donderdag 28 november 2013

Dood

Het maakt niet uit hoe het wordt

voorgeschoteld of opgediend
op straat, kiosk, te bed, naakt
of gekleed op maat gemaakt

dan wel de strop al opgeknoopt
de poëet wordt uitgekleed
tot op het bot van vlees ontdaan

smult menigeen besmuikt
z'n mond voorbij 
smakelijk etrn uit z'n ruif

de voordracht was alsof
een ieder het gemunt had 
op z'n pik terwijl hij voor lul 
nog declameerde 

dat hij niet meer overeind kon staan
smachtend naar de gestroomlijnde
zin in leven die voortvloeiend
in woorden keurig lagen opgebaard

in het lid gezet
was juist hij uitgerekend
de tel daarin kwijt geraakt

dinsdag 26 november 2013

Zo door en door schijnend

vormen de bladzijden een bladspiegel prachtig vervuld van tegenlichtopname
komt regel voor regel vervloeiend
twee gedichten ineengevouwen samen
amen in een adem woorden van een lied
een onwijs wijsje vol verliefd verdriet
vergeet ook niet dat het tot het
tandvlees ontbloot hier voor mij ligt
het is halverwege doorschijnend ontwaken
ach bleef je maar slapen daar samen
dan fluisterde je de namen in dromen
hoorde ik hoofs en steels het lichte doven
wat door de vingers werd gezien
je handen lachte gevouwen in m'n gezicht
gelaatstrekken ontplooiend gedicht
je fronste nog even, ja zo is het leven
grimlach nog wat valt overgelezen
nog te verhalen dan poëzie
zachtjes onleesbaar verterend bladweefsel
waar doorheen je huid zo schitterend oplicht.

maandag 25 november 2013

Rubbermal

al bijna voorbehoedend middel in verval
bewijst hij haar in veelvoud lippendienst
hij maakt het afdruk negatief wel origineel

ligt menig vrouw in ingewikkeld gipsverband
verwikkeld anoniem met ondersnijding in
lossingrichting opdat origineel onbeschadigd
als complexmodel uitgehard tentoongesteld

zondag 24 november 2013

Ik ben allang voltooid

verleden tijd.
Mijn geheugen reeds gemummificeerd, een ledere pop gelijk.
Men herinnert zich nog vaag hoe naar mijn kinderen was gegaan.
Maar zelfs daar ben ik nimmer aangekomen, wel afgevallen in de jaren daarna.
Het was het gas,
dat plotseling gewag gemaakt werd aan mijn verschijnen in de eeuwigheid.
Dat ik ooit zo vreselijk vergeten was, was
al tien jaar geleden door de incasso's
zo vanzelfsprekend als wat.
Niemand bekommerde mij, noch ik hen, al was ik gisteren begaan.
Toch blijf ik rustig bij mezelf, verdord gelijk het administratieve apparaat.
Waar ik cijfermatig al weggecijferd was, bleef onaangeroerd mijn post
gevat in bergen verzameld materiaal in m'n voorportaal voor mij bewaard.
Zo kon ik later nog herinnerd zijn, hoelang ik toch al kwijt kon zijn.
Gemitste kans van nabestaan, waar zoveel mensen om mij heen
toch onbekommerd met mij alleen daar achter muren van vergeten
rustig kon vergaan.

Het over de tijd plein

waar je eerder nog in cowboypak
op een omgebouwde step rondreed
net deed of op ramkoers de wereld
aan je voeten verging in tijdnood

speelde veel later de groenteboer
rijp en rot tot aan bederven toe
de schone schijn van vers fruit na
kwam zo veel bijna bedorven waar
onder luid gekrakeel van het carillon
tot leven door de beiaardier

die de bejaarden voor z'n plezier
liet twijfelen aan de dodenherdenking
van weleer toen kost nog baat
welverdiend de veteranen liet geloven
dat de aarde niet ten einde liep

maar opnieuw geschapen aan hun voeten
niet voor niets veroverd was
op vreemde smetten waarop weerom
een smetvlek vreesde van hen
wier blaam nog niet zo zuiver was

en jij na ampel beraad
dit monument verried
zo moedeloos alleen
de grootste concentratie
beiaarden doorklinkende
zwijgende meerderheid

Haar dracht

Ze zit opgesloten
in haar gedachten
vast besloten

om er nooit meer uit te komen
gaat het er hard aan toe

ze zijn niet uit te lezen
voor wie haar gadeslaat
is zij grijs beton
een kazemat gelijk

maar binnen zacht
rosé gloed van vuur
uit schietsleuven

voorziene schuttersput
waar uit zij bedreigd
de wereld beziet

het oorlogsverleden
heeft haar afgemat
ze bunkert daar

uitgeleefd schisma
halfslachtig hart
onverschrokken waar

de loopgraven hebben haar
te zeer begaan giftig gemaakt

zaterdag 23 november 2013

Het knaagt

en vreet van binnen uit
eerst de goudopsnee
dan de harde lijmrug
tot die breekt en alles
echt alles uitholt gelijk
een stofluis zat van tekst
woord voor woord 
de leugen van dundruk
uit het geheugen is
gewist wat het geweten
eeuwen heeft gemist
wekt nu de teerling
welk hoge ogen gooit 
tegen halfslachtigen
tegen de doortrapten
die hem dood wensen
terwijl hij zo gezegd
zo gezegend is 
blad voor blad 
te verteren te hertalen
in een schotschrift
waaruit van kaft tot kaf
z'n martelaarschap 
uit as ontspringt


