De nacht stolt met doven van de vlam
op de lont van het afbrandend bestaan
men weet zich dageraad vertrouwt
in te winnen bij de wederopstanding
van het licht en wordt er bovendien gelovig van dat alles zichtbaar doorloopt tot dat uitputtend alles groen voor ogen tooit waar tegen tekeer en te weer gesteld kan worden dat met warm in de zon weer alles vloeibaar is om ware het regen opgelost van alles te stromen in de lucht die rakelings doorgaat fluisteren dat dit je ademtocht is van het leven dat je omgeeft.
dinsdag 31 juli 2012
maandag 30 juli 2012
In alle rust heerst ruimte
Kijk je hoort de stilte
in het riet je naam
fluiten het is de vogel
van hetzelfde liedje
dat je door haar voelt
wanneer je huid ontbloot
gelegd op je ochtend
bedauwd gemoed
aldaar op hoop.
zondag 29 juli 2012
De voordrachtkunst
Zij boezemt veel ontzag in de presentatie
het vers beweegt zich losjes op en neer
wanneer de adem stokt staakt ook de adem
in het publiek, een diepe zucht snakt naar
bevrijding het feest van de ritmiek begint
in trage beweging volgen ogenparen haar
in volle overtuiging van de goede inborst
die versnelt een hoogte punt bereikt slaakt
wederom menig met een diepe blikvanger
er schijnt veel muze te ontspruiten in't gehoor
ieder mannelijk lid verstijft een beetje
tot de spanning breekt in hopla de volta
een nieuw begin er staan nog velen
met succes te popelen voor handtekening
van dit moment waarop de dans ontsprong
in zegge en schrijven het vod bij't verlaten
kladje op de grond dat verlept en uitgelezen
geen weerslag vond in de hertaling
zaterdag 28 juli 2012
vrijdag 27 juli 2012
Hoor de traplopers komen (lispelend tergend traag).
Daarop kan ik horen hoe laat het is, wie zal komen en wie niet.
Het zijn de deurschanieren en de schaduwen en kieren die
omver gedrukt, weggedrukt weer te voorschijn komen zoals ik zie
is het de bovenste trede die het meest verraad pleegt
iedere keerzijde kent z'n noordzijde een verduisteringsluier
waar tussen de ratten in het riet tijd viel te verbijten
zelfs kuikens werden gegeten terwijl het oude verrot
langs dreef, een vlot vol maden dat op exploderen stond
de inkennigheid van winkeliers met haarklovend instinct
werd bekostigd met stuivers en centen de huiver ook
liep ermee weg om in zonde te vervallen van de overspelige
hand die onbetaald het pand verliet met opgescheept jatwerk
de ruiten braken door een tijdgewricht in spiegelbeelden
alles leed aan twijfel niet was met de zekerheid van boud
gesteld maar stond op losse schroefdraden hoorndol
te tollen naar de nieuwste vergankelijkheid van leven
alles week voor even of nog vlugger opgeprikt voor vergankelijkheid
de spreuken van de zondeval kwamen zedenprekerig in de nesten
voortgedreven op de dronken drift voorbij gereden hunkerend
o over-o onver-draagbaar vlees verteerd van lusten en begeerten
van dertien hoog sprong een oude bekende de eeuwigheid in
uit de gaaskooien op nul hoog ontsnapten dromen van de zolder
heet van zomer bitter van winter woest van tucht hunkerend
naar de herdenkingsfeesten op de graven van het oude zeer
de maalstroom van de asfalteermachine kwam op dreef
afstandvretend straatbeeld verslindend afgestompt verzet
reed door het overvolle stadsdeel van de afgeleefde tijd
alles sleet steels in overspelige feestgeweekt gewoel geweest
de spleten wreed ochtendlicht sneden oogleden diep
van nachtdiensten in teer en pek verziekt lichamelijk gerief
wrak maar mak in tam waterpas geplaatste bak zwom
de paringsdrift in luwe territoria van glas de laatste ronde
de uitwoonplaats van benauwde geesten buldogde nog
grimassend met hun gekke bekkentrekken de aandacht
op de leegloop van tirades van het geestdodend woord
het smolt als boter op het schap uit de verpakking iemand
sliep wijdbeens verkracht in park een roes uit in het schaamdelen.
Het zijn de deurschanieren en de schaduwen en kieren die
omver gedrukt, weggedrukt weer te voorschijn komen zoals ik zie
is het de bovenste trede die het meest verraad pleegt
iedere keerzijde kent z'n noordzijde een verduisteringsluier
waar tussen de ratten in het riet tijd viel te verbijten
zelfs kuikens werden gegeten terwijl het oude verrot
langs dreef, een vlot vol maden dat op exploderen stond
de inkennigheid van winkeliers met haarklovend instinct
werd bekostigd met stuivers en centen de huiver ook
liep ermee weg om in zonde te vervallen van de overspelige
hand die onbetaald het pand verliet met opgescheept jatwerk
de ruiten braken door een tijdgewricht in spiegelbeelden
alles leed aan twijfel niet was met de zekerheid van boud
gesteld maar stond op losse schroefdraden hoorndol
te tollen naar de nieuwste vergankelijkheid van leven
alles week voor even of nog vlugger opgeprikt voor vergankelijkheid
de spreuken van de zondeval kwamen zedenprekerig in de nesten
voortgedreven op de dronken drift voorbij gereden hunkerend
o over-o onver-draagbaar vlees verteerd van lusten en begeerten
van dertien hoog sprong een oude bekende de eeuwigheid in
uit de gaaskooien op nul hoog ontsnapten dromen van de zolder
heet van zomer bitter van winter woest van tucht hunkerend
naar de herdenkingsfeesten op de graven van het oude zeer
de maalstroom van de asfalteermachine kwam op dreef
afstandvretend straatbeeld verslindend afgestompt verzet
reed door het overvolle stadsdeel van de afgeleefde tijd
alles sleet steels in overspelige feestgeweekt gewoel geweest
de spleten wreed ochtendlicht sneden oogleden diep
van nachtdiensten in teer en pek verziekt lichamelijk gerief
wrak maar mak in tam waterpas geplaatste bak zwom
de paringsdrift in luwe territoria van glas de laatste ronde
de uitwoonplaats van benauwde geesten buldogde nog
grimassend met hun gekke bekkentrekken de aandacht
op de leegloop van tirades van het geestdodend woord
het smolt als boter op het schap uit de verpakking iemand
sliep wijdbeens verkracht in park een roes uit in het schaamdelen.
