zaterdag 31 juli 2010

Buitenstaander

Rondhout in een onmetelijke
met regen gevulde ruimte

daarin de staander drager
van dit dak een onderkomen

vanwaaruit kosteloos toegang
wordt verschaft naar wegen

die in een nauw verband
met aan weerzijde kort gemaaid

zeer overzichtelijk gras
het is alleen op het oog gericht

om over gebaande paden hier
vrijheid in vogelvlucht te nemen

het is overal binnen
een besloten ruimte
met rondom glas

De benen nemen

De benen nemen is nimmer
zo uitstekend geweest
dan daar tussen in gelegen
het houvast van taal verstaan

verheven tot in één moment
begrepen dat op de huid
verstreken het woord dat
daarop staande hield

met in begrip van uit de voeten
maken datgeen verbonden weet
is in een spoor van stilzwijgen
nooit van zelfsprekend zijn

maar altijd willen horen tot wat
toch onverstoorbaar toeval heet
met uitsluiten wat niet gebeurt

Wat werd

Jouwert wordt
nooit Usquert
want Wadwert
wordt nooit wat

We rukken uit

Vergenoegzaam komt weer uit de schulp
sleurt zich nu de tijd is glad gestreken
weer uiten in buiten lichaamlijk
schaamhaarloos volksvermaak
van mateloos vermaterialiseerde
waardeloze kil
gehulde iconen
nu de tijd dat je met alleen
met uitblinkend van baan
veranderen kon benaderen
terwijl juist nu rechts ook
verplicht is gesteld conform
de regels wat jolijt
de verveling breed uitmeet

Zoals je kwam en ging

Een spoor van kleding uittrok
Een naakte waarheid om antwoord vroeg
Het je weer aantrok voor je vertrok
Niet van je stuk gebracht graniet
Hoe toch in de wind geslagen sloeg
Een tot wolkbreuk gezogen lied
Ons in stilstaand water achterliet
Daarop in een eindeloos verschiet

En toen zij uitsliep

Het was alsof ze erin was
daarna een moeder die haar kind wiegt
in het maanlicht scheen verlicht
haar dun bewolkt gezicht trok
in blauw van schaduw er overheen
ze sliep daar in de branding
van haar ademhaling diep
met niets dan golven
in weerkaatsing op de toppen
schittering van her-inneren
waar een steen verdrinkt
doorspeelt een rimpelende ring
uit de tedere hand ontsnapt
die zonder enig gerucht dooft
in koele schijn van't spiegelend grijs
vlak de wind ging liggen door woorden
wijs gedrongen in de oever verzinkt

----
Vrij een eigen uitsneden uit "Mei"

vrijdag 30 juli 2010

Aan't oppervlak

Ik mis de zinnen
om de huid
van het gedicht
de woorden
die de longen
de letters bloed
ogen lucht en oren
warmte laten horen
wat er in coupletten
leeft en zingt
raaskalt nu in weten
het gewetenloze
dat dichter weet te zijn
in alle nietzeggendheid of
desnoods levenslang

refrein

Boom

Je zeeft licht tot schaduwbeeldjes
vlekjeskoorts op deze grond
een wiegeliedje  voor het oog
ik zie het stralen groene schijn
dat koel de boom weergeeft
niet groter dan de kroon
loop ik er gewoon doorheen
ergens eindig op de toppen
blijf ik steken in de volle zon

Heer vergeef me, ik weet wel wat ik doe.

