Op een dag heb je het wel gezien
je wist het al wel dat het bestond
zowel eerder dan later was er wel
toch kon je er toen wel mee leven
het was wel al was het welletjes
om daar aan wel toe te geven
was wel een dat van onvermogen
feitelijk was je onwel in die dagen
maar nu zit er wel op en ziet het
wel zo als het is in plaats van erin
andere dagen waar over je wel hoorde
waren schaars gekleed en wel
met wat warmte omgeven opwelde
een bron van leven dat is een wel
maar nu wel op of langs of over of in
de dagen je het wel voor gezien hebt
rest je slechts een nu vaarwel