een neger zo te zien die eerder al vermist
nu zomaar in verwarde toestand dobberde
een vroege wandelaar ontmoette hem daar
maar het beeld daaraan sprak hem niet aan
ze hadden hem al opgegeven toen i weer
verscheen waar men niet vanuit was gegaan
dat hij het initiatief toonde in opwaartse kracht
om niet te verslaafd aan leven weer te water
te gaan al was de navelstreng toen beter
wellicht lag het daar allemaal wel aan

vrijdag 11 november 2011

Een nacht

als alle anderen
toen ik de dag had
afgebroken vielen
de bladeren van de bomen
verscheen aansluitend
de volle maan in een hallo
blauw overtrokken was de aarde
de ruiten in een witte waas
zagen daardoor niet
de nachtvorst komen
geheel beslagen ten ijs
een vliesdun verlangen
dat de spiegeling weerhield
stomverbaasd drongen geluiden
diep tot mij door in alle stilte
die ook aanbrak knapte hout
in lichte laaien van het vuur
dat iedereen doofde en
niemand geloofde het
verwarde hoofd
dat knikte aanstond
morgenrood en vroor
aan en bijzonder dood

Thuis 2

En dan zit je alles bij elkaar genomen err maar bij neer
Verdwaalt in weten en vergeten dat je ooit jezelf ben geweest
Er is geen plaats meer om in te wonen je past niet meer waarin je zat
Geen ruimte om je heen om ingevangen nog te leven je in te leven

Thuis

Ik droom weleens van plaatsen waar je eigenlijk niet van droom kan
Dan zit ik daar verzonken in dromen die daar niet bestaan
En wil ik daar wel zijn omdat het niet de dromen zijn waar ik van houd
Eindeloos te zijn waar niemand over dromen kan

donderdag 10 november 2011

Ruiken aan de regenboog

Bij mijn tankbeurt raakte ik
er vol van en dat luchtte op.
Reed aansluitend tweebaans,
dat zit me mee in tegenlicht

De vrachtwagens zijn prachtig
verkleurd vannacht zo onderweg.
Bij flarden worden wij onzichtbaar,
het verblindde in de tegenspraak.
Hoe of het zit stond in een vraagteken
onleesbaar vermeld op een snelweg.
Alles vastgelegd loopt de tijd tegen-
draads op de wegas weg wat mij
versteld. Dit is een ongeval
of toeval op zn minst in mist.


R

maandag 7 november 2011

't is al laat

en als de doods gaat
hij vanaf de straat
bergafwaarts daar
waar geen licht
het meer toelaat

dat leven een dieptepunt kent
heeft een ieder beminnelijk mens
tot de ochtend toe weleens beleefd
dat afscheid daarvan niet vervreemd

zondag 6 november 2011

In tussentijd

Soms is ze sluik en valt ze stijl achterover
dan heeft ze zonder opsmuk wallen
onder haar geloken oogleden
anders is weelderig golvend
alle kanten op een vol bos
en vol overgave ontstuimig
als de zee trekt ze dan dicht
en vlak voor mijn ogen recht
spiegelbeeldig weergeven glans
purper smaakt het onvermoeibaar
licht ontsnapt ternauwernood
aan haar uitgedoste haren
de kleur van verlokkelijk tegenlicht
dan oogt ze zilter dan ze smaakt
trekt wapperend zichzelf terug
in eb glad strand haar voorhoofd
waar eerder nog met tegenwind
een vloed van golven zich aftekenden
drijven nu op haar geloken gezicht
in kalme rustig dobberen haar dromen
aan mij voorbij terwijl ze slaapt
in een getijdenbewegelijkheid
haar ademhaling een briesje
zeewind dat nog in haar haren zit
ogen als schelpen omsloten parels
die niet gadeslaan maar altijd horen

Zekere dag

Op een dag heb je het wel gezien
je wist het al wel dat het bestond
zowel eerder dan later was er wel
toch kon je er toen wel mee leven
het was wel al was het welletjes
om daar aan wel toe te geven
was wel een dat van onvermogen
feitelijk was je onwel in die dagen
maar nu zit er wel op en ziet het
wel zo als het is in plaats van erin
andere dagen waar over je wel hoorde
waren schaars gekleed en wel
met wat warmte omgeven opwelde
een bron van leven dat is een wel
maar nu wel op of langs of over of in
de dagen je het wel voor gezien hebt
rest je slechts een nu vaarwel

zaterdag 5 november 2011

Gat in de wereld

Ik ben het wad
der zee in mij
spoelen zoveel
mensen aan
ze lijken allemaal
overdrijven ook
naamloos aan mij
voorbij met tijd
ik ben het wad
dat oeverloos
mensen neemt
voor wat ze zijn
ze zijn aan mij
voorbij gegaan
in alle gedaanten
vormen zij aan zij
daar alles mee
wat gezegd is
zijn zij een wad
in mij wat neerslaat
en begroeit raakt
met de tijd
die open haalt
in kreken vol
van pijn vergaat
Ik ben het wad
in mij gaan
alle mensen
voorbij

Dit alles onder ons gezegd

met compassie bovenover
scheert een kiekendief nabij
de dijkcoupure de kale kruin
en maalt nergens meer om
nu de muizen uitgekauwd
in braakballen zijn vereend

het water dik van leven
springt zilvervlies er boven
uit roeptekens krijsen
is een kwelder gegeven

traag verzinkt de zon
in gedachten aan de kim
verschijnt oranje geel
een vergezicht
dat afdroop in duister

vrijdag 4 november 2011

Ergens ginder

Ergens aan het einde ga je
in je koude kleren zitten
struikel je over een doodse stilte
trekt nauwsluitend zwart
bloedrood weg in een ondergang
in scene gezet plaatst zich een jager
die bruusk een lading afschiet
tegen een overdreven geluksvogel
zowaar een wintergast op doortocht
verloren in een oogwenk zit je
vanuit het andermaals een geloofsbelijdenis afsteken tegen een hoopvol
noodlot dat jou zojuist overkwam al was het met gemopper.