Aangeboden

Heb de Heer, uw God,
lief met heel uw hart
met heel uw ziel
met heel uw verstand.
Daaraan de laatste zes
geboden: "heb uw naaste
lief als uzelf."
U bent mij en ik ben U
Wij hebben geen zonden
In alle vlees en bloed
Zolang wij in het reine zijn
Onszelf in alles met wie wij
Delen

Wie loopt aan gene zijde

Het hellend vlak een kreukelzones
met kattenstaarten opgehouden
baanbrekend aafalt en nog zowat
taluut waar niet zo zeer beleden
wordt dan is genoten verweerde
woorden juist gekozen vervlogen

donderdag 29 juli 2010

Kleinnood

De zon die door de wolken breekt
neerslag daarvan 't schaduwbeeld
vocht dat naar de hemel rijkt
een tocht die altijd overwaait
daar waart een slaper doorheen
voeten bloemrijk 't hoofd opsteekt
siert tot in de kruin de kroon
gespannen glad bekleedt tegemoet
dat vrolijk erover heen glijdt

Opzouten

Het zout dat de huid uit
stroomt gehoor geeft
aan de smaak

uit het leven dat zichzelf
tegen spreekt
aan de ander geeft

zo zuiver uitgekristalliseerd
de gedachten langs de oevers
van bewustzijn ijs laat dooien
het kookpunt verhoogd daarin
gesmolten het al om aanwezig
zijn en er weer verdwijnt

Het is vreemd gegaan

Het vastleggen vergeten te maken
op de indrukken van blank vlees
naar binnen waar ontstolen vrucht
de lusten susten die gerust
de gang gingen van de uit
de hand gelopen genegen
heden was een wat verlegen
oogwenk die neerstreek
op kussens van toonbeelden
alle tijdperken te buiten weten
waardigheid schreed traag
langzij snijdend water door
klieft uit de mond ontstolen
woorden die niet over de tong
van voorbij getrokken hoos

een denkrimpel water plooide
sierlijk in basalt gekrulde zinnen
maar tijdloos gebeiteld stonden
golvend op gevonden levenswegen
zij aan zij die veel verder gingen
tijdloos de tijd lieten verstrijken
voorbijgaande lichte sporen
-----
o, vrij vertaald u mee eens
hoe uitgedrukt in woorden
wij nu toch nog waren

maandag 26 juli 2010

Heel llink

Het is zover afgelopen
met duurzaamheden
als enkelvoudig onder
worpen aan het publiek
bestel plas sterk in één
enkel zeikstraaltje wistte
'n illusie uit 'n rot gevoel
voor 'n nieuw omroepende
stem in de woestijn van zin

Sari

Onderweg tot tweemaal
trof ik haar waar ik liep
schreed zij voort teneer
geslagen voelde ik haar
ogen over mijn tenen
dwalen haar gezicht
een verstild gelaat
omlijst zwart versteld
achterover haar strak
naar de grond gericht
ging zij aan mij voorbij
ik begreep ten voeten
uit hier wist iemand
hoe ik verder afloop

Onmetelijjke gelijkheid

Er dobbert een onmetelijke grijsheid
over mij voorbij waaruit
een reinigende gedachte ontspringt
zoals je wel eens in een andere taal
als bron van leven leest
of een voorjaarsregen lichtheid
dat geen vogel beweert te doen
waarvoor het een leven leidt
zingend niet voor het gehoor
maar louter het in luister zetten
van het territoor dat zich
tot mijn wereld verhoudt
ik indringerender dan ooit
het ruisen zie als een decor
van opgewassen oorzakelijk
heden speels en bloedserieus
gekrakeel dit ganse leven
aan de randen van de poel
die verzonken in zichzelf
het water behoudt .

zondag 25 juli 2010

Ongemotoriseerd

Klonk de akker nog zachtaardig
door hardleerse hand bewerkte aarde

de zware wissel eisde zijn tol
getrokken in diep doorleefde sporen
verliep alles stilzwijgend
in beschermde waarden

geen steen des aanstoot
vormde nog een doorn in het oog
zoals nu er altijd iets lelijks
voor gebouwd wordt
al is het nog zo mooi

overheerst de nevel en zie
ieder bouwvallig verleden
weerklinkt in het geraas
de motor van de economie

(zonder brandstof teerde alles op de hand)