donderdag 26 juli 2012
Meute
Ze paarden samen tot ze een waren
klaar kwamen en opbaarde wat hen
ten deel gevallen was een lotgeval
dat tegenviel na de ontsluiting weinig
meer een openbaring dat ontsproot
uit de zinsnede leek verdacht veel
op een afgestoken zedenpreek
De hellenveeg heeft overspel gepleegd
was haar nazaat zijn zaad haar kiem
maar gesmoord bij't blastomeer dan hier
tentoongesteld voor het ontluisterend
oor ten gehore gebracht te worden
De dichter stond voor paal in plaats
van rust dit vers gebakken wicht
dat geheel niet van vreemde smet
ontdaan meer inboorling leek
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Welke spermazoid was hier toegesneld
had de eicel voor zijn kwak weggekaapt
wat voor zaaddier of mute was hier
leverancier van dit zwarte zaad dat in haar
schoot ontsproot tot spruit om zo de muze
te verkrachten tot één zinnelijk maarliederlijk
valse kloot wat feitelijk zijn sierlijk
geslachtsdeel ten deel had moeten vallen
in haar poëzie is nu verworden tot kutstreek
van iets dat zelfs qua vorm een ballade
onwaardig bleek een drol van kleur
Het riekte naar verloedering in haar meest
baarmoederlijke zin hoe toch een feut uit
louter lust verwekt onder het genot van wanen
zuchtend en steunend van gekreun
de bezoedelde clitoris wist te misleiden
terwijl zo fluïde als de allerhoogste sfeer
Zijn goddelijk lid voor lul te laat liet begaan
nu zijn naam zelfs draagt terwijl het vrije vers
al menig maagd van haar illusie ontnam
de muze van de ware poëet te bedienen
gelijk een hoer slechts voor de sier
het decor was van Miss gangbang
van waaruit welgeschapen maar mis
vormt de ware aard van ars poëtica droop.
klaar kwamen en opbaarde wat hen
ten deel gevallen was een lotgeval
dat tegenviel na de ontsluiting weinig
meer een openbaring dat ontsproot
uit de zinsnede leek verdacht veel
op een afgestoken zedenpreek
De hellenveeg heeft overspel gepleegd
was haar nazaat zijn zaad haar kiem
maar gesmoord bij't blastomeer dan hier
tentoongesteld voor het ontluisterend
oor ten gehore gebracht te worden
De dichter stond voor paal in plaats
van rust dit vers gebakken wicht
dat geheel niet van vreemde smet
ontdaan meer inboorling leek
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Welke spermazoid was hier toegesneld
had de eicel voor zijn kwak weggekaapt
wat voor zaaddier of mute was hier
leverancier van dit zwarte zaad dat in haar
schoot ontsproot tot spruit om zo de muze
te verkrachten tot één zinnelijk maarliederlijk
valse kloot wat feitelijk zijn sierlijk
geslachtsdeel ten deel had moeten vallen
in haar poëzie is nu verworden tot kutstreek
van iets dat zelfs qua vorm een ballade
onwaardig bleek een drol van kleur
Het riekte naar verloedering in haar meest
baarmoederlijke zin hoe toch een feut uit
louter lust verwekt onder het genot van wanen
zuchtend en steunend van gekreun
de bezoedelde clitoris wist te misleiden
terwijl zo fluïde als de allerhoogste sfeer
Zijn goddelijk lid voor lul te laat liet begaan
nu zijn naam zelfs draagt terwijl het vrije vers
al menig maagd van haar illusie ontnam
de muze van de ware poëet te bedienen
gelijk een hoer slechts voor de sier
het decor was van Miss gangbang
van waaruit welgeschapen maar mis
vormt de ware aard van ars poëtica droop.
woensdag 25 juli 2012
Mijn tijd ruikt naar rook
Het komt van vreemde schappen uit vreemde handen
sigarenroker bewierookte landen in een taal die vertaald
nog net is te verstaan, het verslaat de verzen uit de vreemde
in romantische romanstijl getypeerde lettertypen van de stilist
preciezer verwoordde wik gewogen figuren dansen woorden
bij elkaar in beeldjes van de hersenschors gekerfde zinnen
waartoe leven waarom leven waardoor leven er toe doet
>
>
sigarenroker bewierookte landen in een taal die vertaald
nog net is te verstaan, het verslaat de verzen uit de vreemde
in romantische romanstijl getypeerde lettertypen van de stilist
preciezer verwoordde wik gewogen figuren dansen woorden
bij elkaar in beeldjes van de hersenschors gekerfde zinnen
waartoe leven waarom leven waardoor leven er toe doet
>
>
dinsdag 24 juli 2012
Kijkaan
een wijde blik. Zo een om naar te staren.
Dat brengt het absoluut niet dichterbij.
In tegendeel veel verder weg is niet te halen.
Hier ginder is voorbij de bocht wat uitgeweken.
Het einder is in zicht, maar nooit goed te bepalen.
Een afstand schep je hier vandaan om af te halen,
opdat de helderheid opzicht voldoende uitzicht biedt,
om naderhand nog eens te bepalen hoe ver het is.
Dat brengt het absoluut niet dichterbij.
In tegendeel veel verder weg is niet te halen.
Hier ginder is voorbij de bocht wat uitgeweken.
Het einder is in zicht, maar nooit goed te bepalen.
Een afstand schep je hier vandaan om af te halen,
opdat de helderheid opzicht voldoende uitzicht biedt,
om naderhand nog eens te bepalen hoe ver het is.
Immens
Er stak een been buiten het kozijn
het balkon bungelde er wat loom bij
schaduw sjokte langs de gevelsteen
onopgelost vervlakte alles in strijklicht
Hij slenterde de tijd binnen naar een zerk
die hier ergens moet zijn neergelegd
een gespreid bedje herinnerde hij zich
opnieuw is zij in hem waarlijk herrezen
De hal diende wijdmonds als voorportaal
entree naar binnen voor hen die gaarne
eerdaags wensen uit te treden afgedane
kroongetuigen van leven hier op aard
De rolator was't beste mobiel althans
er waren hulpmiddelen bij verkrijgbaar
een supermarkt vol gedachten te verstouwen
met zwenkwieltjes voor het ontwijken
Beneden was het feest, iemand werd bejaard
of uitgezwaaid of beter gemaakt daarmee
personeel herdacht een heugelijk feit zo
opgetogen luidt de prijs voor twee
Heel gemeen zo'n plaats van samenkomen
veel bekomst gezellig het spel dat werd gespeeld
zij wees op haar ene been dat meer gekleurd
van meet af aan met hem mee was gegaan
Hij dacht daar aan gebeiteld zij is nimmer
van mijn zijde geweken alle mensen
er ontstak een heilig vuur ja waarlijk
zij is in deze heer opgestaan het licht
Het doofde juist op tijd voor het aanzien
van de laatste zon stralend zo die dag
dat einde hier ja daar dat licht er zo maar
ingeslopen en met vergiffenis omgebracht.
het balkon bungelde er wat loom bij
schaduw sjokte langs de gevelsteen
onopgelost vervlakte alles in strijklicht
Hij slenterde de tijd binnen naar een zerk
die hier ergens moet zijn neergelegd
een gespreid bedje herinnerde hij zich
opnieuw is zij in hem waarlijk herrezen
De hal diende wijdmonds als voorportaal
entree naar binnen voor hen die gaarne
eerdaags wensen uit te treden afgedane
kroongetuigen van leven hier op aard
De rolator was't beste mobiel althans
er waren hulpmiddelen bij verkrijgbaar
een supermarkt vol gedachten te verstouwen
met zwenkwieltjes voor het ontwijken
Beneden was het feest, iemand werd bejaard
of uitgezwaaid of beter gemaakt daarmee
personeel herdacht een heugelijk feit zo
opgetogen luidt de prijs voor twee
Heel gemeen zo'n plaats van samenkomen
veel bekomst gezellig het spel dat werd gespeeld
zij wees op haar ene been dat meer gekleurd
van meet af aan met hem mee was gegaan
Hij dacht daar aan gebeiteld zij is nimmer
van mijn zijde geweken alle mensen
er ontstak een heilig vuur ja waarlijk
zij is in deze heer opgestaan het licht
Het doofde juist op tijd voor het aanzien
van de laatste zon stralend zo die dag
dat einde hier ja daar dat licht er zo maar
ingeslopen en met vergiffenis omgebracht.