R

donderdag 3 november 2011

Zie 't maar zo

iedere dag is een gedicht gegeven
dat om de dooiedood tot leven
wordt gewekt met optekenen

tot het verval intreedt
met rasse schreden
of een lege vulpen

niets meer noteert
om deze indruk
weer te geven

R

Wat niet geneest

heelt ook niet
de blind geslagen ramen
waaruit licht ontbeert
om het gade slaan
hoe de uitgelezen tucht
weer heerst in dit
vergankelijk heden
te verstaan gegeven dit
pikt een winterkoning niet

R

November

Altijd vraagt oktober onbegrepen
kouder van een moment te leven
maar dit jaar is gezwegen
viel tegen het verkleuren aan
te lezen hoe november huishoudt
is te weten vindingrijker de dagvlinder
die van geen wijken weet hoe zeer
ook dit te verheugen valt bij 't blad

R

Ongegrepen

De dagen worden getekend door rag en mot
alles aangevreten rest van leven vergeten tot
vergaan in het kleinst vermalen van het zijn
de keuze is het lot waarin opgesloten fijn
nog onzichtbaar op het oog iets groen
het gloor van het herrijzen moet doen
geloven en beloven wat het inhoudt
hier te zijn vergeeld vergist verstout
tot enig onuitgesproken zicht op leven
uit de grond van het hart gegeven en
daarvan te eten om het even overleven

--
R

ik ben niet van papier!

dinsdag 1 november 2011

'k wou da'k wist

Ben ter scharlaken geraakt
iemand was daar omgekomen
die't zelf ook niet wist
de shit van het ontbinden
alles doodgewoon afgezet
overwoekerende gedachten
of klimop hoger daar
wel aardig stond
ten val gebracht in deze noot
verkeerde grijs gekleed
mn schaduwzijde waar
ik van afgeweken raak
zo te hoop gezet naast
graven op hun juiste plaats
lichter dagen nog een korter
stond hier te verdragen
ingewikkeld prikkeldraden kroon
gespannen om de toegang
te versperren waar 'k toe toog
-
R

Het was mistig

De bank zuchtte niet van verlichting
maar zat onrustig hard een vlaag
van bewustwording spraak me aan
stomverbaasd over zoveel was ik
te midden daarvan een luisterend oor
het vroeg of laat was gaande ter plaatse
juist op tijd of feitelijk wat later schoot
een gedachte me aan met hoe het
mij vergaat het ging zo als dat gaat
moeizaam is een eenzaam bestaan
een niet te verspelen zelfverdediging
het klaarde toen de mist optrok
maar helderder werd het er niet

maandag 31 oktober 2011

Het niets

Posted by Picasa

zondag 30 oktober 2011

De bekroning

> van het opvallend blad
> is de neergang dwarrelend
> nog ter aarde besteld
> prijkt de goude gloed
> van schoonheid ontdaan
> tot de laatste schaduw
> daarvan tot aarde vergaat
> in alles vervallend tegenlicht

vrijdag 28 oktober 2011

Omdat de dood niet overleven gaat

Winterslaap trekt trager door het land
de egel is zwaar onder de indruk
terwijl hij alleen maar te rusten gaat

blijft een stekelige aangelegenheid
wanneer de ingewanden op straat
liggen voor wakend oog van lijkenpikkers

die zwarter ook aan flarden gereden
een hectometertje verder gaan
dan het gelijk van de voortrazende tijd

woensdag 26 oktober 2011

Zwarte vleugels in de lucht speelden strepen na

Tteather oops theater was te lezen
toen ik hoog verheven keek naar de hemel
met mijn benen van textiel uitwaaierde
zag wat martelaren lopen in hun marathon
die ze van zichzelf verloren toen ze uittraden
in deze kleine werkelijkheid in reflecterend geel
in uitgedoste zolen verloren zij hun voetsporen
en ik mijn vol verstand in schrijffout hier
aan de dijk gezette balen stro kartonnen lucht
van zonnen in de pretogen van de koe

-
R

Een zucht van verlichting


dinsdag 25 oktober 2011

Zie't rot

Dampt geurig in blad
slinkt het weefsel weg
sijpelt bruin in dood
doordrenkt en kil
vruchtvlees druipt
de winter in de hoop
een gulzig vraatzuchtig
eerbetoon van haat
dat langzaam aan vergaat

R

maandag 24 oktober 2011

Saprotroof

'k heb de vergankelijkheid eens aangedaan
om te bezien of mij dat aansprak
't was niet,een strop,
dat ik daar niets waars trof
dan de leugen die verhaalde
dat de hoop, die ik zo naarstig zocht
gewoon ontbrak,
sinds tijden
was er geen waarheid meer hier
te bekennen het viel
me tegen dat ik van meer
steeds minder en van minder
steeds meer de echtheid zag
dat zo ontbonden rot nog
uitzicht bood op leven ik
hield het daar maar op.


R

zondag 23 oktober 2011

Muizen op sterk water rond deze tijd.

Al meer dan een jaar
of wat geleden
ontruimde we je huis en
kwamen je weer tegen
het viel zwart wit wat tegen

hoe helder ook de coupe
zeer fijn besneden
in plastiek gegoten
de bedrevenheid
van ingekleurd
hersenweefsel bleef
het een spinsel

het zeepaard uit jonger jaren
zwom al deccenia lang
gefixeerd in polyester
't stonk ternauwernood
naar formaldehyde

dat was naast muizenissen
van je hand goed vastgelegd
de anatomie van je bestaan
een recht dat niet ontnomen
zoveel doodskopschedels schiep
waar menig boekenkast
nu mee wordt ontluistert

ik herinner mij in
een uit hout gesneden
jachttafreel waaraan
een weitas gevuld
met trofeeën zat
zag als kind nog daar 
bloed uit stromen toen
het van de hand ging

je had ook dromen
opgeslagen in fijn
gereedschap als micrometer
waarmee ik nauwkeuriger nu 
met heel kleine tolerantie 
buitenom de maat neem

op het meetvlak de gedachte
tot de meetstift raakt waarmee
ik het gemis met de gevoelsknop
laat dat ik precies weer geef
zonder Abbé fout kan  aflezen

ik doe het ook meer
 behoedzamer dan ooit
omwille van het broze skelet 
daarvan niet te beschadigen 
ik misschien beter op m'n gevoel
de schuifmaat kunnen nemen 

( De zogenaamde Abbe-fout wordt voorkomen doordat het metende gedeelte precies in lijn ligt met de te meten maat.)

zaterdag 22 oktober 2011

Buiten mezelf

Al die mensen
zijn gewoon gebleven
en ik ben alleen
maar
weg
gegaan

zo breek je af
wat stond dat
niet zo tegen
viel voor het
was gevallen

De tijd dat alle onschuld wordt verkracht

Wat broos is wordt breekbaar
wat breekbaar is gesloopt

(bij't verstrijken in deze tijd)

eigenhandig verwondt het
aangezicht van de onschuld

in eigen waarde aangedaan
tot speelbal is het verleden

een oude vrouw die hiervoor
beschreven staat als metafoor

verheven slachtpartij op eigen
waarde kermt er nog een kind

daarbij


http://www.zie.nl/video/algemeen/Hoogbejaarde-vrouw-verkracht-in-Amsterdam/m1ezx30f5fhp

vrijdag 21 oktober 2011

Tegen de kaalheid is niets opgewassen

De naaktheid onthult zich in paparazzi
tot leeg verslaan dat uitholt tot gezwam
in molm en tot pulp vermalen zinnen
die miljarden verschransen in de lust