Ik schonk

vergeving zwart als koffie bitter
gelijk de eerste die je ooit dronk
weerspiegelend beeld
van de geschonkene
een grimas van gedachten
vloog voorbij vertrouwen
heerst het houden
dat bij veelvuldig drinken
de smaak in alle volheid schenkt

zaterdag 24 juli 2010

De maat slaan

deed je met 1 vinger 2 ging met trommelen gepaard een vruchtbaar stel
om 1 2 3 de toon te zetten in een 4 kwartsmaat wat bleef was de duim
omhoog om mee te liften op het gehoor dat je met je eigen oren niet
geloofde een vreemd handgebaar dat nergens op sloeg dan op je smoel
omdat je toonsoort anders klonk dan ouders konden verdragen het
luchtledige kreeg vat op je in een vlucht naar zeker - heden

vrijdag 23 juli 2010

Iaipot

Leerde lopen
op eigen benen staan
vijftien een geluksgetal
een vrije val los
hangende haren
achterop je fiets
nam je de wereld waar
een bagagedrager zwaar
van wat achter moest laten
om alles los te laten
niets was meer waard
niets kwam tot bedaren
met alles waar nu
een pril begin vastgeroest
zit nooit zo mobiel
gebonden stilstaat

woensdag 21 juli 2010

Dat eeuwig knagen

Mansoor te luister gezet toonbeeld
van onverzaagd knagen het geweten
dat nooit sust hoeveel gehoorgangen
ook door oorwormen gedicht blijven
gapend gepaard aan de molm van het uitgehold bestaan een hoopje zaagsel
dat verraad hoe zeer uitgediept
het met afgezaagd leven vergaat

maandag 19 juli 2010

Het nieuwe sterven

(Je huist niet meer in dit leven)

Doodgewoon een allerdaags verschijnsel,
jij hebt niet veel meer om het lijf.
Er speelt immers een boom van een gedachte
dwars doorheen. Het schiet wortel
of sterft langzaam af. Dan verander je
in distelveld en pluist nog even uit
of de wind je te grazen wil nemen
met voortplanten. Wat uitgesloten leek.
In al die andere gevallen
verijl je een vers of wat
op papier, een steen, een laatste zin
daarin weergegeven snik. Gelijk
herinneren een pijnboom, of om het even
ander naaldhout, Zwarte els of Ruwe berk.
Voor het leven of wat jij daar op P
tweeduizend zeven nog van maken wilt.
Hier op dit festivalterrein voor overledenen
wordt alle jaren, natuurlijk, springlevend
doorgefeest. Misschien ben ik daar later wel
die poel des verderf vol leven of
naar de kroon gestoten doodgewoon.

Ik stel me voor
dat ik hier
doodleuk
door je heen kan lopen,

want er is hier zittend
op die stronk niet meer
dood dan levend. Er vlinderen
wat gedachten rond in de vorm van gehakkelde aurelia dag
pauwoog atalanta en gamma uilen. En ik
werd gestoken door een bodemmug.
Misschien was jij dat wel: Nu echt dood
geslagen. Een laatste levensteken
druppel van mijn eigen bloed.
Dat klinkt natuurlijk ook
weer afgezaagd. Doodgewoon
levensvatbaar om bij jezelf uit te komen behoef je alleen maar
rechtdoor een doodlopend stuk bos te lopen daar
staan levensbomen tussen
puinkegels van dit bestaan

zondag 18 juli 2010

de keuze

zon of schaduwzijde
ik zou gaan voor bossen
me laten verrassen 
door de invallen 
die het me geeft
eerder dan de zon
overgoten zijde
die stralend 
me telkens omgeeft 
met warmte zonder 
verbazing wekken 
door omdringerigheid 

donderdag 15 juli 2010

Egels in het kolenhok

De Etna blakend zwart
gooide nog net roet in het eten
de zakpijp was door
de schoorsteenveger vergeten
laaiend waren ze je zat
voor de zoveelste keer
op je blote knieën
voor het zwarte gat

