op de vlucht geslagen
sloten hebben er ook weer
schoon genoeg van
bermbeheer
alles raakt kant noch wal
natuurvriendelijk oeverloos
gevoel is in gestrekte termen
rechtlijnig uitgedost
de vlegels rusten al weer
op één oor te drogen
in winterslaap gesust
door al het ruimen
een rietzanger klaagt
steen en been zo
uitgezwaaid in tegenzin
hoe bitterkoud de tocht
iedere watergang is opgeleverd
de dekmantels tot pulp geklepeld
voor de wintergast er rust in ziet
verdwijnt zijn rietkraag in die zin