Op leeftijd

De jeugd trekt rimpelloos voorbij
maar iedere herinnering is alleen
voor mij voorbij terwijl hij daar
rustig onder blijft hoe ook tijd
geen vat meer op hem krijgt
ik in trager stroom steeds
sneller achter blijf zo ik herinnert
in mezelf steeds meer inkeer
maar nooit daarin vereenzelvig

donderdag 20 oktober 2011

Noodweer

de wind zet aan
breekt op glazen
zwiept het gras
de dichte aren
tegen de aarde

verzet in regen
felle halen streken
niets om de donder
laat luider licht

ontsteken in geweld
dat is geweken
van wrekend water
blijvend zwart
hemels weerkaatsen

De nooddruft

Iemand rolt achterste voren eruit
de schuifdeur door naar buiten
toe ontak daar in een behoefte
sfeer, de hunkering die was gezond

gelijk reeën die voor gaas gaan
in de beslotenheid van veiligheid
zichzelf gebonden weten in 't gevang

o lotgeval van rolstoel in het wrakke lijf
ontwaak als huurmoordenaar
uit de schoonheidsslaap om af
te maken waar het leven voorstaat

een lift die tot de hemelpoort gaat
omdat er niemand en niets tussentijds
het spoor verlaat dan omhoog
de eeuwige verhevenheid van dood
in wit gewaad daar in voorgaat.

Een vreemde gang

van zaken op z'n kop. Een emmer op de komposthoop.
Gaaf, geen ruimte aan in de lucht met de bodem boven,
die daarin, wat rond, hing als verzinkt zwart gat.
.
Een put die niemand het hoofd kan bieden met wat rupsen
scharrelend daarin, en wellicht er ook toe besloten,
voor broodnodige winterrust.

Dit alles doelbewust tot wederopstanding
uit de stronthoop rijpend tot een groot koolwitje.

Vanuit de groengele harigheid van vorig jaar, popt zij in haar dromen
uit de winter van dit schraal bestaan.
Daarin toch ook de sluipende dood, die slurpend
rondwaart en haar niet toestaat,
maar voor voldongen feiten plaatst;

dat leven nu eenmaal met parasieten omgeven niet bestaat. Anders
dan het te bebroeden en door te geven aan het kroost. De kinderen
uit de gedachtegang van alleen al uitgevreten leven,
voor de moord op heel het leven dat voortkomt
uit de eieren op de boerenkool.

woensdag 19 oktober 2011

Oudzaam

In dit snedig licht dat geen groef meer ongemoeid maakt
dan lachrimpels in het aangezicht van de dood
krimpt trager tegen beter weten in gelaten plooien
in de rust die zij tot zich neemt gebroken door

ragfijne vitrage schimmig overspel
neem mijn vingertoppen niet serieus
die zo strelend zacht beschrijven
op de tere huid beklijven liefst
in de hoedanigheid van leven

mond op mond zeer tongbedreven vereffenend besef
dat even sprakeloos geen taal meer opgewassen is
in dulden van die ene ademloze kus vergeven in dit
verzoenend ogenblik een glimp van hartstocht uitgedreven

maandag 17 oktober 2011

Hoog verheven (een doorsnede)














Hoe naakt ook

Als je had geweten
naast me had gelegen
had je ook kunnen weten
hoe naakt ook
ik iets te verbergen had
met geen kleed omgeven
was ik geweest in leven
nooit in staat te geven
dat in dieper zin bestaat
een ongeborgen deel
wat nooit uit zichzelf
kon komen tot staan
laat staan bestaan
een naast mij
liggend deel

Vanuit die harde ondergrond kom ik 
vanzelf voort gedreven als in gas omgeven 

omhoog gestuwd tot leven om zo ijl
weer te vervluchten in een nevel
die in zichzelf gekeerd weer oplost
ik niet meer bleek dan samengeperst
de lucht die adem vormt in alle kilte
uit iedere mond die mijn naam uitspreekt

zondag 16 oktober 2011

Stilstaan

Waar ik ook kom of ga
neem ik steeds meer
onafgemaakte dingen
waar ik ook ga of sta
neem ik steeds minder
herinneringen mee die
ik niet mee kon nemen
waar ik ook ga of sta

zaterdag 15 oktober 2011

Els heeft de katten voor volgend jaar

al klaar zo dwalend door wat symetrie van zevenblad
heeft de mens deze dagen meer aan structuur in het hoofd dan op papier
de wilgenman komt er bekaaid af dit jaar er spelen dan ook wat
muizenstaarten
door zn restanten haar
in es
wordt veel vertrapt
dat dun wat doorgeschoten was
vandaar de zekerheid van klimop
dat nog blijft terwijl
de schouwer zijn biezen bij elkaar harkt
en de voorbijganger het laatste riet
nog gade slaat
blijkt een struweel geruimd
aan onnut hout
een opstand die spotaan uitbrak
is zo gerooid tot stoppelveld
hier klaar gezet er breekt
nog een laatste twijg en
stil staat alles opgetast
tot volgend sprokkeljaar

R

vrijdag 14 oktober 2011

Dit aanzicht

waar Venus trager onder verbleekt
in rose aanzien van de tijd die rijst
tot lengten van dagen is geweest
in bloedrood gedrenkte vaagheid

schijnt nog licht bewogen twijg
net niet dauw berijpt het roerend
eens met weerszijde beschenen
zijn daar nachtvorst overvallen

werkelijkheid dat niets dit lot
tot wederkeren toe beweegt
anders dan een kille overgang
naar een onweeslijk andere tijd

Steeds meer

te rusten gelegde uren terwijl
alles slaapt en ik ontwaak in
licht van blauwe schijngestalten

Venus nog een baan beschrijft
bij volle maan vervagend bleek
de nachtwake een licht verblijf

van ademfris gestalte neem ik
mezelf opgelost van vragen
de vervluchtiging in't verdagen.

woensdag 12 oktober 2011

Bij klaarlichte nacht

Hallo maan zo vol
daarvan heeft het
de blauwe schijn
daaraan gegeven
dat mijn schaduw
zich scherp aftekent
zo afrekent met m'n
geweten krimpend
zwicht in nevel
van het overspel
waarin koelte daar
ik mee beweeg

Volhoopvol

Er is een hoop op te geven
zo heb ik dan ook gedaan
een hoop aan de kant gezet
wat hoop gegeven en ook gelaten
er lag een puinhoop aan
ten grondslag hoopgevend
aan elkaar met wanhoop
voor zegen bleek een hoop
leven een hopeloze zaak

dinsdag 11 oktober 2011

Tegenstrijdig

Er was een man
in mijn gevaren
die vroeg mij
nog hoe of ik
stond ik was
met stomheid
daardoor geslagen
heb het daar
maar bij gelaten

