De bezopen schoonheid
van de nacht waarin alles
verzadigd uit ontsnapt
de dienstbare druppel
tegen de dorst
die wordt gelest
een zweefvlieg geeft weer les
het dorre blad van dagen smachten
hangt verzadigd vochtig af een soldaatje
paradeert verdwaast op zoek
naar legioenen luizen
de pels van de rozen af
alles kleurt zachtaardig
in de wind met prille stralen
van vergankelijkheid schudt de dag
zich droog weer naar omhoog
dat geknikt leek voor het leven
richt zich op de zon
--