Droog brood
Hij kan een ieder dood wanen in zijn pennenstreek,
Wenst zich een publiek met heupenkoppen al was't
maar voor hun lange broek en zakken die het op
moet houden voor het geval dat welvoegelijk spreekt
haar moet het bij hem doen, vooral lang en veel
iets uit zijn mond steekt of vreemd genoeg beklijft
pal daar onder in zijn geest wordt woord brood
speeksel vloeiend taal beklonken in tafelwijn
een festijn is hij met harde noten in klaar bokaal
ik verwar hem dus maak
een ezelsbruggetje klaar
waarover een kissing disease
alles aan hem zo
vleselijk overdrachtelijk maakt
toen ik zijn onderbuik las
in overwichtelijke zin toch
wat fragiel op een fietstocht
naar Rome ging met een Russin
bevroor toch alles niet zo zwart
op wit en minzaam in die zin.
<~ILP~>
Wenst zich een publiek met heupenkoppen al was't
maar voor hun lange broek en zakken die het op
moet houden voor het geval dat welvoegelijk spreekt
haar moet het bij hem doen, vooral lang en veel
iets uit zijn mond steekt of vreemd genoeg beklijft
pal daar onder in zijn geest wordt woord brood
speeksel vloeiend taal beklonken in tafelwijn
een festijn is hij met harde noten in klaar bokaal
ik verwar hem dus maak
een ezelsbruggetje klaar
waarover een kissing disease
alles aan hem zo
vleselijk overdrachtelijk maakt
toen ik zijn onderbuik las
in overwichtelijke zin toch
wat fragiel op een fietstocht
naar Rome ging met een Russin
bevroor toch alles niet zo zwart
op wit en minzaam in die zin.
<~ILP~>
Ik zag hem daar voor aan
Al niet meer dan een meander
verslingert door de snelweg
van de drenthe's Aa
Hij had een kopstoot over-
leefde liep of laafde zich nabij
de slag van de witte molen
overleeft ging aan mij voorbij
Zijn schapen graasden de dag
naast razende voorbijgangers
voor dag en dauw maar door
de tijd ontbrak net als een plooi
uit zijn afgedragen colbert
Hem geen dasspeld op brevier
of mouw onwijs gaaf gedicht
dan hoe de omloop afleidde
onder een brede water vaart
toch hersteld stroomdal bleef.
verslingert door de snelweg
van de drenthe's Aa
Hij had een kopstoot over-
leefde liep of laafde zich nabij
de slag van de witte molen
overleeft ging aan mij voorbij
Zijn schapen graasden de dag
naast razende voorbijgangers
voor dag en dauw maar door
de tijd ontbrak net als een plooi
uit zijn afgedragen colbert
Hem geen dasspeld op brevier
of mouw onwijs gaaf gedicht
dan hoe de omloop afleidde
onder een brede water vaart
toch hersteld stroomdal bleef.
maandag 23 juli 2012
TT
Je denkt aan Assen en trapt er in.
Het was van eerder, "toen".
Daar ging het over, en, je raakte
er niet meer vanaf. De woorden
zwermden als wilde bijen die zin
hadden gezet op een nieuwe taal.
Beschreven op een presenteerblaadje,
soms zelfs op een repetitiestand.
aaneengeregen invlogen tot een hoop
van leven in een klein verband.
Ik zag het wel zitten
in die geest
van wedijveren met de noodzaak
van liguster luisteren in de haagpreek.
Of dan toch nog het laatste woord hebben
bij de man die vrij dacht te zijn. Maar even
zo goed z'n engel voorbij zag komen.
Naar later bleek, de koningin. Die was
er wel eventjes op uitgetrokken
toen ik nog zedig toekeek
naar bestuivingsmechanismen was zij
in hogere sferen
in totaal andere orde
aan het bevruchten
geslagen.
Ik stond
gebeiteld aan de grond
genageld bij de drachtplanten
nadien mezelf slechts af te vragen.
Het was van eerder, "toen".
Daar ging het over, en, je raakte
er niet meer vanaf. De woorden
zwermden als wilde bijen die zin
hadden gezet op een nieuwe taal.
Beschreven op een presenteerblaadje,
soms zelfs op een repetitiestand.
aaneengeregen invlogen tot een hoop
van leven in een klein verband.
Ik zag het wel zitten
in die geest
van wedijveren met de noodzaak
van liguster luisteren in de haagpreek.
Of dan toch nog het laatste woord hebben
bij de man die vrij dacht te zijn. Maar even
zo goed z'n engel voorbij zag komen.
Naar later bleek, de koningin. Die was
er wel eventjes op uitgetrokken
toen ik nog zedig toekeek
naar bestuivingsmechanismen was zij
in hogere sferen
in totaal andere orde
aan het bevruchten
geslagen.
Ik stond
gebeiteld aan de grond
genageld bij de drachtplanten
nadien mezelf slechts af te vragen.
zondag 22 juli 2012
Het kind van een rekening
De muze is de eerst geborene
met het recht van spreken
die onbeschaamd ter wereld
is gebracht verschoond
van al dat kramen elders
zelden baarlijk nonsens
praat dan de volle overgave
aan het verse sap dat zo
vruchtbaar vloeit in't leven
met het recht van spreken
die onbeschaamd ter wereld
is gebracht verschoond
van al dat kramen elders
zelden baarlijk nonsens
praat dan de volle overgave
aan het verse sap dat zo
vruchtbaar vloeit in't leven
Nooit voor't geld te buiten gaan
Het hangt er niet vanaf maar veelal slappe was
soms nog wat benepen of van beneden wagenwijd
gesperd of lichtjes in bedekte termen vaak gekapt
sommige partijen bungelen er wat bij andere zijn
meer dan gevuld maar veelal te spriet met iets
dat ooit doorvoed nog moedermelk tapte tepelhofje
nu het voor het pleziertje van een zuigbehoefte hier
zo van de partij met de benen wijd aangeprijst
voor louter lol of dolletjes te vieren na jaren
keurstijfjes gedragen nu volledig van de bil-
naad af te bekijken vaker doen met meer vertier
als toen het verwekken of de zorg daaromtrent
er heerst wat schroom maar vaker moed om moet
tekeer en nog een keertje van de poeper willen
gaan discreet dat wel maar wel tekeer en nog
één keer stevig woest en snoezig poes
ongebonden of juist vastgebonden in de liefde
voor een etmaal andermaal bij voorkeur nooit
het leven is tekort aangebonden om slechts
voor paal te gaan liever liefjes bij de vleet
die voor't genot haar portaaltje opmerkelijk
geschoren en geknipt voor het lid van dienste
aan te bieden op de oude dag dat haar teer bemind
nageslacht niet tot last de waan later weer zien
stralen glunderend gelijk de de ondergaande zon
wetend hét is in deze gloed nog niet volbracht.
