donderdag 31 mei 2012

Gids

Hij heeft alles uit zich
gehaald wat hij in zich had
zette de vensters tegen elkaar
open om het weer binnen te laten
spon noten tot octaven
smeden melodieën om
tot klankkoren van geluid
daar heeft hij het uitgehaald
wat hij de maan niet kon
teruggeven omdat de zon
het had weggegeven
toen het licht al uitgevonden
was de wereld te klein
blijven rondtollen om
en om haar as die hij
aftipte op een handpalm
afstand van de aarde

maandag 28 mei 2012

Uit onvermogen

Het was me geel voor ogen
dat ik tot je kwam zojuist
ontloken op het geschoren
gras ontsnapt aan een gekort

bestaan dat je in de bermen
hoger verheven staat
me aan staren maakt me
vrolijker dan verwacht tegen

de tijd dat alles is verstreken
en hard groen bladerdek
zich scherpkant tegen de zomer.

Wat je zoek raakt onderweg.

 
 
Posted by Picasa

zondag 27 mei 2012

Wat je zoek raakt onderweg

Ik heb geen kaart om mee te beginnen
daarom raak ik het spoor bijster
zit daar ook niet mee op de uitgeholde weg
naar Oldenzijl die langzaam aan verhard asfalt
aflegd in kilometerblokken ware het op de topo
aanwijsbaar geweest nu stroomt de Mare wat
tegendraads ergens heen wat waterlopen betaamd
in onmetelijkheid zit de verenging in en luttel feit
het fietspad dat verlegd
zich en versmald tot
eenrichtingsverkeer
zolang daar geen tegenligger is
kom je niemand tegen onderweg
ook op de terugweg niet blijft
windtegen iets om in te brengen
wat verder hebben de boeren
reikwijdte om even uit te trappen
ik wil er iets mee kwijt om te beginnen
bij de afgelegde weg die goed
te weerleggen was in de wegenatlas
dat iemand achterbleef bijvoorbeeld
die daar niet thuis hoort
maar wel luistert naar zijn naam.

Binnenbrand

Ik brand van binnen uit
tot op de huid roodgloeiend
uit mijn lijf ontspruit
felrood eczeem van dagen
dat ik alleen opgescheept
met ongemak het vel
van leer niet te onderscheiden
trek omdat het groen
mij nietsontziend
blind van woede
ongenaakbaar
aantrekt
ik ben de brandnetelopstand
in het wilgenstruweel
de luid schreeuwende keel
de uit de band gesprongen stem
die louter spreekt van vergetelheid
rustend op het zevenbladveldbedje
in gedachten verzonken tegendeel
is een opgeschoten droombeeld
uit het lievevrouwebedstro
tot boom ontzet geveld verzet
steeds weer verteer
tot in de grond
van mijn bestaansrecht
opga in vergetelheid


zaterdag 26 mei 2012

De verholen blik



In een yoga zit ziet zij 
staand conform of aanliggend
zijdelings aangeschoten 
genakend de aanschouwing
van haar gestelde pose aan

de spiegel blijkt opklapbaar
van de camera scherp gericht
velt het opvallend licht
een mening op haar gezicht