Er was een man
in mij ervaren
waardoor ik
vele jaren later
nog de vermoorde
onschuld speelde
toen zich allang
verveelde met wat
hij vond en naliet
met mij

ik heb de man in mij
begraven en zelfs
nog een oorkonde
aan bijgedragen
om te ervaren
hoe of dat stond

zondag 9 oktober 2011

Schoonschrift

Ik geloof dat ik tussen mn oren zit
inktvlek in mn eigen schoonschrift
wormstekerige oogappel tot de pit
het kaf dat van het koren is geschift
een rijper tijd dat in't fruit tot rot
aanzet in schil van zichzelf kapot
de kiem is waaruit terloops uitbot
toch eerst maar op de kou verzot


R

Ik heb me langzaam afgesloten

nog even stil gestaan en wat ontdaan
maar zonder wikken of wegen gegaan
wat lasten zijn heeft allemaal afgedaan
bij opkomend tij aflandige wind en zon
in mijn gezicht net doorbrak dat ik begon

zaterdag 8 oktober 2011

Stromen

Het zand loopt over't strand
van steltlopers sta je daar te kijken
hoe de zee krimpt naar het land
golf voor golf terugtrekkend stromen
bij't ontwaken weet ik
daarvan de voornaamwoorden
voorwerpen geven handreikend
daar verkleumd het zwijgen aan


R

Dromen

Klein boekje klein hoekje
ergens zeg een blad
zijde of honderd
dunne ingebonden
papieren vervuld van mij
zonder ooit er één woord
met de hand geschreven
daarin verstomd liggen
had ik maar één ronding
met tong die zong
een raking kunnen krijgen
ik zou ze uit die mond kussen
tot klanken keuren tot zinnen
die ik daarin hervond
van lippen afgesproken
wat ooit uit mij verstomd

Dit is van tweede orde

Zie de bui al hangen
neerslag op 't eerste gezicht
regenbogen buigen af
licht breekt ik wacht
af als de nacht
de wolkbreuk
wordt hiermee gedeeld

het scheelt dat ergens
de zon weer schijnt
al is dat voor even

valt er wel genoeg
al valt dat ook
weer tegen

Man met naald

't stak en spoot daardoor
brak en in de goot her
vond in koor de man
zijn draad van't verhaal
waarna hij verder is
gegaan met aan
eenrijgen van't bestaan

donderdag 6 oktober 2011

Het oorkonde

Een schrijffout die
in het oog springt
gelijk een aan rozendoornen

opengehaalde dag
die dieprood nog
verzonken lag te wachten
in een ochtendbries
vanuit de nacht
er sprak een oorkonde
uit het gebeente

de wilgentenen kromden er tegen
dat het zo licht opspeelde
toen het brak
sprak de knot me aan
hoe of het stond zo afgekapt
in dit bestaan toch
zo vergankelijk rot
met lettergrepen
aan een gebonden
een mand werd
vol fruit geoogst
te luister neergezet

Het groter voorkomen

Dit overkomen is goed
spelen met gedachten
nooit tot uitvoer komen
is dat meer dan goed
genoeg tot overwegen
leven dat je overkomt
gewoon voorkomen
meer niet dan dat

R

Ik wist dat i ging

Liep gister nog over van zand
voetsporen gesleten naar z'n hand
verging het hem zoals dat gaat
een tijdwijzer duidde hij aan
waarde licht bestoven z'n tred
doofde een indruk 
van silliconvalley uit

He had Jobs todo.

woensdag 5 oktober 2011

't is schier onmogelijk hier

De ondergelopen duinpan en dat riet
verankert zand tot duin op strand

een pril begin van aanwas wat je ziet
anders niet dat de zeereep verheft

tot luwte op het aanlandend gezicht
waar nog gevlucht uit weer en wind

het eens bekoorlijk naakte lijf
geborgen uitgestoven zandlichaam

niets meer dan verraad aan haar
aanwezigheid in kaal verlangen

van szomers hitte in dr schoot
geborgen kilte wat winterschuw
R

dinsdag 4 oktober 2011

Kust en keur

Men werpt een gedachte op die is gaan vliegeren.
De zeereep leest smakelijk gelijkmatig mee.
Het tandenknarsen kan beginnen.
Terwijl het water aan de lippen van de dollende hond staat die het
klaarspeelt aan te slaan.
Een bedenkelijk vergezicht verschiet van aanzien in de verbleekte zon,
tot in dit licht de lucht klaart en gezamenlijk optrekt met de
vloedlijn.
De standhouder legt het af en trekt aan zijn stutten. Tot volgend
jaar! Een jaar waarop de zomer wel wat eerder mag beginnen met
overspelen van het verlies van de gestrande badgast.
Vanuit de ondergestoven stadsbus, die niet met de halte klopt doven
zolangzamerhand de stalkaarsen. Nabij de fel rood uitgebeten
hondsrozen die in voorbijgaan pijnlijk bottelen gaat een opengehaalde
hardloper die een bloedspoor nalaat op de goede afloop van de
getijdebeweging die in zijn oorschelp naklinkt.

maandag 3 oktober 2011

2strijd

Vertel me eens
zijn er handen
die je huid uitlezen
je uit je vel laat spreken
iedere plek een plaats
weet te geven

Vertel me eens
is er al iemand
die je omgeeft
iemand van binnen
die aan je zit
het 'smorgens bij't
ontbijt nog dat de linker
niet weet dat de rechter
heeft genomen en geveld

vertel me
is er iets
dat ik niet weet
maar voor me zie
dat je dagen zin
krijgen in iedere vezel
iedere seconde smeken
geef me wat ik verdien
terug zoals ik
heb genomen
bij't vertrek
iemand terug
kan geven

zondag 2 oktober 2011

Een zomerdag

Denkend aan het rijp
ontwaak ik in een witte ochtend
een lucht die kleurde
de horizon rondom

er was nog niets herboren
het rijp bleek dauw
riet tot diamant
afgezette zwaarden

een nooit voltooide droom
hield de adem in van mij
een precies afgemeten tijd
volmaakte deze adempauze

tekort aan licht

Posted by Picasa

`Tekort aan licht

Tekort aan licht
een spreeuw inzicht
vooraf gegaan 
door de haan
stilte in de reiger
één auto raast
door de straat
'n beeldscherm pleegt 
huisvrede breuk 
verraad aan leven
graast een koe 
ontdaan van poten
wadend in de wei
flarden tekenen 
het landschap af
tot in de puntjes
zit de bank verlegen
leeg de stegen
in warmte omgeven
valt een salvo kauwen
uiteen in losse vogels
trager dan de tijd 
geurt de hemel rose
brak het aan door
te gaan 


















woensdag 28 september 2011

Man en boom met aangetroffen egel.