soms nog wat benepen of van beneden wagenwijd
gesperd of lichtjes in bedekte termen vaak gekapt
sommige partijen bungelen er wat bij andere zijn
meer dan gevuld maar veelal te spriet met iets
dat ooit doorvoed nog moedermelk tapte tepelhofje
nu het voor het pleziertje van een zuigbehoefte hier
zo van de partij met de benen wijd aangeprijst
voor louter lol of dolletjes te vieren na jaren
keurstijfjes gedragen nu volledig van de bil-
naad af te bekijken vaker doen met meer vertier
als toen het verwekken of de zorg daaromtrent
er heerst wat schroom maar vaker moed om moet
tekeer en nog een keertje van de poeper willen
gaan discreet dat wel maar wel tekeer en nog
één keer stevig woest en snoezig poes
ongebonden of juist vastgebonden in de liefde
voor een etmaal andermaal bij voorkeur nooit
het leven is tekort aangebonden om slechts
voor paal te gaan liever liefjes bij de vleet
die voor't genot haar portaaltje opmerkelijk
geschoren en geknipt voor het lid van dienste
aan te bieden op de oude dag dat haar teer bemind
nageslacht niet tot last de waan later weer zien
stralen glunderend gelijk de de ondergaande zon
wetend hét is in deze gloed nog niet volbracht.
zaterdag 21 juli 2012
Momentum
De tijd tikt daar
sta je niet bij
stil hij loopt
terwijl jij
Daar staat
gaat alles
door de tijd
heen er
van door
dan wil jij
ook wijzer
worden desnoods
onderwijzer
zolang jij
maar weer
bij de tijd bent
desnoods één
of twee of drie
seconden stil
want je hoort
ook deze tijd
gaat aan jou
razend snel
voorbij
sta je niet bij
stil hij loopt
terwijl jij
Daar staat
gaat alles
door de tijd
heen er
van door
dan wil jij
ook wijzer
worden desnoods
onderwijzer
zolang jij
maar weer
bij de tijd bent
desnoods één
of twee of drie
seconden stil
want je hoort
ook deze tijd
gaat aan jou
razend snel
voorbij
Of er een bij is
Of er eentje bij
Één klavertje en één bij
dat is alles voor in de wei
'n klaver en een bij
voor't bereiden van de weide
en een visioen erbij
of alleen wat dromerij
bij te weinig bijen
is genoeg
Stil op straat je dorst
wanneer de man van de krant
van gisteren door het land gaat
hij heeft verdraagbaar nieuws
daarin alsof het gedrukt staat
de wereld zoals het verging
weer onder handbereik gemaakt
om voor te lezen uit te lezen
door te lezen terwijl de nacht staakt
er was een gebeurtenis verslagen
die een ieder aan het hart ging
woord voor woord stond de beleving
poedelnaakt hoe of't aanving
er waren bloemen omgekomen
die toch geknakt in het leven stonden
ware diepe indrukken getrokken
door los zand met wat zij ondervonden
iedereen verdroot het goot dan ook
de gehele dag verder vele tranen
de ogen konden het allemaal
ternauwernood nog verder verdragen
hoe van kleur verschoten verlept
alles erbij stond tijdens het begraven
ook waren er vragen en uiteraard
god die weer eens op moest draven
de rouwmantels en de vrouwenmantels
naast mansoren hadden vragen
hoe groen bloemrijk nog wel of was
het alleen vandaag de dag vol wanen
van gisteren door het land gaat
hij heeft verdraagbaar nieuws
daarin alsof het gedrukt staat
de wereld zoals het verging
weer onder handbereik gemaakt
om voor te lezen uit te lezen
door te lezen terwijl de nacht staakt
er was een gebeurtenis verslagen
die een ieder aan het hart ging
woord voor woord stond de beleving
poedelnaakt hoe of't aanving
er waren bloemen omgekomen
die toch geknakt in het leven stonden
ware diepe indrukken getrokken
door los zand met wat zij ondervonden
iedereen verdroot het goot dan ook
de gehele dag verder vele tranen
de ogen konden het allemaal
ternauwernood nog verder verdragen
hoe van kleur verschoten verlept
alles erbij stond tijdens het begraven
ook waren er vragen en uiteraard
god die weer eens op moest draven
de rouwmantels en de vrouwenmantels
naast mansoren hadden vragen
hoe groen bloemrijk nog wel of was
het alleen vandaag de dag vol wanen
Het is stil op straat
wanneer de man van de krant van gisteren door het land gaat
hij heeft verdraagbaar nieuws daarin alsof het gedrukt staat
de wereld zoals het verging weer onder handbereik gemaakt
om voor te lezen uit te lezen door te lezen terwijl de nacht staakt
er was een gebeurtenis verslagen die een ieder aan het hart ging
woord voor woord stond de beleving poedelnaakt hoe of't aanving
er waren bloemen omgekomen die toch geknakt in het leven stonden
ware diepe indrukken getrokken door los zand met wat zij ondervonden
iedereen verdroot het goot dan ook de gehele dag verder vele tranen
de ogen konden het allemaal ternauwernood nog verder verdragen
hoe van kleur verschoten verlept alles erbij stond tijdens het begraven
ook waren er vragen en uiteraard god die weer eens op moest draven
de rouwmantels en de vrouwenmantels naast mansoren hadden vragen
hoe groen bloemrijk nog wel of was het alleen vandaag de dag vol wanen
hij heeft verdraagbaar nieuws daarin alsof het gedrukt staat
de wereld zoals het verging weer onder handbereik gemaakt
om voor te lezen uit te lezen door te lezen terwijl de nacht staakt
er was een gebeurtenis verslagen die een ieder aan het hart ging
woord voor woord stond de beleving poedelnaakt hoe of't aanving
er waren bloemen omgekomen die toch geknakt in het leven stonden
ware diepe indrukken getrokken door los zand met wat zij ondervonden
iedereen verdroot het goot dan ook de gehele dag verder vele tranen
de ogen konden het allemaal ternauwernood nog verder verdragen
hoe van kleur verschoten verlept alles erbij stond tijdens het begraven
ook waren er vragen en uiteraard god die weer eens op moest draven
de rouwmantels en de vrouwenmantels naast mansoren hadden vragen
hoe groen bloemrijk nog wel of was het alleen vandaag de dag vol wanen
vrijdag 20 juli 2012
Om te beginnen
De dag,
als door kousenvoeten te betreden.
Alles fluistert in kalmer riet.
De wind kan zich hier wel in vinden,
vleit zonder illusies het ranke gras.
Om te beginnen, vangt de vogel aan,
rustschenkend tuitend, oren vol.
Gebeden naar de opgehevenheid
van dromen ontstolen uit de nacht.
als door kousenvoeten te betreden.
Alles fluistert in kalmer riet.
De wind kan zich hier wel in vinden,
vleit zonder illusies het ranke gras.
Om te beginnen, vangt de vogel aan,
rustschenkend tuitend, oren vol.
Gebeden naar de opgehevenheid
van dromen ontstolen uit de nacht.
Samenraapsel
Stilleven kabbelt rustig, lustlozend over kalm water.
De bodem is doorschijnend leeg geelgroen geweten.
Er zijn plotsklapse klanken die wat aanwakkeren.
Gespanne voet en evenwichtig spelevaren. Om
het even, het rimpelen van de uitgestrektheid
waarin meer en plas diep verzonken gedompeld
zijn. Snoekkruid heeft beet en vangt mijn gezicht.
Mijn blikveld vult zich in een zwoegen door overdaad
van fontuinkruid dat overal ontspruit. De narrigheid
van krabbescheer, het ontberen van roerdomp.