beziet dat opsmuk uitgewist
verlangen geeft haar huid
de tint van kleur 
van zijn en zin
beleeftijd als haar vriend
de eerlijkheid gebied

~~~
http://thenuproject.com/

donderdag 24 mei 2012

Uitgehuwde gedachten

Hij krabt zich kaal aan zijn stucwerk
nauwgezet is hier iets van pas
meetwerk mee gemoeid terwijl zij
zich lommerrijk op het beton
van het achterafje verdiept
in de irisreeks waar zij verzot op is

zo nu en dan zorgvuldig komt hij
het buurmeisje straks gepakt
in bijna ondergoed tegen

die hem liplezen laat
wat zij weer goed verstaat
als compliment op haar outfit

bij tijd en wijl laat zij haar boezem gaan
over het hekwerk van de buurman
omdat ze tegen zijn gewasbeschermingsmiddel is
plukt zij de wildgroei tussen de spijlen weg
niemand maakt een kanttekening met wat zij zien

er is zo af en toe vakantiedrukte aan huis
hij verzet zo eens zijn zinnen en zij
speelt het in een oude camper klaar
de schoonmaakster heeft hem afgewerkt
dus dat spaart wat tijd uit voor de vuile was

hij heeft zichzelf uitgewoond en zij
is daar dan maar bij ingetrokken en
samen waren zij eventjes schatrijk
maar dat is nu achterwege gebleven

ze zijn eruit gekomen alles is opgelost
ergens was het goed voor zoveel jaren
maar waarom precies is niet meer te verhalen
dat is in het echt niet anders dus normaal.

Regeneratie

De rozen zijn terug
gevroren naar hun kennelijke staat

waar mei nu toch toe in staat is
loopt zowaar weer hoog rood uit

tot zover gaat dus het verleden terug
komt tot inkeer uit de wortels om

het daglicht tot bloedens toe weer
in de knop te kunnen verdragen is waar
een bloeiwijze uit sprak
~
R

woensdag 23 mei 2012

Bezwaar

Er daalt een zwaar beladen woord de meidoorn uit om beneveld aan de
voet zich tegoed te doen aan het weeë zoet van fluitenkruid en daar
weer uit vandaan bevlogen de kop weer opgestoken in het loom gemoed
dat bedwelmt dwaalt in gezoem van zijn bloembezoek.

R

Hoe verklaren

De mateloze zwaartekracht
De geslachtloosheid van de daad
De onbevlekte schaamteloosheid
De zaadlozing van vergeetachtigheid
Een gebaar van klaarkomen
Een op z'n zachts gezegd
Een hard opspelend gebaar
Het onvolmaakt bestaansrecht
Het onzinnelijkheidsverdrag
Het ontluisteren van schaamhaar

Mei was zo'n vreselijk harde maand

Ik heb mij vermaakt, was er al mee bezig voor ik er erg in had.
Heb het toen ik maar afgemaakt.
Er was niets aan de hand met iemand die z'n kinderhandgebaartje overmaakte
groen verlinkt werd met een kapitale fout.
Geblunder zat in de lucht, kon kikkergekwaak al van verre horen
de stilte werd rustgevend doorbroken. Ook in mei braak iets door.
Werd rustig door gegeven, werd rustig doorgegeven.
Ik wist niet wat er verder nog maakbaar was, maar ook werd er rustiek, bijna antiek van.
De groenheid die je in de winkel koopt, om af te lakken wat een bedekkingsgraad nodig had, werd niet meer overgemaakt, alles staakte gewoon die maand. Het geluid, was als beieren geboren in de plas naast dril en drab dat de bodem opleverde.
Niets zweeg, verzweeg of deed terzake. Een maand vol wedergeborenen, alles werd donderkop, uilskuiken of kiekendiefjong door eigen moeder uit het nest geroofd voor het uit kon komen, voor het eruit kon komen. Nagemaakt stopte alles uit die maand volgroeid tot waterhoofd, waar mee veelvuldiger gelogen werd. Iedereen keek er neer op, omdat iedereen ermee omhoog zat.
Zo liep de maand af, tot afgemaakte maand, niets klopte of knapte af.

dinsdag 22 mei 2012

Zwaar dagen

Borstwering als gerief waarlangs mijn oogopslag
aan de zwaartekracht onderhevig gesteld wordt

onthief mezelf zedig van de plicht hoe peilloos
diep ik in dit gewelf kon indalen na't belieft
op staande voet in ontucht te geraken

zonder overleg te plegen waar ik overval
dat blikken en blozen aan de verleiding
bloot ik als de dood en het onbeschaamde

kruis ontmoet dat zich openbaart
aan het gezichteinder van mijn ooit zo

teerbeminde kuise streek waarlangs
zonder't te raken het toch getroffen is

zondag 20 mei 2012

Bij mij

gaat nooit iets in één oogopslag
gaan daar zeker tien aan vooraf

die ene klap dat licht moment
ligt wel bij herhaling op de loer

zelden word ik daar in gekend
anders dan bravoure van de held

is het beschoren lot mij toevertrouwt
zo ongenaakbaar ook dit mij toekomt

zaterdag 19 mei 2012

Sacrament

Hij doodt de slakken trapt heilige huisjes in
woelt in rulle aarde omwille van de vaste grond
geen prijs zo hoog of vraagt zijn tol om te beginnen
