dinsdag 24 juli 2012

Droog brood

Hij kan een ieder dood wanen in zijn pennenstreek,
Wenst zich een publiek met heupenkoppen al was't
maar voor hun lange broek en zakken die het op
moet houden voor het geval dat welvoegelijk spreekt
haar moet het bij hem doen, vooral lang en veel
iets uit zijn mond steekt of vreemd genoeg beklijft
pal daar onder in zijn geest wordt woord brood
speeksel vloeiend taal beklonken in tafelwijn
een festijn is hij met harde noten in klaar bokaal

ik verwar hem dus maak
een ezelsbruggetje klaar
waarover een kissing disease
alles aan hem zo
vleselijk overdrachtelijk maakt
toen ik zijn onderbuik las
in overwichtelijke zin toch
wat fragiel op een fietstocht
naar Rome ging met een Russin
bevroor toch alles niet zo zwart
op wit en minzaam in die zin.

<~ILP~>