De vermiljoende grijzen zonder zon verblijde
het oververhit bakzeil halen zonder een zuchtje wind.
Het hart schreeuwt adembenemend dat het klopt;
hoeveel hoornblad nog kan mijn roeispaan nog verdragen.
Zie door het riet geen Rus meer die te verdragen is.
Er kreupelt een aangevreten meerkoet voor me weg.
Watervogeloverlast is een idylle wat met zwanen goed
bestreden kan worden, voor de schoonheid van het oogwit.
Ratten zitten goed gevangen in de meningen van de vangers.
Per saldo levert het hen veel kijkgenot om het gekliefde leven
te aanschouwen dat de dijkvoet, naar verluidt, zo ondermijnt.
In ieder geval lijdt de dijkgraaf aan geheugenverlies
door zijn korte termijn visieloos bestaansrecht op het wassend water
wat peilbeheer en watertoestanden nu eermaal zo maagdelijk
maar gewetenloos weet. De strijd aan binden,
tegen zoute kwelgeesten of zijn gemalen vistanden in de watergangen,
of zijn overvloedig met neerslag geteisterd land.
Ik verloor in mijmeren bijna de erotiek van deze ochtend uit het oog.
Tot door de verkokerde visie van de verrekijker zich de onganse
rijpheid van het veulen aandiende. Het geluid kwam hijgend
tot leven van de kuifeenden in volle vaart van regrn in haar pracht.
De heren hadden het druk vannacht. Terwijl bij mij in de roes
op de weke delen ik onversaagd het kunstwerk van opkomend lid de dag,
volschoren en gericht zag voltrekken voor mijn geestesoog.
De bodem is doorschijnend leeg geelgroen geweten.
Er zijn plotsklapse klanken die wat aanwakkeren.
Gespanne voet en evenwichtig spelevaren. Om
het even, het rimpelen van de uitgestrektheid
waarin meer en plas diep verzonken gedompeld
zijn. Snoekkruid heeft beet en vangt mijn gezicht.
Mijn blikveld vult zich in een zwoegen door overdaad
van fontuinkruid dat overal ontspruit. De narrigheid
van krabbescheer, het ontberen van roerdomp.
De vermiljoende grijzen zonder zon verblijde
het oververhit bakzeil halen zonder een zuchtje wind.
Het hart schreeuwt adembenemend dat het klopt;
hoeveel hoornblad nog kan mijn roeispaan nog verdragen.
Zie door het riet geen Rus meer die te verdragen is.
Er kreupelt een aangevreten meerkoet voor me weg.
Watervogeloverlast is een idylle wat met zwanen goed
bestreden kan worden, voor de schoonheid van het oogwit.
Ratten zitten goed gevangen in de meningen van de vangers.
Per saldo levert het hen veel kijkgenot om het gekliefde leven
te aanschouwen dat de dijkvoet, naar verluidt, zo ondermijnt.
In ieder geval lijdt de dijkgraaf aan geheugenverlies
door zijn korte termijn visieloos bestaansrecht op het wassend water
wat peilbeheer en watertoestanden nu eermaal zo maagdelijk
maar gewetenloos weet. De strijd aan binden,
tegen zoute kwelgeesten of zijn gemalen vistanden in de watergangen,
of zijn overvloedig met neerslag geteisterd land.
Ik verloor in mijmeren bijna de erotiek van deze ochtend uit het oog.
Tot door de verkokerde visie van de verrekijker zich de onganse
rijpheid van het veulen aandiende. Het geluid kwam hijgend
tot leven van de kuifeenden in volle vaart van regrn in haar pracht.
De heren hadden het druk vannacht. Terwijl bij mij in de roes
op de weke delen ik onversaagd het kunstwerk van opkomend lid de dag,
volschoren en gericht zag voltrekken voor mijn geestesoog.
woensdag 18 juli 2012
Deze man is lichter in z'n hoofd dan de stof die er in zit
Hij dwarrelt geregeld rond de kogel
op papier met onafgebroken lijntjes
schrijft zich uit en op in dundruk
zelden tussen de regels onleesbaar
baarlijke onzin in de zin lichtzinnig
zijn handen beweegbaar gelijk zijn
in de vingers hebbende vaardigheid
die hij met spijt deelbaar maakt gelijk
een serpula exotisch op rot hout
onder gedijende omstandigheden
bij verhoogde temperatuur met
blozende wangen de hartslag
oppepper dat middel van vluchtige
stof die hem laat splijten in die zin
op papier met onafgebroken lijntjes
schrijft zich uit en op in dundruk
zelden tussen de regels onleesbaar
baarlijke onzin in de zin lichtzinnig
zijn handen beweegbaar gelijk zijn
in de vingers hebbende vaardigheid
die hij met spijt deelbaar maakt gelijk
een serpula exotisch op rot hout
onder gedijende omstandigheden
bij verhoogde temperatuur met
blozende wangen de hartslag
oppepper dat middel van vluchtige
stof die hem laat splijten in die zin
dinsdag 17 juli 2012
Het geurend land van verregend gerstennat
Het gesteente waarop hij zich begaf
hard gelag met de smak en toen het brak
waren de stukken niet van de lucht
tijdens de uitgesproken wolkbreuk
alles glad vergeten scheen regen
een wondermiddel in dat licht
dat gerstenat zo geurend bleek
in de wuivende halmen bewegend
veld dat zo oogstrelend preekt
waar de lucht naar toe begeeft
die hij trager in dit gesternte
nog hier overheen uitblies.
hard gelag met de smak en toen het brak
waren de stukken niet van de lucht
tijdens de uitgesproken wolkbreuk
alles glad vergeten scheen regen
een wondermiddel in dat licht
dat gerstenat zo geurend bleek
in de wuivende halmen bewegend
veld dat zo oogstrelend preekt
waar de lucht naar toe begeeft
die hij trager in dit gesternte
nog hier overheen uitblies.
maandag 16 juli 2012
Het voor, maar niet voor ons.
Het
sluipt op kousenvoeten rond
komt on- en ook gevraagd hierom
neemt te pas en ongepast de tijd
maar ook de ruimte in kortom
het is
het trekt er ook op uit voor ons
krijgt hoe dan ook maar ook
weer niet ons te pakken wij
tekeer gaan tegen of juist niet
Wij zijn daarin maar ook niet
meer dan waar wij uit voor't ge
komen zijn zijn wij niet meer
tekeer gegaan daaruit vandaan
dan wij een noch in het ander
zijn tegennatuurlijk in ons
gekeerd en weer zo vreselijk
tekeer gaan met wat ons rest
sluipt op kousenvoeten rond
komt on- en ook gevraagd hierom
neemt te pas en ongepast de tijd
maar ook de ruimte in kortom
het is
het trekt er ook op uit voor ons
krijgt hoe dan ook maar ook
weer niet ons te pakken wij
tekeer gaan tegen of juist niet
Wij zijn daarin maar ook niet
meer dan waar wij uit voor't ge
komen zijn zijn wij niet meer
tekeer gegaan daaruit vandaan
dan wij een noch in het ander
zijn tegennatuurlijk in ons
gekeerd en weer zo vreselijk
tekeer gaan met wat ons rest
Dit huis wordt uitgewoond
Een leeg gehaald gevoel
dat niets bevat niets omvat
dat ruimte aan niets anders
bood dan onderkomen
waar ik in kon komen
het uit kon wonen
dit huis wordt uitgewoond
geen blik meer waardig
wordt gegund
aan de voorbijganger
die steels nog
daar stond
geen ruimte is getroffen
het woongenot eruit
is op de schop genomen
dit huis wordt uitgewoond
gewoonweg opgeruimd
tot leegstand toe
is met geen woord meer
te beschrijven uitgeschreven
zelfs de naam
waar het voorstond
is nummerwaarde
dit huis is uitgewoond
genot met wat daar is
genoten tot slot op slot
daar gelaten waar
het tegoed stond
waar het goed stond
voorwaar het stond.