-----




vrijdag 22 november 2013

Kijk daar brandt iets af

Kijk daar brandt iets af
een lichtgevend eiland in de nacht
zee vol verwachting een zwart gat
branding schuimend straf witter graf
zand verstuivend blind de verlangen
een uit het lood geslagen wacht
mits het zicht met noodweer af

zondag 10 november 2013

Waterstofoxide

Water zo heet dat het aan je ballen vreet
je hersenpan explodeert zo zeer genot
genoot dat gillend het gelijk wil aan zijn zijde

Water zo hard dat je schedeldak brak
gemeen snedig de huid bloedt dood
rood over het staalglans gelaat

Water dat zacht en soepel door t keel
gat glijdt zalvend lessend
naar wat smacht verslaafd

Water schimmig op het oog dat alles onttrekt
wat naakt nog eerder de lust bezat
mist nu maar straks alles weer

Water hemelhoog blakend schaap
of donderkop grazend op een wolkendek
dat mij de zon ontneemt en weer geeft

Water dat zo stijf bevroren om de ledematen
kleeft voor lul daar harder achterlaat
dan op de rijp van de gestorven baard

Water toch dat smeltend zoet vervloeiend
wegen baant druppelsgewijs naar weer
een oceaan dat zouter stouter beukt

Water dat van kruin naar dal op kusten beukt
baarmoeder speelt en vruchtwater geeft
een oplossing voor nageslacht

Water waar in een zaaddier zwoegt
een eicel ploeterend toch dooier wordt
in vermenigvuldigingsdrift ook uitkomt

Water dat doodkalm de hemel weergeeft
waarin alweer een gedachte verdrinkt
die zelfmoord pleegt uit watersnood