De dag brak door duizend flarden wolkendek, scheurde verder over de lichtweg

tot er een gouden baan over het asfalt heen mijn oogverblindend toescheen.

ik was getooid in dauwnat spinrag, geheel bevangen door het pad dat ik eerder doorlopend nog betrad,

alvorens ik in de gekte van het beslagen voertuig zat, van teveel geraas in paardenkrachten uitgedrukt,

me pas kon verwonderen hoe mooi een dag geboren was, in nevelen gewikkeld voor me lag waarop iemand eerder opgetogen de boom aan had gedaan,

ontstegen naar hierandermaals gelijktijdig met de uitgereden teneergeslagen egel, een stekelige aangelegenheid

de boom, één in de rij van velen, stond nog wat geblutst erbij in kleur verschoten abeel te spelen in een herfsttooi,

dat wat blikschade opleverde voor op oog van deze dag die toch verder hemelsblauw weer verder voor mij alleen opdoemde van alle stilte weg.


Je zou nog kunnen denken;

iemand is mij voor geweest bij't inhalen, wat anders ook wel op zijn pad gekomen was met z'n hoofd erbij houden. Maar dan wat later.

Ik ben op m'n dooie akkertje doorgereden naar een ander voorbestemde plaats,

lichtelijk ontdaan maar mist voor ogen, beneveld maar bevlogen, kortzichtiger maar helder bovenover, op deze toch wel stralende dag.

dinsdag 27 september 2011

Dit huis

dat alles wat los en vast zit aan elkaar kraakt
geen spijker ongemoeid maakt
met op z'n kop zetten van de tijd
die ongemerkt aan haar voorbij
zijn intrede deed met vlijt
tot er geen voeg meer overeind
het verband kon leggen hoe het erbij
stond om tot bouwval in te storten
als herinnering van hoop
op eigenaardige eindigheden

Geluid

Ik stond daar maar onzichtbaar binnen mijn gedachten
zette alles daarvoor in gang tot het fijnstof van m'n wezen
opgedragen aan een jongensdroom toen de wind opstak
en er beweging zat in de lichte belijning aan de horizon
verstomde terstond in nevel gevangen mijn gelaat
aanschouwde nog ternauwernood het ontwaken
waaruit de zon voorkomt dat ik een schaduw
achter mij laat liggen die ik eerder al verloor

zondag 25 september 2011

Blaartrekkend gemoterte

Het landschap hervindt zichzelf in alle rust
na dolende bejaarden op hun asfalteermachinerien

waarover veel identiteitcrisissen zijn verteerd
tot wezenloos verhelmde zwartgeblakerde koppen
in uniforme apentrots uitgedoste merktekenen

waarin de heer in uitgelezen TomTom ogen
vierkant de wereld beziet die snijdend
van uitgelatenheid in gaswolken doorklieft

gezeten op zijn koningspaardenkracht
praalt hij met z'n garde metgezellen
in slagorde gesteld hun onderhorig doel

tot onderscheidend onvermogen
van hun verder leeg bestaansrecht op deze
aardkloot van verstierde mannelijkheid

Zo! Dadelijk.

Even vlug nog wat vastleggen
voor later. Wanneer ik er niet meer toe doe,
blijft zodoende als herinnering in leven.
Een beeld van ik zag, of aanzag voor
een moment, dat verbleekt bleek,
zoals wel vaker voor kwam voor
het vervaagde wanneer je gaat. Het
moet wel ontbloten, blootleggen
hoe die naakte waarheid is. Alvorens
of voor-dat het daar-uit van-daan
werd weggenomen en vervloog.

Beparasiteerd negen twitterverzen


Ik had vandaag weer één die goed paste op een speld, minutienaald om precies. Alles zat goed, speelde kopje op de speld, verlijmd en wel. 1



Ik had in stereo het zo opgezet dat de vleugels nog vrijelijk fladderde wanneer ik ademhaalde van bovenaf, god was ik zo in gedachte, 2



liet leven na de dood toe in een luttel moment dat ik dit kleine knopje daarop de kop bekeek, zo klein dat het blote oog niet eens 3



wist dat het bestond. Ik was er door getroffen, geraakt, want het bestond eerder voor ik het vond, levend. Niemand wist het dat leven 4.



over het hoofd gezien, ooit was gelijk ik in wezen iets dat niet opgeprikt de dood ervoer door er zelf op uit te gaan tot steken. Parasiet 5



dat hier nu, misschien al voortgeplant, legboor voor me uitsteekt en uitlegt in gebarentaal hoe hoe stom het is om speldenknop te spelen. 6



Ik was bewogen en dacht het moet genoemd, een naam, beschreven, genoteerd, het eeuwige bestaan hierin. Maar vliesvleugelig was te nietig 7



Toen ik onverhoeds het tegen het hoofd stootte en brak tot stof geheel weer af. Mijn pen bewoog nog even tot een streepje, 8



achter deze dag dat ik vergeefs verslagen had tot datum in mijn dagboek zonder ooit te kunnen achterhalen wie voor mij daar was weggegrist 9




zaterdag 24 september 2011

Stremsel

Het was een mooie dag om weg te gaan
vertrek stond al voor ogen had de schedel
al kaal gekrapt de korsten zijn nu verhalen
verwondert verwond tegen het hard aangelopen
de dag brak aan dus was het wel gedaan

er zat iets aan me onderweg
stopte even keek achterom
maar tot mijn verbazing weg
ging ik weer wat verder
ontdaan naakt zonder meer
dat dat me nu nog raakte
trof me ongenaakbaar
immer zoals als alles
vervloog ook dit gewoon
tijdens het doorgaans
leven maar het stokte 
even om te vergeten  

vrijdag 23 september 2011

Raak

Je kunt het missen
maar dan nog
raakt het je niet

Je kunt het treffen
zoals je iemand ontmoet
in de kroeg

Je kunt het krijgen
met overkomen
maar ook dan

Houd je het niet
loop het gewoon
een eigen weg

Maar ook dan
blijft het bij je
ook dan kom je
nooit meer vanaf

woensdag 21 september 2011

Het stad als een huis

De traagheid van slapen van steen
met klagen van stramheid in benen
het geluid van darmen in straten
een oogopslag teneergeslagen
de voortstrompelende tijdgeest
weer een beest van honger
die vreest verlamd van bedelen
waaruit alle onderkomen ontbreekt
sloopt het leven
lui in het riool
met water vergiftigd
de baarmoeder uit

maandag 19 september 2011

Het was een vreemde stille avond

Licht scheen overal
wolken kleurden
als aarde lucht
was zwaarder
dan verwacht
de nacht die kwam
geheel in't zwart
bedekte zwijgend
alles af dat kwam
tot zover scheen
naar later bleek
alles vrijwel anders
niets meer zoals
het was zo zoals

dinsdag 13 september 2011

Kanaalpand

De schuit die nooit ophoudt
met voorbij gaan het stil
staan van de polpulieren
water dat schijnt geluiden
oevers die niet bestaan
terecht zijn is een kromme
gedachte aan de andere kant
het verhaal gaat verder waar
de weg afslaat en de zon
schijnt dat te weten lood
recht uitgemeten wordt
de wind uitgelijnd in streken
terwijl de fietser ongemerkt
daar aan voorbij gaat
zwijgend in het geblader
dat voort raast over verlichte
waterwegen onaf gebroken
wat zwaar weegt
werd hier weloverwogen
ter hand genomen
-
R

zondag 11 september 2011

Ontheem

Ik ben het huis dat in u woont
u uitwoont zoals u gaarne nog
uzelf daar ziet in tocht
van openslaande vensters
uit door kou bevangen kieren
u ervaart wat u niet bent
de afgemeten isolatiedeken
waar niets van warmte
meer tot doordringt
langzaamaan doorrot
tot iedere beschutting is geweken
en u daar dakloos in mij vertoefd
woedend buiten uzelf gekeerd

