Het valt op dat afvallen met bewegen gaat
de zon meer vat heeft op wat je haar eens
was je het niet meer dan is plooibaarheid
welvoegelijk een gebaar tot rimpelen in
de tijdgeest die tanend met gewrichten
kraakt en overlijden steeds vaker gezel
of zelfs leeftijdloos toch eindig dood
er is iets vreemd met jeugdigheid dat
jonger oogt dan je het was maar dat
ook de oudere steeds vaker jonger lijkt
in de verbeelding van onsterfelijk zijn
in de voortplantingsdrift is slechts
fantasie want fantastisch is het gelul
allang niet meer zo in eens staat daar
te lezen het valt te vrezen het is
vergaan zo ook
worden herinneringen aan lopende
banden geboren eindeloos tomeloos
maar hopeloos gegeven zo is leven
tot het moment dat buiten nog opvallend
de verwondering bloeit in kleurenpracht
verbazing wekt met wat gezang de dauw
neerploft op bleker blad dat vochtig nat
de stam verlaat en alles weer gewoon past.