dat niets bevat niets omvat
dat ruimte aan niets anders
bood dan onderkomen
waar ik in kon komen
het uit kon wonen
dit huis wordt uitgewoond
geen blik meer waardig
wordt gegund
aan de voorbijganger
die steels nog
daar stond
geen ruimte is getroffen
het woongenot eruit
is op de schop genomen
dit huis wordt uitgewoond
gewoonweg opgeruimd
tot leegstand toe
is met geen woord meer
te beschrijven uitgeschreven
zelfs de naam
waar het voorstond
is nummerwaarde
dit huis is uitgewoond
genot met wat daar is
genoten tot slot op slot
daar gelaten waar
het tegoed stond
waar het goed stond
voorwaar het stond.
Ikben ®: Onsterfelijk vers
Ikben ®: Onsterfelijk vers Ik heb een windbuks opgelopen,
hij liep frontaal hard in het verstaan. Dat gaf
mij te denken: hoeveel lucht ik ben. Ben mezelf
maar eens terug gaan lezen, Ziet de titel die ik
net bedacht. Had ik eerder al iets opgeschreven.
Toch bleef de onsterfelijkheid daarvan in leven,
dus heb ik me neergelegd bij deze link naar het verleden
vanuit dit opgelopen heden. Waarmee ik wat verlegen
zit is de koelte van de lenteregen die zo tekenend is.
Dit na zoveel jaargetijden heen en weer bewegen
op de grollen van seizoenen die mij aandeden alsof
er minbaar vatbaar voor zijn is om voor te leven.
hij liep frontaal hard in het verstaan. Dat gaf
mij te denken: hoeveel lucht ik ben. Ben mezelf
maar eens terug gaan lezen, Ziet de titel die ik
net bedacht. Had ik eerder al iets opgeschreven.
Toch bleef de onsterfelijkheid daarvan in leven,
dus heb ik me neergelegd bij deze link naar het verleden
vanuit dit opgelopen heden. Waarmee ik wat verlegen
zit is de koelte van de lenteregen die zo tekenend is.
Dit na zoveel jaargetijden heen en weer bewegen
op de grollen van seizoenen die mij aandeden alsof
er minbaar vatbaar voor zijn is om voor te leven.
Om dat ouder worden heen
Het valt op dat afvallen met bewegen gaat
de zon meer vat heeft op wat je haar eens
was je het niet meer dan is plooibaarheid
welvoegelijk een gebaar tot rimpelen in
de tijdgeest die tanend met gewrichten
kraakt en overlijden steeds vaker gezel
of zelfs leeftijdloos toch eindig dood
er is iets vreemd met jeugdigheid dat
jonger oogt dan je het was maar dat
ook de oudere steeds vaker jonger lijkt
in de verbeelding van onsterfelijk zijn
in de voortplantingsdrift is slechts
fantasie want fantastisch is het gelul
allang niet meer zo in eens staat daar
te lezen het valt te vrezen het is
vergaan zo ook
worden herinneringen aan lopende
banden geboren eindeloos tomeloos
maar hopeloos gegeven zo is leven
tot het moment dat buiten nog opvallend
de verwondering bloeit in kleurenpracht
verbazing wekt met wat gezang de dauw
neerploft op bleker blad dat vochtig nat
de stam verlaat en alles weer gewoon past.
de zon meer vat heeft op wat je haar eens
was je het niet meer dan is plooibaarheid
welvoegelijk een gebaar tot rimpelen in
de tijdgeest die tanend met gewrichten
kraakt en overlijden steeds vaker gezel
of zelfs leeftijdloos toch eindig dood
er is iets vreemd met jeugdigheid dat
jonger oogt dan je het was maar dat
ook de oudere steeds vaker jonger lijkt
in de verbeelding van onsterfelijk zijn
in de voortplantingsdrift is slechts
fantasie want fantastisch is het gelul
allang niet meer zo in eens staat daar
te lezen het valt te vrezen het is
vergaan zo ook
worden herinneringen aan lopende
banden geboren eindeloos tomeloos
maar hopeloos gegeven zo is leven
tot het moment dat buiten nog opvallend
de verwondering bloeit in kleurenpracht
verbazing wekt met wat gezang de dauw
neerploft op bleker blad dat vochtig nat
de stam verlaat en alles weer gewoon past.
zondag 15 juli 2012
Bij bosjes
Hij schreef graag, dat zag je zo.
Terwijl hij voorlas of het had over sla.
Het blaadje in z'n hand verlepte wat, toen hij zweeg
hoorde ik nog iemand ademhalen. Ja dat
was gewoon, iets voor hem uit.
<RK>
Terwijl hij voorlas of het had over sla.
Het blaadje in z'n hand verlepte wat, toen hij zweeg
hoorde ik nog iemand ademhalen. Ja dat
was gewoon, iets voor hem uit.
<RK>
vrijdag 13 juli 2012
Gaya
O, mevrouw uw borsten zo,
er zijn doden door en leven uit en opgekomen.
Uw voorkomen is zo,
hoe zou ik de woorden vinden, in uw schoot,
ja daaruit ben ik immers ontsproten.
Gelouterd tot wasdom opgerezen ben ik
lijfelijk incestueus met uw maagdelijke natuur verbonden.
Mijn moederliefde gaat zo diep, als kind herboren,
ik zou de peilloosheid van uw zalig lijfelijk
vrouwzijn aan mij niet kunnen ontbinden:
Anders dan de stof waarin ik tot u wederkeer.
Alles in u is vruchtbeginsel in den beginne en
tot het einde der tijden lustopwekkend
in paringsdriften vanuit een oceaangroot
verlangen tot scheppen van het leven en de dood.
(Eros is een beeltenis naar evenbeeldig
voorkomen de pure reinheid van de lust
gelijk een Venus en een Lotus een waterval
tot zwijgend water hard gesteente en zachtheid
van warm zand het weke lavastromen
uit verwoestende vulkanisch wreken,
tot snijdend striemen van de luchtbewogen regen,
tot een mildheid van de adem,
in een lentewind neergestreken.
Of de wreedheid van de zee liefdevol omgeven
op het zomers strand van de eb kustlijnen beschreven
kinderhanden die daar vormen aangeven
maar verzwolgen worden in de vloed.)
er zijn doden door en leven uit en opgekomen.
Uw voorkomen is zo,
hoe zou ik de woorden vinden, in uw schoot,
ja daaruit ben ik immers ontsproten.
Gelouterd tot wasdom opgerezen ben ik
lijfelijk incestueus met uw maagdelijke natuur verbonden.
Mijn moederliefde gaat zo diep, als kind herboren,
ik zou de peilloosheid van uw zalig lijfelijk
vrouwzijn aan mij niet kunnen ontbinden:
Anders dan de stof waarin ik tot u wederkeer.