De euthanasist

Zingeving werd wetgeving
ik zal niemand kwaad doen
een dodelijk middel
valt slechts mij ten deel
in het zuiverst van mijn geest
waar geen miskraam opgewekt is
anders het snijden van de steen
dat ik zal nalaten te naaien

~~~~vorige week naaide postuum
~~~~de walrus Komrij kwabbig reeds
~~~~Nico van der Linden in het pak
~~~~na later bleek nalatig reeds
~~~~ook de Nooteboom brak
~~~~op de houten doosvrucht stuk
~~~~met op lingerie geplaatste poëzie

daar was van razernij vanuit de artsenij
hij die uit dit lijden verloste leven
sleurde hij de dood op de valreep
nog uit de plooien van de lakens
blies uit zijn naam de laatste adem
zwoeler dan de lucht die augustus
naliet in de neusvleugels trillen
stuitend toch zo op het hoornvlies


maar nu kabbelt water uit de kraan
tot de ceramische kop het snoerde
er stroomde geen druppel woorden
uit de buis dat met lucht gemengd
zo bruisend klonk in kwaad bloed gezet
verdund rosé rood de bijdragen
uit een afgedrukt verleden.

vrijdag 8 november 2013

Ik las

de guldensporensporenslag op zoek
naar waanzin uit vervlogen tijden
een spiegel die werd ingeslagen
kwam terloops dit bloedbad tegen
het werd mij ingegeven door de Griek

hoe ziek hoe ongeneeslijk ziek die Griek
om bij wet het vrouwelijk vlees te keuren
op besmettingen van hun mannelijk lid
een staat verworden tot een abortoir

waar recht vooruit een haakse bocht
Europa bevlekt in viraal denken

die keuringsdienst van waren toch
de gulden snede op HIV verzet test

de keurslagers van het gezag handhaven 
met hun verdorven geest smetvrees 
tot staat van ontbinding maken

woensdag 6 november 2013

De zienswijze

De man
met een herkenningsteken
tikt met z'n wijsvinger
op een bliktrommel
waarin hij opgesloten zit
loopt door de groeven
van z'n langspeelplaten
op gehoorsafstand af
op de glazen waarin hij
zichzelf weerspiegelt ziet
rekent af met zijn verleden
die hij ingelijst ziet hangen
met een prijskaartje daaraan
het stadsgezicht is duur
betaald dat lachend
onder z'n arm meegaat

een vrouw
speelt paspop
bij zijn paspoort waar in hij
opgenomen staat
zij is wat ontdaan
voelt zich afgeleefd
ontkleed tot op de huid
naakt verlaten zij
hand in hand tweedehands
het filiaal

dinsdag 5 november 2013

Verdorven

De natuur die is 
verdroten 
dat klinkt natuurlijk
wel bezopen
maar dat is nu
eenmaal zo

er zijn schepselen 
verdwenen naar het scheen
ook dat is heel vervelend
maar zo is het gegaan

levende have op de schop
ter aarde maar wel bezorgd
bestellen we de laatste resten
en schrijven ze gewoon uit

de scheppingsdrift raakt uitgeput
daar rust een goddelijke zegen op
gebeden en ook geprezen lijdt
geen twijfel meer dan toen 


maandag 4 november 2013

Kijk daar gaat een oude dijk

Het landschap strompelt
langzaam aan hem voorbij

een kroonluchter in es licht op
de spreeuwen vliegen uit

het uitgebeten riet bleek zilvergrijs
meer uitgevreten ligt de horizon
naakt voldaan bij te komen
van een schanddaad
die een ieder ontgaat

het neigt wat schots
maar is gewoon
 polderland nooit scheef
eender eindig tot oneindig
houdt het midden tussen slaper

maar baant zich toch weg
ergens bij een coupure
steekt het hoe opgelucht

maar uitgekeken uitgestrekt
haar boezem zwaar ademend
het zicht daar uit ontneemt
de lust tot het waterkeren
waar wad en weide overgaan

zondag 3 november 2013

Alweerman

De hydroloog er niet om dat pijpenstelen in zijn aard lag.
Hij moddert zich daarvoor door veld of wegen tot hij een ons is.
Ergens wat bliksemschichtig van neerslachtigheden denkt hij,
"ach verleden dat is ook zoiets". Niet om door te komen in dit geregen
was ik van huis uit maar op m'n sneeuwjacht blijven steken op de plas.
Er hangt wat in de lucht, zucht even denkbeeldig een windbuil die je valt
op de stenen kletterend tot glanzend avondschemerlicht leven.
De waterbouwkundige denkt nog even aan de rug toe waterkeren,
maar ziet daarvan af een fenomeen dat dat om het even druppelsgewijs doseert.
kennis gedreven stuwt het kribvak hem tot vakkennis van zijn overbuur, welk
het aan de lippen staat te lezen hoe vloeibaar alles wegebt in een golfbeweging.
Wacht eens even het tij keert hier naar een overvloed beweging die onuitblusbaar
verdrinkt in hagelstenen
Hè, maar wacht eens even; hoeveel watersnoden zijn nu al niet geledigd
met blank staan, in plaats van rood op de bank
waar zoveel zwart gemaakte mensen plaatsnamen
 van wereldfaam en witgewassen door bleekschetige meisjes
die van kleur verschieten om in de sneeuwwitte jachten rond te racen
tegen de waterlopers van deze tijd.

Over wuivend riet

Verstofte aarde omgeploegde hemel
bogend over glanzend stalen messen
van de boer die snedig de horizon afmat.
O, uitgeputte lucht zo bewierookt bewolkte
blauwe vouwen in de plooien van het gelaat.
Bukt een zweem van zwarte grond omhoog
gebukt brak daar de zon in duizend stralen
uiteengedreven maar opgeheven weg.
Gebaand door regen striemend leven
wind gewogen te licht te vluchtig zweven.
Ergens dwaalt langs een lichaam van gras
een grazig wezen dat met warme slagen
duizelingwekkend afgewenteld is.

zaterdag 2 november 2013

Het zint hem

niet dat hij zij eenzaam is
zo vreselijk eerzaam was
of zo alleen maar op zichzelf
genomen genoegzaam lijkt

dan blijkt hij eerder nog
alleengaand een gevaar
voor menig vrouw zo
begerensonwaardig te zijn

dan weer ligt hij doodleuk
thuis wat in zichzelf gekeerd
nog een probleem dat woonlijk
in de woonwijk waar iemand
aanstoot aan heeft domweg

omdat het niemand aanspreekt
hoe zielsgelukkig hij alleen
maar was toen niemand hem
aanspreekt gewoon omdat

hij de middelbare man
niemand aansprak
in de tijd dat hij iedereen
tegen stond vanwege zijn

middelmatigheid in staat
van ontbinding hoofdstedelijk
te stinken naar ondeugdelijk lijk

Bladstille

Een dag waarop
een knetterharde dakpan

in scherven lag
vergeten ook omver
de boom die brak

terwijl juist nu
een luttel blad
met alle gemak

de druppel van tak
opvangt in haar groen
maar o zo broos

verblekend aangezicht
het is in dit speelse licht
dat alles wederkerig is

vrijdag 1 november 2013

Zespotig

Je denkt wat schunnig al gauw aan trio
want wie doet er nu zoiets anders
dan gewoon te tellen wat je ziet
tot dat blijkt dat hexapoda ook
daartoe behoort wat je vermoed
dan blijft het vunzig voor de rest
die liever dacht dan zag waar ik
op doelde toen ik bedacht
hoe of meerpotig dat zou voelen