sneed aan twee kanten
het weer zat tegen
maar ook de vergeten
nikkebokker een plaaggeest
in die tijd deed het af met
drollenvanger verstreken

trok Goes de olieboer het antraciet
over de stoep een spoor
dat jutte naliet verdiende kritiek
op zulk één kleine schaal
toen bij't storten de wintergast
opgeschrokken liet lopen

de race tegen de tijd
was gelopen de dienst werd uitgemaakt
door koper waar vreemd genoeg
antracietkleurig een haard geplaatst
de gasmeter liet tollen met valium

de huisvrouw was herboren zorgenkind
terwijl uit de voegen een stad ontsproot
nieuw west gedoopt waar zoveel hoop
vervlogen als dat er geluk geboren
door de drogisterij uitgedokterd werd

woensdag 14 juli 2010

Oranje

Het enige wat het mensdom
voor ogen staat is
een schaduwloos heet
geblakerd terras
ontbost van iedere luwte
slechts goed voor genot
dat zich het naakt
uitstrekkend lijf verschaft

te weten

dat de natuur uit zijn naam
verdreven is de zee van tijd
een leeg hemels blauw paveljoen
water een beton omgeven poel
en palmen wuivende plastic
tegen verdorren het eeuwige
groene leven op maatgesneden
eten vanuit een ruimte
in een toekomst uit
een koelkast geserveerde
minerale wonderschone levensstroom
van de laatst gevelde levensboom

dinsdag 13 juli 2010

Knar

Halverwege op een doorbroken dijk gezeten
ik las achterhuis' boom des levens gaat dood begreep dat eerder geen
ding bewoog
sprak ik mezelf tegen dat vrijwel overal
een levensboom tot in een hart van aarde
woelt maar niet meer in dit land
dat het paradijs verkwanseld voor oud ijzer

weg geborgen couplet

Doodlopend de weg die nergens toeleidt
je telkens afslaat omdat je weet
dat daar geen eind aankomt
zolang die weg op niets uitloopt
wat zo genoegzaam uitkomt

met wie je die weg deelt
zo nu en dan mee afslaat
om iedere keer er samen
weer alleen uit te komen

dat het nergens toe leidt
dan wat je zo nu en dan
samen op dreef treft
op pad daar bij elkaar
treft in avondrood
onderweg bij elkaar
deelt op die verder
onbewoonbare
doodlopende weg

die oplost uit de armen
van de nacht verder
in de prille morgenstond
schuilgaand achter lover
uit alle ooghoeken onttrokken
die eeuwig bevrijdende
vrijblijvende weg

Die verrotte eik

Die daar voor mij stond: schakel tussen hemel en aarde. Wat een gebrek
om zo de onderwereld kortgesloten te zien met hemelse gewelf. Daar
doorheen speelde licht uit de kroon op de grond voor mijn voeten
gelijk mijn gedachten die wensten te aarden. Eikel tussen de eikels
hopend op een kiemkrachtig plekje voedingsbodem.