Alles in u is vruchtbeginsel in den beginne en
tot het einde der tijden lustopwekkend
in paringsdriften vanuit een oceaangroot
verlangen tot scheppen van het leven en de dood.
(Eros is een beeltenis naar evenbeeldig
voorkomen de pure reinheid van de lust
gelijk een Venus en een Lotus een waterval
tot zwijgend water hard gesteente en zachtheid
van warm zand het weke lavastromen
uit verwoestende vulkanisch wreken,
tot snijdend striemen van de luchtbewogen regen,
tot een mildheid van de adem,
in een lentewind neergestreken.
Of de wreedheid van de zee liefdevol omgeven
op het zomers strand van de eb kustlijnen beschreven
kinderhanden die daar vormen aangeven
maar verzwolgen worden in de vloed.)
donderdag 12 juli 2012
Hoop op gevend
De handen konden reiken de vingers raken ik heb de huid verkend maar niet het leven dat daar in verborgen lag.
De straten zijn verlaten de bomen verzwegen opgelicht ontworteld uit de aarde kinderstemmen stierven weg in klinkers op de hinkelbanen fluisterend hun namen Ricardo won terwijl Hazan de stuiters weg had gegeven.
Er werd gevochten in de kolonie mezen om de zomer de lucht tekende in zwarte vegen deze dag verder van mij af.
Wie mij tegen kwam in de nacht mocht me nemen want de regen of de nevel wisten wel wanneer ik vol was verkwikt verzadigd van de verzwegen stegen waarin ik verstierf.
Mijn gedachten zijn in het park verdwaald, ik kwam ze in de blauwe schaduw tegen maanziek spelend daar. Ik zag me gaan zonder vragen hoe toch of waarom.
De straten zijn verlaten de bomen verzwegen opgelicht ontworteld uit de aarde kinderstemmen stierven weg in klinkers op de hinkelbanen fluisterend hun namen Ricardo won terwijl Hazan de stuiters weg had gegeven.
Er werd gevochten in de kolonie mezen om de zomer de lucht tekende in zwarte vegen deze dag verder van mij af.
Wie mij tegen kwam in de nacht mocht me nemen want de regen of de nevel wisten wel wanneer ik vol was verkwikt verzadigd van de verzwegen stegen waarin ik verstierf.
Mijn gedachten zijn in het park verdwaald, ik kwam ze in de blauwe schaduw tegen maanziek spelend daar. Ik zag me gaan zonder vragen hoe toch of waarom.
Gemaalplaats
Wij liggen hier zij aan zij
uit de vaart genomen tot malens
toe kristalhelder waterpaar
met de oevers onontbonden
Waarin tussen ik de benen strek
pleeg als braamsluiper onomwonden
door de stekelige aangelegenheid
de zintuigen naar de blauwborstjes
toe gegeven het was de lust
die brandend op de liezen doofde
wijl ik netelig door zon omvatten
me gaan liet over de grazige wateren
van haar aaneengeregenheid die mij
beminnelijk toe spreeuwde
de zomer kent je ware rood
verbrandde aangezicht
R
uit de vaart genomen tot malens
toe kristalhelder waterpaar
met de oevers onontbonden
Waarin tussen ik de benen strek
pleeg als braamsluiper onomwonden
door de stekelige aangelegenheid
de zintuigen naar de blauwborstjes
toe gegeven het was de lust
die brandend op de liezen doofde
wijl ik netelig door zon omvatten
me gaan liet over de grazige wateren
van haar aaneengeregenheid die mij
beminnelijk toe spreeuwde
de zomer kent je ware rood
verbrandde aangezicht
R
Hij maakte zich een boekje en boekte zich daartoe zelf onder blauw laken op een kussen hoge zon.
Lang stond hij stil te verduren
Uitgerekend op een sonnet
Chanteerde hij getekend
Een opgeschreven portret
Baarlijk kwam welhaast maagdelijk
Eerbaar en eetbaar vers
Reisleiders zijn tot een gedicht
Terwijl de jaargetijden uitkookten
Uitgerekend op een sonnet
Chanteerde hij getekend
Een opgeschreven portret
Baarlijk kwam welhaast maagdelijk
Eerbaar en eetbaar vers
Reisleiders zijn tot een gedicht
Terwijl de jaargetijden uitkookten
woensdag 11 juli 2012
Opgewekt
Hij komt weer
tot leven staat
pal en laat hem
maar even al
was't maar
tot hij weer
afgedropen
voor mij gaat
ik weer nader
tot hem meer
ontblokt of weder
word bekeerd
tot leven staat
pal en laat hem
maar even al
was't maar
tot hij weer
afgedropen
voor mij gaat
ik weer nader
tot hem meer
ontblokt of weder
word bekeerd
dinsdag 10 juli 2012
De oude man en het prille wijsje
Hij kwam kwam van omhoog, zij van straat, samen troffen zij elkaar daar beneden.
Aan geen van beiden was te zien dat ze elkander lagen: Zij aan zij floot hij
onderwijl zij over zijn tong een melodielijntje spande en hij de notenbalken
blootshoofds te voorschijn toverden. Traden zij, al zeiden zij van niet,
de gehoorgangen binnen van stil maar minzaam beminnenden dier
harten verstomden bij het stillen van zulkse klinkende akkoorden.
Ze waren niet van de wijs te brengen, brachten
dan ook in deuntjes fluitend tussen de tanden
de dagen door. Het week wat uit, het wijdde wat,
hij weidde daardoor ook wat uit over haar speelse
noten die toonschalen vervulde van kruisen en mollen.
Alles werd erbij gehaald, gesloopt of zeer uiteengelopen
doorgenomen, op en af en af en toe ladderzat bestegen
viel het soms wel uit de toon zo overstegen op de hoogste
sporten van de trap met uitzicht over zoveel zeer verheven
wonderbarende toonhoogten die werden genomen tot het doofde
en verstomde voor de fanfare, het klokken luiden en zozeer
misprijzend verzinken in de stilte van het wegebbend geluid.
.
Aan geen van beiden was te zien dat ze elkander lagen: Zij aan zij floot hij
onderwijl zij over zijn tong een melodielijntje spande en hij de notenbalken
blootshoofds te voorschijn toverden. Traden zij, al zeiden zij van niet,
de gehoorgangen binnen van stil maar minzaam beminnenden dier
harten verstomden bij het stillen van zulkse klinkende akkoorden.
Ze waren niet van de wijs te brengen, brachten
dan ook in deuntjes fluitend tussen de tanden
de dagen door. Het week wat uit, het wijdde wat,
hij weidde daardoor ook wat uit over haar speelse
noten die toonschalen vervulde van kruisen en mollen.
Alles werd erbij gehaald, gesloopt of zeer uiteengelopen
doorgenomen, op en af en af en toe ladderzat bestegen
viel het soms wel uit de toon zo overstegen op de hoogste
sporten van de trap met uitzicht over zoveel zeer verheven
wonderbarende toonhoogten die werden genomen tot het doofde
en verstomde voor de fanfare, het klokken luiden en zozeer
misprijzend verzinken in de stilte van het wegebbend geluid.
.
