Al niet meer dan een meander
verslingert door de snelweg
van de drenthe's Aa
Hij had een kopstoot over-
leefde liep of laafde zich nabij
de slag van de witte molen
overleeft ging aan mij voorbij
Zijn schapen graasden de dag
naast razende voorbijgangers
voor dag en dauw maar door
de tijd ontbrak net als een plooi
uit zijn afgedragen colbert
Hem geen dasspeld op brevier
of mouw onwijs gaaf gedicht
dan hoe de omloop afleidde
onder een brede water vaart
toch hersteld stroomdal bleef.