Landstreek

Met een slakkengang zijn de eeuwen aan een stuk door gedroomd
tot er flarden zijn bij een gedreven in stukjes rothout omwoelde
prikkeldraadpaaltjes waarin wespen knagen en koeien bij grazen
en nog meer hoornaars uit de binten van het landhuis kruipen
dat verder onbekommerd vervalt in oude in onbruik geraakte gewoonten
door tomeloze spanten van decennia verteerde aanspraken op nut
vanzelfsprekendheden die nog stilstaan bij de tijd die hier aan ten grondslag ligt
in het voorbijgaan van een stram strompelend blauwgekielde man die nog met werkelijkheidszin
behept uitlijnend met piekpaal en perk tegen de voorbijganger uitraast die alles vastlegt wat onbenoembaar steek houdt met verjaren en geen blik meerwaardig is.

zondag 28 augustus 2011

De nononses

Licht onzinnig in het hoofd
sprak mij wel aan in die zin.
dat leek wel stomverbaasd
te zijn met andere woorden.
Zo waar en zo voldongen
als dat klonk doet niemand
mij dat na pal voor 't slapen.
alles dooft tot droom dicht,
wordt dan domweg vergeten.

R

De stille stad







maar kijk daar
loopt lichtvoetig
een man alleen


hij staat nee hij
bestaat uit louter
weergegeven stilte
daar op straat


alles gaat 
aan hem voorbij
vallen de schaduwen
achter hem de dag in


niemand later nog
is zich bewust van hem
hij vergaat trager
in't licht van ontslapen


zaterdag 27 augustus 2011

Ik was wat

moed aan't verzamelen
toen door de regen heen
een schooltje spreeuwen
kwam aanstromen

ik zag bellenblazen op de weg
met zekere aandrang ging ik

over de geploegde aarde droomde
ik van koolwitjes nabij de havenmond
en verstomde terstond toen

verder zwart voor ogen ik
steenkolen aanzag daarvoor
brak alles op en ging tot aan
de horizon verschijnen

Wel verteerd te verstaan

De ingekorte uren ontwaken
uit een laffe droom
nachten opgelicht
in een ander verband
leven sleept van rijp naar rot
Scherp gericht valt
de dag naar binnen

op een gebroken venster na
zit de weerwil wat verlegen
opgehoopt heet afgebrand
opnieuw weggeteerde wegen
speelt het najaar helder geel
te weten werkelijkheden

donderdag 25 augustus 2011

Lokroep

was nog wat vergeten
kon niet bedenken wat

stond nog wat te luisteren
iets riep iets trok mij wel aan

gaf gehoor in volgen
al sprak dat mij niet

viel het ook niet tegen
bleef't in dezelfde staan

woensdag 24 augustus 2011

Dit is de dag waarop niets vast te leggen valt.
Alles staat zoals het is in het gelid, te wreed
om te bevriezen op de gevoelige plaat.

Kinderen als kauwtjes scholen weer samen.
De wegslak klinkt als malse drop smakelijk
wanneer ik er over ga. Zo ook de veldmuis,
heinde ver ontstolen spuit ze ingewanden
spanning uit.

De dode mug verdrinkt in't strottenhoofd
wat mij sprakeloos laat. Dansend over
kinderkopjes stuiter ik door de nevel

naar het volle licht. Dit is de dag waarop ik sta.
Gewoon versteld, van wat beweegt tot leven
is geweest. Een vlinderslag bij heldere hemel,
een vallend blad dat kringen nalaat. De flinter
dunne erfenis van alles even.

dinsdag 23 augustus 2011

Het is zo als je had

verwacht
verknipt
zinnen
worden
woorden
nooit tot
of ooit
toch of
toch niet
het is zo
ja zo is't
zo't zal
zijn

maandag 22 augustus 2011

Het Delfzijl

Ik zag mezelf terug
liep dwars door alles
heen en weer

er kwam een man
mijn evenbeeld
had drankprobleem
sprak mij aan

een mondvol
tanden op z'n minst
hoe hoog water
kwam las ik daar

er zaten vrouwen
op een terras
analoog heb ik
ze vastgelegd
de zee kabbelde
op de achtergrond

de leegstand
was mijn domein
geheugensteuntje
onder 't schedeldak

ik bood weerstand
in een oude loods
prachtige spanten
alweer straalbezopen
twee kerels aan't eind

maandag was ontzet
er dwaalde licht op
straat was niets
dan ik en daar
mezelf een paar
spiegelend sprekend
de kade brak mij
op de waterlijn af

zaterdag 20 augustus 2011

Tijdgeest

'k heb 't hart
uit de tijd gehaald
't klopt al langer niet
met de realiteit
erger nog het liep
ver achter bij
de werkelijkheid
stond stil bij
iedere rariteit
stokte tot slot
dat toen bleek
er geen tijd meer
was verstreken
tussen toen en thans
dat iedereen wist

(ze hadden er iets in los gemaakt
dat niet meer vast wou zitten toen
het brak vandaar uit is die onrust toen
gekomen die alles maar heeft weggehaald)

vrijdag 19 augustus 2011

Ogenblik

Net als voor een grafschrift staat te lezen
dit ogenblik dat voor de eeuwigheid op gaat
volledig uitgesleten regels als vloerbedekking
in een verder hol verblijf
waarin de kunst uiteengezet
in verdacht veel onbescheven wanden van ruimten zonder dak boven mn
hoofd
zoek beschutting tegen deze heilloze kreten daarop het kateter van het
leven
en niemand iets meer van paradijzelijkheid begrijpt


R

woensdag 17 augustus 2011

Onverzaagd

Ten noorden van is de leegte bedacht met slijk modder en een
dichtgeslibte zandbak waarover water heerst en lucht een spelletje
ademhalen speelt met andere elementen....