Ik herinner mij als was ik een ander
Het reed vanzelfsprekend als een woord
ik was het rijdend voorwerp op dreef
bezag mezelf zo als ik vreemden bezie
iets van buitenaf net iets teveel van
buitenaf was buiten mezelf geplaatst
nam plaats achter de stuurkolom
maar gaf het heft uit handen zoals le
dat een ander toedoet ziet toe hoe
zie hoe hij de andere ik bediend die
eventjes er niet bij was zich afvroeg hoe
de identiteit bevestigd moest worden
bij't staande houden dat ik mezelf eventjes niet
nu eventjes niet was met mijn paspoort
........
ik was het rijdend voorwerp op dreef
bezag mezelf zo als ik vreemden bezie
iets van buitenaf net iets teveel van
buitenaf was buiten mezelf geplaatst
nam plaats achter de stuurkolom
maar gaf het heft uit handen zoals le
dat een ander toedoet ziet toe hoe
zie hoe hij de andere ik bediend die
eventjes er niet bij was zich afvroeg hoe
de identiteit bevestigd moest worden
bij't staande houden dat ik mezelf eventjes niet
nu eventjes niet was met mijn paspoort
........
zondag 8 juli 2012
Gekwezel uit Den Andel
De schapen grazen de hoven kaal
vanaf het katheter spreekt hemelzaal
hoog het ongeloof van kunst
noch blijkgevend ook een gunst
Er staat een man zeer uitgedost
te preken in het engelenkoor
van straat vervreemd er uitgehost
danst de toon zo hoogst gehoor
Het sprak vanzelf zichzelf tegen
dat fluisterend de ronde deed
zelfs de schaduw heel verlegen
hoe holler frats meer mij speet
De moederlijke buikjes hingen
slank gemoedelijk af naar onder
magere borstjes zo't zingen hen
verging zonk de toon bijzonder
Hoe alles afgerond ook klonk bleek
de weg waarlangs leven trager doorrot
de jaarringen ontbloot zeer fraai maar
steels en hol de uitgewoonde stam
vanaf het katheter spreekt hemelzaal
hoog het ongeloof van kunst
noch blijkgevend ook een gunst
Er staat een man zeer uitgedost
te preken in het engelenkoor
van straat vervreemd er uitgehost
danst de toon zo hoogst gehoor
Het sprak vanzelf zichzelf tegen
dat fluisterend de ronde deed
zelfs de schaduw heel verlegen
hoe holler frats meer mij speet
De moederlijke buikjes hingen
slank gemoedelijk af naar onder
magere borstjes zo't zingen hen
verging zonk de toon bijzonder
Hoe alles afgerond ook klonk bleek
de weg waarlangs leven trager doorrot
de jaarringen ontbloot zeer fraai maar
steels en hol de uitgewoonde stam
zaterdag 7 juli 2012
Nader tot de dood
Neemt eet en gedenk
Dat dit woord gebroken
smaakt naar hoe't leest
Het gedicht geschonken
vloeiend uit de mond
Genoten als een lichaam
waar aan nog te bezondigen
viel iets te gedenken
Dat eens zo goddelijk was
is zeggingskracht ontstolen
Voor eeuwig te boek
gesteld het is ontnomen
Tot in de eeuwigheid
Ja amen een herinnering
Dat dit woord gebroken
smaakt naar hoe't leest
Het gedicht geschonken
vloeiend uit de mond
Genoten als een lichaam
waar aan nog te bezondigen
viel iets te gedenken
Dat eens zo goddelijk was
is zeggingskracht ontstolen
Voor eeuwig te boek
gesteld het is ontnomen
Tot in de eeuwigheid
Ja amen een herinnering
vrijdag 6 juli 2012
Verdwazing van de verwoesting
Mannenliefde was een stiel in liefde
vers en liederlijk bejubeld zije zacht
maar bikkelend glad in lachen lallend
zelden zat te zitten op bewonderwaardig
edelmoed rijmende Lancelot
in de chroniqueur stak lans en speld
in hart en schrijven nog verloren
in die gedachte bleef ik steken
in die zin rondde ik het af.
vers en liederlijk bejubeld zije zacht
maar bikkelend glad in lachen lallend
zelden zat te zitten op bewonderwaardig
edelmoed rijmende Lancelot
in de chroniqueur stak lans en speld
in hart en schrijven nog verloren
in die gedachte bleef ik steken
in die zin rondde ik het af.
Van't schap
Niet dat ik er niet veel mee had
je kocht gewoon papier waarop
hij stond uitgeschreven gedicht
vooral z'n verhalen waren sterk
overdreven om te zeggen respect
dat een Portugees weer eens
op de wereldkaart van naderland
achteraf liet weten naar z'n graf
of zoveel eerder ook z'n gal
zoetzuur zou't in open wonden
onomwonden terug gaan bijten
nu hij z'n reeks heeft afgesloten
(rip gk)
je kocht gewoon papier waarop
hij stond uitgeschreven gedicht
vooral z'n verhalen waren sterk
overdreven om te zeggen respect
dat een Portugees weer eens
op de wereldkaart van naderland
achteraf liet weten naar z'n graf
of zoveel eerder ook z'n gal
zoetzuur zou't in open wonden
onomwonden terug gaan bijten
nu hij z'n reeks heeft afgesloten
Komrij een stukje mee. |
donderdag 5 juli 2012
Kapvlakte
Het zachte zure bitterzoet
de opgebost stammende abelen
Een huizenhoog verzaagd gemoed
Hier breekt in zomers gloed de leegte
van de pulp het afgezaagde bos
De kunst van overleven doet zich tegoed
Op wankele gronden gezwikt
het pad
van dood getreden sporen
Maar dan de zon het klamme
van de overgave opdat het er toe doet.
R
de opgebost stammende abelen
Een huizenhoog verzaagd gemoed
Hier breekt in zomers gloed de leegte
van de pulp het afgezaagde bos
De kunst van overleven doet zich tegoed
Op wankele gronden gezwikt
het pad
van dood getreden sporen
Maar dan de zon het klamme
van de overgave opdat het er toe doet.
R
woensdag 4 juli 2012
De vleesvervanger
Hij neemt het niet
zo nauw nee sterker
nog met een korreltje
zou't gegeten heter zijn
dan hij er van gediend
was zelfs niet mee
waar in het zwijgen
alles opgebaard past
maar wel 't nakomers
schap rust waarop hij
de stilte overvalt tot
op het bot vergaat
het bij't leven
hem hij hem om
het even
zo nauw nee sterker
nog met een korreltje
zou't gegeten heter zijn
dan hij er van gediend
was zelfs niet mee
waar in het zwijgen
alles opgebaard past
maar wel 't nakomers
schap rust waarop hij
de stilte overvalt tot
op het bot vergaat
het bij't leven
hem hij hem om
het even
dinsdag 3 juli 2012
Bedacht
Hij heeft zichzelf in elkaar gezet en
slaat zich daarmee gade tot
de stukken er vanaf vliegen komt
hij tot bezinnen in armen van steen
handen van klei en woorden die houwen
tot beelden gesmeed het staal in leven
heft zichzelf daarin op begrepen door
de elementen die hem verbinden
tot een geheel mooi uitzicht
zonder taal of teken.
slaat zich daarmee gade tot
de stukken er vanaf vliegen komt
hij tot bezinnen in armen van steen
handen van klei en woorden die houwen
tot beelden gesmeed het staal in leven
heft zichzelf daarin op begrepen door
de elementen die hem verbinden
tot een geheel mooi uitzicht
zonder taal of teken.
Abonneren op:
Posts (Atom)