daarna een moeder die haar kind wiegt
in het maanlicht scheen verlicht
haar dun bewolkt gezicht trok
in blauw van schaduw er overheen
ze sliep daar in de branding
van haar ademhaling diep
met niets dan golven
in weerkaatsing op de toppen
schittering van her-inneren
waar een steen verdrinkt
doorspeelt een rimpelende ring
uit de tedere hand ontsnapt
die zonder enig gerucht dooft
in koele schijn van't spiegelend grijs
vlak de wind ging liggen door woorden
wijs gedrongen in de oever verzinkt
----
Vrij een eigen uitsneden uit "Mei"