R

Dar gaan ze

Daar gaan de dochters afgevlogen
rijp bestoven op hun vlucht
de korf hun juk en lot tot overleven
smelt in wat was de raten samen
van hun vrij en zeer gebonden zijn
werksters voor 't leven op hemelend
gerief van najaarsframbozen zoet
in bijna bovenmenselijk geloven
aan elkaar in bloem naar bloem
geloven in elkaar hoe vruchtbaar
ook die enkele dar daargelaten
zij veroordeeld zijn voor't bestaan
-
R

Ervan- tussenuit

Er is ingebroken vannacht
iemand heeft daar wat ontstolen
wat van mij was
ik sprak die nacht
gebarentaal

mijn woorden waren mij ontvreemd
ik had daar geen woorden meer voor
mijn interieur is daarbij verwoest

droomde dat zo leeggehaald
ik wel weer de ruimte had
die ik ooit had ingenomen
maar daar verslikte ik me in
een bittere pil

ze hebben alles meegenomen
zelfs waar ik anders
met lege handen bijstond
stond ik nu wat onthand bij
weg te dromen
in een ondenkbare ruimte

ik had daarin een vers gesloten
wanden uit muren lucht opgetrokken
ademden daardoor alles heen

maar leeggehaald is daar nu niets
niets van over dan een vervlogen
opgedroogde woordenstroom:

(geannoteerd tijdens de inbraak
was één couplet me bijgebleven
waar ik voorstond)

De maan verlicht
een landschap
dat uit louter
wolken bestaat

ik loop daardoor
in regenboog blauw
gebogen banen voort

zie ademloos eender
nacht verschuiven
naar een verre horizon

ik verdwaal in licht
en droom mij dit
landschap voor eeuwig
dat opgelost zal zijn
in mijn wereld vol van
overdrijvend verlangen

en ik droom mij
een landschap
waar ik traag
in verander
ik droom mij
dat ik op ga
in de maan

-
R

Wat uit de achtergrond

staat voor me,
het zijn de dingen
om mij heen
gewikkeld ingewikkeld
lees ik ze een voor een
de een komt naar voren
steekt van wal in woorden
die ik lezen zal ik lees mee
het is de achtergrond
die vragen zal
of ik zo op de voorgrond
sta en antwoord nee
ik dring mij niet op
Weet alleen dat wat
te wachten staat zal wachten
tot ik het ontmoeten zal
het komt uit dingen voor't
die ik alleen alleen ik versta

Ik schets woorden

En nou en,
Wat dan nog
En was er nog iets?
Nee, en was genoeg.
Dat is dan twee letters.
Alstublieft.
U kunt afrekenen?
Nee, dat ken ik niet.
Ik kan dat afrekenen onmogelijk.
Laat staan, ooit van gehoord.
Waarmee ik zeggen wil,
dat de laatste acht regels
ook zonder kunnen.

maandag 15 augustus 2011

In zichzelf gekeerd

Achteraf bezien hoort hij
met z'n handen op zijn rug
niets meer
met z'n fel gekleurde sokken
sloft hij nogwel
de vooruitgang tegemoet
al verlies je daardoor
wel wat traanvocht
uit z'n oog

omdat hij wist
opdat hij wist
omdat hij had
geweten hij wist
en schreit voort

Toekomst

Zondagmiddag viertakt vijftigplus
dan is't wat om in alle rust
met z'n die daar te verstoren
op de noordpolderweg
al aardig op dreef
een hele klus
zo achter elkaar
aangezeten

zaterdag 13 augustus 2011

Van bovenaf vandaar

een kind dat achter een duif aangaat
een vrouw die in scheiding haar kleur verraad
Een nieuwe haring die langzamerhand in kruis vreemd gaat
Een vent die alles van bovenaf gade slaat
De kauw die friet raapt en er niet bij stilstaat
De martini die in falset de wereld van twaalf uur verslaat

Het stilleven van't ontbijt

Niets een op een

De mist hangt zwaar over het voorgedrukte landschap waarin zoveel
verloren staat maakt sprekend een verzwolgen indruk en doet me aan
nagelaten sporen afvallig dauw van bijna berijpte bladeren doet vermoeden
er was winterkou aan voorbij gegaan maar de dag mist niets aan warmte

vandaag ben ik de man van deze tijd uitstekend toebedeeld met oorsmeer
vanuit de reclamefolders doen de Hema en gelijktijdig de Ikea me aan
de wegen daarnaar leiden over gebaande paden nog niemand is
alles wordt maar er heerst nog diepte in de slapende rust

de zon heeft zich fraai afgezet tegen het einder waarop ook de Eemshaven rust
alles kabbelt aan of komt benepen boven drijven gelijktijdig met het oplossen daarvan
de zweem van 't ware leven heerst in jubelend gezang van opkrijsende kraaien
het kerkhof verguld van vele oude kastanjes spreekt daarover in grafzerken me aan

het coma van de nacht wordt wreed verstoord ik aanschouwelijk naakt
dat langs raast in een vrachtwagen combinatie de vrouw daarop grimlacht me aan
haar geschoren benen zijn gephotoshopt haast plastiek gelijk het dekzeil
waarop zij dromend ligt te kreunen in het wapperen van de kilte uit d'r schoot

het is begeerte die de man maakt in voorts stilstaande beeltenissen van een tijdgeest
die sprekend uit de bilboards knalt over driemaal vijf gezegend leven in de hoorn des overvloeds
ooit was ook dat land genezen van god en wemelde het van zwermen zedenpreken
uitgesproken door een herdersstam die eeuwige grazig brede jachttafrelen tekenden
op de achterhand van hongersdood
doe mij dit aan doe me dit aan doe me aan dat ik leedwezen gelijk de wereld me aandoet trekken van het lot dat zoveel mensen sterven in genot.

vrijdag 12 augustus 2011

Deze steen

Deze steen

donderdag 11 augustus 2011

Bakkie

De jaren vleide zich tegen z'n oorlel aan
omdat hij dacht dat daar de eeuwigheid uit sprak
golflengten lang kroop de ether aan hem voorbij
tot alles doofde wat daar uit voort kwam
hij had geen weet van de beweging
hoe de wind stil was gaan liggen
op een uitgevouwen blad
dat sprak voor zich zonder enige beweging
hoe onbeschreven of dit was
toen de wolken de maan verfraaide
in dorstlessende lichtbeelden
van de schoonheid die daar uitsprak
dat de aarde was ingenomen
door een wereldvreemde taal.

woensdag 10 augustus 2011

Laat de glazen helder

Wat je zoekt, kun je,
wanneer je uitgekeken bent,
vind je maar op één plaats terug.

Wanneer de glazen klinken
hoor helder hoe de tijd tikt
tussen, (wanneer jij?), dit
punt bereikt wat je bent.