Wodan's eik, die machtig nog de takken wijd verspreid mijn lach
omsloot toen bleek dat deze boom de eeuwen trotseerde als
Paardenkastanje. Deze reus was de tel behoorlijk kwijt. Zoveel lentes
weet ik me gezekerd aan de idee dat krachten tot in het hart van de
aarde doorgroeide tot een hemels streven dat gelijk de klauw aan
machtige pols tevens zuil betrof van het hemelse gewelf. Dat alles nu,
van bladerdek tot bladaarde was rot. De eeuwigheid stond op het punt
van instorten. Zo werd het ultieme levensteken een levendbedreigde
grafrede. De nadagen tot in dit voorjaar uitgedragen zou de zomer niet
eens overleven.
Een bliksemschicht trof doel en raakte mij ik raakte opgewonden aldus.
Bevlogen zeer hoog bevlogen sloegen de vlammen uit mijn hersenstam die
ik rijkelijk verwarde met de molm, het weeig vlees dat eens hout was
van ongekende macht. Mijn tong spoog nog: dit is een godswonder dat om
zich heen sloeg terwijl ik wortel schoot. Zo diepdrongen bevlogen
raakte ik over de gerui'de kruin die ontdaan van al het dode hout mij
liet sprokkelen om een levensteken van de uitgewaaide kroon. Getuige
deze vleesboom met hersenstam die ik werd terwijl mijn fontonel
wagenwijd geopend de zonnesteken toeliet op mijn kruin. Het deed pijn
om zo roerloos door mijn gedachten te bladeren die al juniruiend van
overtollig dracht ontdaan vruchtbaar bleken. Zie de mens, hier sta ik
voor paal wortel te schieten naast een boomlijk. Mijn gedachten
vervliedend voor bij zien schieten omdat nooit meer dingen kunnen
worden op een manier waaruit ik ze optekende. Mijn huid weerbarstig
vol gekrast met liefdestekenen van allerlei bevalligheden die hun
wensen in mij boorden. Een glimp viel me op die naast me kiemde, het
bleek een narcis die in plaats van bolgewas uit zaad opschoot.
Vergewiste mij dat ik me vergiste met wie ik was en zag genoegzaam hoe
gering in eenvoud ik een gedachtebepaling bleek meer gevoelsmatig dan
verhout een bloemsteel van zeer bederfelijke aard met jaarlijkse
terugkomgarantie onder mijn eigen opgestoken droomkroongetuigenis.

De grond van een rede tot bestaan

De boom die hemel
met aarde verbindt

de zuil van water
de vezel van leven
die jaar voor jaar
in ringen beschreven

het verleden verliest
een toekomstbeeld
wat hier ten gronde
wordt gericht
wordt beslecht
gewetenloos gewist

Geen poot

Nog wat overladen van de kap
die me voor ogen gesteld werd
per buizen post alles vertaald
in nullen en enen blijft het vleselijk
leven onafwendbaar een ziek gegeven

de delver naar het goud
van aarde spuugt zijn gif
de hyper met zijn pilsnerogen
werpt oceanen met zijn blikken dood
de broodzager kapt nimmer onverzaagd
zijn tanden bloot schreeuwend

het bos moet dood
de zee moet dood
het land moet dood
het water dood

alles moet geschikt voor ons
een leeg bestaansrecht opleveren
om krom van het kreperen af
te leren waar de drift
tot zeggingskracht onszelf
een laatste exposure
van de vermoordde onschuld

Satanisch

Nu Lucifer zijn tong weer schichtig uitsteekt
het vuur de hemelse gewelven uit likt
op een zo begeerlijk dijklichaam
ontwaard de polder een slangenlijf
dat lenig en soepel haar gang
naar het oosten gaat

over de wateren het gebod te kijk
gezet in aanbouw is als blikvanger
op een houtribhoogte die ontnomen is
uit het openbaar lichaam van de Flevopolder

maandag 12 juli 2010

Broei

Met de geur van bosaardbeitjes
door de openslaande ramen
een zomerlichte bries wat tinten
blauw lila in de overheersende tuin
een feest van dit weer talrijk gerief
aan zintuiglijk leven waarop het gehoor
een koortje merels de ruimte inneemt
neemt in omvang ook het gedonder toe
dat zich aandient op een rose rode wolk
ophemelend om het even zacht buitje
warm water kille stortbui of
een vervaarlijke ontgoocheling
in een stortvloed hagelstenen

zondag 11 juli 2010

Op vrije voeten

Ben je vrij moet je komen
wil je vrijen moet je er zijn
is bevrijden te ontlastend
moet je de vrijheid nemen
zoals een vrijheidsbeeld na verzet
zich gewroken vrijgevochten weet
--