grazen de paarden de horizon groen in zwarte
silhouetten grijzen de tinten tegen zijn zin
hij is het begin van alle einden
in de morgenstond die roerloos sluit
om het tere weefsel van de dood
maar in zijn droom regent het zachtjes

donderdag 17 mei 2012

Beschaafd land

De harde zwartheid van grafiet
en de afgepaste sompigheid
van klei droogt trager weer
op ruggen gekeerd
witter gebleekt van grafiek
belijnd het landschap rechtlijnig uit
tot de korzeligheid van de kruin
getooid met loof de aarde
weer bescheiden groener
pootgoed maakt wat
na de hand gezet wordt

Ontwaken

Het lager licht kruipt traag
langs de schaduwen omhoog
niets weer houdt de ongereptheid
van de goude gloed dat helder
langs de halmen strijkt

een enkel onopgemerkt
ogenblik beweegt zacht
ontroerend goed de pluim
nog zwaar beladen onder
het juk van dauw gedragen
schudt het de zaden droog

een vlieg is sterk uitvergroot
in parelen snoer gevangen
vocht tot dodens toe bewogen
er deint nog een moordenaar

die in de wind
meteen kwinkslaand
een halszaak maakt
van een muizenis
dat zo oogluikend
kriekt doordrenkt
in bloed ten hemel
vaart want het wordt
nee het is reeds warm
vandaag de dag.

woensdag 16 mei 2012

Zo'n dag

Waar geen eind aan is,
zoek als dat is
Bij't ontwaken reeds
doet vermoeden
dat het ten einde raad
is, zo'n dag waarop
alles zoek is wat was
Een dag die bij het nalopen
al verlopen is.
Te slapen gelegd niet
te vergeten is. Die dag
een schietgebed dat
niet eens geschoten is
Een dag die niet klopt
maar er gewoon is.
Binnen dringt, in je agenda
of zelfs daar niet is, niet
te vinden is, terwijl die dag
achteraf je leven in
beslag neemt, ongewild.
Zo'n dag is achteraf nooit
van te voren te voorzien geweest.

Lucht

Het is de ruimte hier die overvol is
ruimte zat is overal vervuld van
zoveel ruimte hier ledig
loopt over van de lucht
niets kan je hier tegen komen
ook loop je niets hier tegen het lijf
niets ontziend niets is zoveel
meer dan achterwege laten
het is minder dan weinig meer
dat de ruimte in beslag neemt
lichtdoorlatend niets op tegen
laat alles bewegen tot lucht
dat staat te gebeuren tot niets

Zoals alles: tegenwoordig

Het woord zit daar gemoedelijk in
opgesloten stelregel van gelatenheden.
Een gezicht dat zichzelf schimmig
spiegelt in de ruit van vlekkeloosheid.
Daarin ook de lachende meeuw
erkent in zijn dansende vogelvlucht.
Vervagend zinnebeeld verongelijkt
gelijk het verdampen van het bladerloos
silhouet dat rustig hout snijdt
achter de groene gordijnen.
Nog slechts een spatie verwijderd
van de inspringend onheilstijd.
De herfst welk bladgoudgeel
omkerig neerstrijkt op z'n hard
geplaveid ongenakend zijn.

Negligentie

Ik kom hier uit vergetelheid voort
gedreven door een enkel woord
dring me terug deze slakkengang
waaruit geen ontkomen is ontgaan
dat niet in staat te ontsnappen
uit dit bestaan genereuzer dan
het verlangen naar weldoordacht
zinnenbeeld dat hieruit ontzinkt
in een oceaan dat onderkomen
biedt aan de terloopse drenkeling

dinsdag 15 mei 2012

Kloostermoppen

Het is niet zo
Dat je ze kan tappen
ze liggen gewoon
half bakken
als zwerfkeien
veelal gebroken
aan de kant

Vaker nog handtastelijk
de ontstaansgeschiedenis
dat ze weker maakt dan
zeeklei uit een zeer verleden
dat ze gebakken hard nog
opbreekt

Het is en ook niet zo
dat je ze zonder kleerscheuren
kunt vatten
daarvoor verkleefd
teveel geleden door

maandag 14 mei 2012

Het vergaan

Dat eindeloos weg kijken vergaat mij goed
ik zie het naderen steeds vaker als punt
het is het neigen naar minderen tot niets
dat gaat mij goed af zover ik dat overzie

Het is het verrekijken in het wilde weg
langs de lijnen van de geleidelijkheid
voorspelbare nietszeggendheden op
drift van de overgankelijke tijd daarin

Het verschiet waarin ik zo overtreffend
in dit verijlen tot lucht mezelf hierin zie
weerspiegelend als op de ingeslagen weg
gewichtloos ongenaakbare warmtebron

zaterdag 12 mei 2012

Ik zwierf eens

Door haar denkbeeld dat in steen voor mij was uitgehakt
lag een gedachte bloot te beven in een verkleurde herfst
tijddodend wachtend op de val van blazend trompetgeschal
toen alles wel was uitgevreten van verlangen

nu een kwart eeuw geleden uitvergroot gekoketteer
vergroeit gezoogd verlangen van de moeder nog
die ooit haar opgroeiende deelgenoten gaven
zijn stil blijven vallen, vallen van verlangen
waar iedereen in gevangen zat
van leven opgewacht

Van horten en stoten