Wat je bent vergeten kun niet
terug vinden op de plaatsen die je kent.

dinsdag 9 augustus 2011

Uit mijn hoofd

in die korte zinnen van verharen tot ik kaal blijf staren in mijn
achteruit waar donkere wolken samen doorpakken waarin ik regen herken
groeit het boven mijn voorhoofd tot witte donderkoppen heller veel
helderder dan ik droom komen ze uit of lossen op of in wat ik had
uitstaan toen gedichten uit de speaker klonken

R

maandag 8 augustus 2011

Comateus

Ik rij altijd zonder invloed
in dit maatschappelijk verkeer
couveuse leven in 't gedrang
beweeg soepel en lenig
de vluchtheuvels op
ken de snelwegen uit het hoofd
in vangrails bevangen
nog een dof doof blik
in hard glazen gedachten
bevangen van een doodrit

Onbezonnen bloemhoofd

Steelt leeghoofdig de show
leesblind het begoniahoofd
te spelen in een opwelling
van een rood zinnenbeeld

zondag 7 augustus 2011

Er is in alle openheid

aan ruimte geen gebrek
schaarste goed op het smalle pad
wordt in de bocht breed uitgelegd
zonder dat de weg gewezen
heeft alles hier het bij 't rechte end
verschiet de leegte opgeruimd
een horizon voor zover groen niet
verschoten wordt tot daarop 't oog
toereikend graanoogst bij tegenwind

Levensvatbaar

Je probeert nog wel wat
al weet je nog niet wat
is vatbaarheid niet je dat
schept geen verwachting
noch op hoop gevestigd
vals wat simpel was

zaterdag 6 augustus 2011

Wist

Vanuit niets wist hij
de leegte te verslaan
schim van regen
doordrongen leven
opgelost in schaduw-
beelden doorstond hij
daarin vertrouwend zwijgen
de passant van eeuwig
leven dat iedereen ongemoeid
verder meed in' t voorbij

Van horen zien en zwijgen

heb ik het gevoel de geur het weten uit bevrijdt
op tast uit fijnste hout gesneden de huid
gevormd tot snedig vorm dat beeldt
de eenheid in drieledig zijn van kern
en spint versneden deel waar ik in leef

-
R

Ak te grazennemend genomen

Het zal me aan de reet roest

Ik kreeg de schurft in vrij Nederland
alles mocht niets moest iedereen wou
hou van mij stond ook daarbij wat
hulpbehoevend aan de kant
ik dacht eerst nog duivels
het had 666 moeten zijn
lekker geilen op een platte tiet
niks verdriet van 555 gewoon
een neukeratief achteraf
zwarte mokkels merg op been
hongerdood als aperitief
naast de moderne mens
die sexspeciaal voor de inhoud
gaat ook over lijken bikkelhard
ik las het vijgenblaadje achteraf
toen iedereen bevelkt enal
ermee klaar gekomen was

vrijdag 5 augustus 2011

donderdag 4 augustus 2011

Voorwaar het houden

is geen lichtvoetig gesprek
voor deelgenoten moet je goed gebekt
in boerenzwaluwwoordjes vliegen
je laten doorklinken als in riet
het voorhoofd strijklicht heffen
durven kijken door facetogen
om alles intezien ja dan ben je
te kussen op overal
met schaamrode lippen
die vochtig niets nalaten
met ten strijde trekken
in het geurspoor
dat liefde in je oor zingt
van wijdse gebarentaal
tot verstilde engten
van een afgerond verhaal

woensdag 3 augustus 2011

Duister

Ik heb het licht gezien
toen het donker was
ik was naakt die nacht
dat het lichter was
ik ben afgedwaald
maar verder gegaan
ik was alleen maar
waar ik maar kon zijn

Doordraaien

Het lot van snijbonen

Zo recht door zee

Niets dan verte verder die honden vol blaffen
zo gekanaliseerd niets zien zitten is het hier
zittend op een kruispunt slaat alles af
links rechts rechts links niets recht door
zee alles weg van een wegenplan neemt
de ruimte in die afgestaan is aan leegte
er vliegen verwensingen over en weer
over de kraag die riet fileert in dit licht
verbleekt bleek naderhand stil te staan...

-
R

dinsdag 2 augustus 2011

De verboden toegang


Er is geen tijd
om van te leven

alles is al dood-
gewoon groen gerand
een binnenstebuiten 
gekeerd opgebaard
 opgedist gegeven

maandag 1 augustus 2011

Ze

Ze klimt als geen ander de dagen door
een zucht van verlichting komt daar
uit voort ze gaat voor't schemer uit
neemt afstand van 't nachtelijk decor
als afscheid legt ze haar oor te luister
in de warmte van haar schoot
vandaar heeft zij de toon gezet
wat onverlet nu leven schenkt
in lust voor heel 't aards volmaakte
zinnebeeld dat uit de schaduw rees

zondag 31 juli 2011

Spleet je?

Haar haar samen geknepen achter haar
tot staart verheven heft zij daar gestrekt
haar poedelnaakte rug recht en terecht
staan glaasjes afgewerkt in't gelid gesteld
naast mobiel pak met peuken en water
geflest wordt zij het lekkerst afgewerkt

alweer een date die't met haar deed
het meisje is een slodervosje dat je 't weet
slonsje snolletje zonder dat 't 'r speet
trekt ze haar scheur open tot 'n spleet
spaarvarkentje wassen ze is weer gereed
zit ze niet zo lekker in't vlees dat afgedankt
haar wordt voorgeschoteld opgerekt en afgewerkt
klaar is kees met leed van weer'n oost europees

Telkens

alsof op de hoede of de loer
van draaien of verdraaien
woorden zijn slechts woorden
zo gaan in de herhaling
zo gaat het zo vergaat het
het lege windloze bestaan
telkens iedere beweging
stil blijft stil blijft staan
-
R

Moeten missen

dat treffen bij't ontwaken
dat slapen bij't verlaten
dat telkens weer ontstaan
dat weer weet hebben
dat van eerder overtallig
dat van dagen en vergeten
ja dat doen telkens weer

R

Intens

Wat in mij omgaat
gaat niet om mij
maar van bijvallen
dat bij toeval wegvalt
een bodem van bestaan
hoe hard ook omdat
op dat zachte vallen
dat te moeten missen
-
R

Onwaardige vlam

Bij iedere aanwakkering dooft
geen vat heeft op het dorre loof
nog slechts tot opvonken in leven
smeult intens tot gloeirest zwarte vegen

R

zaterdag 30 juli 2011

In dit voorbijgaan

Niemand sprak mij tegen iemand sprak mij aan
in het voorbijgaan viel ik daarop gewoon gedeeld
belang gebroken in tweeën bleef ik daar staan
het was geen gezicht mezelf in te zien met wie
ik was zo anders om mezelf verlegen hiermee
sprak iemand mij tegen en niemand mij meer aan

dan wie dan ook wist ik o wist ik zo wis ik waar
ik wis ik die mij wist om wat ik wist uit het verleden
gelijk met wissen geweten ook missen mist in 't mistig heden