Slechts weinigen

is het gegeven te begrijpen
wat gras bindt meer nog
talrijk zelfs zij die zijn
vergeten hen waar onder
de verdenking rust van aarde
zij die wereldwijd sterven
maar nooit uitgestorven raken
in het weten van wie voor ons
de lasten dragen om herinnering
te zijn
--

Gesnopen

De bezopen schoonheid
van de nacht waarin alles
verzadigd uit ontsnapt
de dienstbare druppel
tegen de dorst
die wordt gelest
een zweefvlieg geeft weer les
het dorre blad van dagen smachten
hangt verzadigd vochtig af een soldaatje
paradeert verdwaast op zoek
naar legioenen luizen
de pels van de rozen af
alles kleurt zachtaardig
in de wind met prille stralen
van vergankelijkheid schudt de dag
zich droog weer naar omhoog
dat geknikt leek voor het leven
richt zich op de zon
--

zaterdag 10 juli 2010

Putje

En dan lees je Hollands Diep met glossy's op je wangen over Mulders en
hun ballen. Kerels zijn het bijna zeker. Zonder poten geen tafels of
stoelen, afgezaagd....een verhaal apart. Vervuld van taal, een spel om
mee te spelen. Terwijl het juist zo goed ging tussen al die
kippenvelverhalen waar ik niet warm of lauw van werd. Een zekere
Dijkshoorn sprak nog over Buddingh die hem dichter maakte met een
spruitjeslucht.
Alles valt samen zeer gevat te lezen, vergis je niet in de pornorama
van de letteren, de beelddrager en lingerie. Ieder verhaal staat
uitgelezen goed wat actueel in de vitrine. Daar tussen zwarte
geblakeerd zilverwerk en Brosso opgepoetst koper glanst de weggelegde
proza het opgelapt gedicht. De problematiek van Kooten die de Franse
dichter uit het Engels in Nederlands vertaald herleest struikelend
over de frisson. Ik bleef steken in de wrangheid van Wijnbergen en hoe
uitgeknepen barre voets hij de PvdA beziet. Vier bladzijden
inhoudsopgaven gaat diep en kleurenblind verdiep ik mij in de zevende
hemel van Mulish die gelukkig ook van honden hield. De flutterigheid
hoe het zijn kalverliefde verging interesseerde me geen sier. Toch las
ik door. Op zoek naar dat spoorde hoop die 6,95 terug te verdienen.
Hoe toch liefde, wat nu dat toch is, terwijl vriendschap overstijgend
alles is. Uiteindelijk het ultiemste deel, het ding dat in haar gleed
terwijl zij langzaamaan zich opende, ontsloot. Dat delen met wat
liefde aan elkaar geschreven heet met hebben. Bezittelijk zonder het
te houden met wat vast in je zit, beaamde Oral. Zo terug verdiend.
--

vrijdag 9 juli 2010

Verstreken

Veel verder nog
in het verleden
ligt die plek
waar jij niet langs kunt
komen het heet verstreken
zo'n streek die bijna tijdloos
is gehaast voorbij
als licht door de bomen
mist om je ogen ongrijpbaar
licht verstreken vreemd
genoeg zo
onbereikbaar
dat met je ogen
dicht een retourtje koopt
er al bent maar bij openen
weer retour soms
in je dromen
dan is zij je andere hand
iemand die in één adem
uitgelezen iemand die in je
is geweest
maar met je ogen
dicht weer naast je ligt
--

Steekwoord

Je schrijft in woorden blind
voor ogen die niet spreken
kunnen monden die niets zien
luisteren voor oren naar gebaren
taal waaruit niets tastbaars
voelt dan handen op jouw huid
--

donderdag 8 juli 2010

Ontdopen

Het maagdenvlies brak
in het voorportaal begeestigd
spookte de leider met gebarentaal
hield een prietpraat in lekentaal
voor het proletariaat waar hij geheiligd
in klaar kwam toen godszegen
hem met open armen ontving prevelend
hoe ontzagwekkend zijne heerlijkheid
genot schonk aan een kind
dat op zijn knieën nog
hem ontving met de passie
van handreiking van de goede heer
die herder zijn verkeerd begreep
--

