Er stak een been buiten het kozijn
het balkon bungelde er wat loom bij
schaduw sjokte langs de gevelsteen
onopgelost vervlakte alles in strijklicht
Hij slenterde de tijd binnen naar een zerk
die hier ergens moet zijn neergelegd
een gespreid bedje herinnerde hij zich
opnieuw is zij in hem waarlijk herrezen
De hal diende wijdmonds als voorportaal
entree naar binnen voor hen die gaarne
eerdaags wensen uit te treden afgedane
kroongetuigen van leven hier op aard
De rolator was't beste mobiel althans
er waren hulpmiddelen bij verkrijgbaar
een supermarkt vol gedachten te verstouwen
met zwenkwieltjes voor het ontwijken
Beneden was het feest, iemand werd bejaard
of uitgezwaaid of beter gemaakt daarmee
personeel herdacht een heugelijk feit zo
opgetogen luidt de prijs voor twee
Heel gemeen zo'n plaats van samenkomen
veel bekomst gezellig het spel dat werd gespeeld
zij wees op haar ene been dat meer gekleurd
van meet af aan met hem mee was gegaan
Hij dacht daar aan gebeiteld zij is nimmer
van mijn zijde geweken alle mensen
er ontstak een heilig vuur ja waarlijk
zij is in deze heer opgestaan het licht
Het doofde juist op tijd voor het aanzien
van de laatste zon stralend zo die dag
dat einde hier ja daar dat licht er zo maar
ingeslopen en met vergiffenis omgebracht.