woensdag 7 juli 2010

Naar het oosten toe

Alles hel met erop
een toefje blauw je loopt
krassen op je trommelvliezen
op van kauwtjes
alles wordt eenzijdig belicht
er schijnt lucht
gegeven te worden aan koren
halmen wiegen zachtjes
daarop de maat
niemand stoort zich
nog aan slagschaduwen
nog aan het ontwaken
uit de slaap gewekt
is de gewoonste zaak
voor het allerdaagse
bekommernissen waar
iedereen graag voor uitkomt
goudgele wanen
voor de dag ermee
op reis of voorop
de behouden vaart
--

dinsdag 6 juli 2010

Geen titel

Om te beginnen
zou het hier moeten stoppen
want wat is een vers
zonder kop erop
hoe moet je zoiets stoppen
daar is geen beginnen
aan het einde zoek
het zou in de lucht blijven
wolkendek in avondrood
een gelofte van de populier
aan het pluis dat alles
levensvatbaar is zolang
het asfalt er niet lag
maar nu overdreven wit
van ten dode opgeschreven zaad
het levenslicht ziet als heldendood
in de kiem gesmoord
zo vergaan
meer niet dan dat
roemloos zonder kop
--

Oneven wielen

Voor het evenwicht gaat het nogwel
met drie de aandacht verzet zich
dan een tandje blijft er wat verveling
achter fietst
de gezelligheid vrolijk voor je uit
als de aandacht dan verzaakt en
in het schakelen steeds je achterraakt
de tijd de benen neemt haar aandachr
geen gelegenheid meer geeft en
zich zo verdeelt dat jij niet meer weet
dan sloofje spelen
raak je al snel uitgeteld
op priemgetallen met kiezen zonder delen
voor jezelf als uitruilbaar wisselgeld
waar met gemak betaald wordt
met gelijke munt en om het even
jij een ander bent
--

maandag 5 juli 2010

Bos

Gaten waar nog licht door brandt
schaduwen verlengen tot een silhouet gestalten van de nacht ontwaken
geluiden die de stilte beamen
een man die hier zo vol van is
was uitgesproken het is zoals verwacht
--

De weerwil

Er brak koud zweet uit
een plaag van rillen
men verloor zichzelf
de graadmeter wees uit
even als de barometer
die uitsloeg
niets was meer
wat het leek was ook
maar steeds minder
men hield hoop
op wat gevestigd was
al was dat niet meer
--

zondag 4 juli 2010

Duinpan

Fietsend naar Bloemendaal
langs dennen die halverwege
de weg kwijt vergeten
zijn hoe verstoven duinpannen
werden vastgelegd
overwoekerd door grauwe abelen
waarvan afgeleid helemaal het spoor bijster
de liefde gutste als uit oude open wonden
dat bleek achterlatend onsterfelijk
vlees van de herinnering
uitvloeide tot een een tapijt
kruipwilgentenen
waarin zij overleed aan het eeuwige
vergeten hoe meidoorns nog
afsteken tegen een blauwe hemel
alles opging zelfs deze tijddoden
die weer tot leven komen.
--

zaterdag 3 juli 2010

Tweedehandse

Hergebruikwoorden uit de eerste hand leenwoorden in de herhaling
om alles heen geslagen
om nogeens over te doen
dit is taal in de halve finale
in de bronsgieterij waar tin
en koper samen komen
in de gietmal van de stalen tijd
ontmantelt tot een nieuwe huid
van horensdol toe gescherpt oor
--

Aanwinst

Iets tegen betaling omwille van
het onderpand laten halen en brengen
niet verlost van enige indruk
speelt vanaf de eerste dag een grote rol waakt over nietszeggendheden
alsof het gisteren niet bestond
maakt van vandaag een sport
een dwaalspoor heel gezond
--