Net als een ingreep liep zij, nee loopt,
in de tegenwoordige half uitgeklede tijd
Eros zal dit gemis aangrijpen met één
overspelige hand terwijl de ander
hulpbehoevend de vergetelheid zoekt
ze was er vroeg bij na later bleek
inbegrepen van dit gemis genezen

Blauwgelaarsde

Gekapt door windkracht negen
haar benen hoog bloot opgelopen
de handen nauw omsloten
in het tuig dat ze beteugeld
over de catwalk op de kruin
van de dijk die zij overziet
heupwiegend na't amputeren
baande zij zich ontdaan weg

woensdag 9 mei 2012

Een oplichtend voorbeeld in het verschiet

Het is altijd horizon dat mij een gezichteinder biedt terwijl daar
dichterbij ik ben staat het wereldbeeld wat bijgesteld voor de
ondergang die morgen weer wederkerig is

dinsdag 8 mei 2012

Het nog

Havik plotsklaps
met spanwijdte
van een bospad

Het geloken Roze
winterporselein
dat zich overal
voordoet komen

De zevenbladveldjes
wijkend speenkruid
dat daslook omdoet

Maar bovenal
het ongeschonden
fluitenkruidbed

Even later toch
Een ademtocht
Die't ranke bos
Doorploegt.

Patroonheilige van de kleingeestige bestiering

Het kavel is beperkt
tot verhalen over zijn
piketpalen. Het perk, pikeert
de tuinman suf, is begrenst
tot de zomen van zijn brein.
De randen van de werkelijkheid
zijn gelegen op de angstvalligheid
van onbewaakte overpaden.

Het geluk bepaald in vierkante meters
wordt nooit afgerond tot een geheel.
De klucht van het gehucht
is het gezucht over het gerucht
wat wordt ingegeven door Zijne zieligheid.

Een afgemeten zeer, een pijnlijk afgemat
gemoed te moeten behoeden van wat grasmat.
De negorij in de verengde zin is de maatnemen
van wie die genomen moeten op vruchtgebruik.

Daarop wordt het geluk
uitgedrukt in grasmaaien
van ieder dwarsgelegen
spriet waarover struikelend
wordt heen gezeken.
De fijnmazigheid geeft
de begrenzing aan
de domheid van het domein.

maandag 7 mei 2012

Stapel

De wolken hangen kleurig in het gelid
iemand is klaarblijkelijk aan het lijntrekken
geweest wat ginds staat in strak blauw pak
terwijl hier wat overdreven telkens
de zon doorbreekt op dat ik wakker
schrik van nabeelden op het netvlies
ingevangen licht rood zwart voor ogen
borrelt Beethoven zijn moonlight serenade
door het hor heen naar buiten ik ving
het nog net op voor het wegstierf
in het aanzwellend kikkerkoor
luid protesterend boden mijn spieren
als ware verzetsbeweging mij
van repliek ik kromde op
gespannen voet met mijn omgeving
de tenen in de wandelschoenen
en ben er van uit gegaan
gewoon wegstervend dovend
nam ik respectabel
gehoorsafstand in acht

zondag 6 mei 2012

Manman

Wanneer droeg ik een staart en
wanneer is dat ding geamputeerd
waarom geef ik de pijp aan Maarten
waarom heb ik zoveel verleerd

hoe komt het toch dat beest
hoe in mij zingt 'n pantoffeldier
waar maakt zo'n fantastisch feest
waar van alles dat ik verstier

ach ik zwem als amoebe rond
ach wat maakt mij nog deze tijd
zo ik zo doelloos kerngezond
zoals ik toch evolueer met spijt

ook tot verbazing uit mijn brein
ontspruit telkens deelbaar weer
voortplantbaar driftig ik ragfijn
verdeelbaar cellulair evolueer

zaterdag 5 mei 2012

De vrijdagkrant staat vol

van ooguitstekende momenten
vast en zeker staren zij
nietszeggend blind geslagen
wat niet vanzelfsprekend
daaruit valt af te lezen
het viel me op hoe toch

deze blik mij kon gade slaan
van zoveel mensen
die uitgesproken zijn
vastgelegd om te bezien
achter sluiers of omzoomt
door de oogharen heen
achter droge verhalen
verscholen vraagtekens

hoe zou ik te kijk gezet
zo kunnen bezien
of de wereldrond is
misschien leed
geen twijfel zaait
hoeveel wreed verstoorde
oogopslagen ik verdien

.

De onmetelijke kleinschaligheid van achterklap

De achterbak geeft zelden zijn geheimen prijs
dan met een springveer die gapend de klep opent
de uitpuilende leegte toont die daaruit sprekend gelijkt
het muilperen van rotte mispels die uit pure kilte
de ogenblikken tegenspreekt van ieder gelijk
van de verveeld glurende passant de weetbeter
die tegen beter weten in zich bedient van taal
op gehoorsafstand van ontegenzeggelijke waarheden
van de nietszeggendheden

vrijdag 4 mei 2012

aGenDa

Gister plakte ik eens een pleister op een uurtje
zo'n gaatje in de dag waar je je aan verwonden kan
dat denkend dacht ik daar dus aan verwonderde
me er aan
het was niet diep, een putje of wat groot genoeg
om in te zitten om mee te zitten om mee tegen te zitten
om erop te zitten maar ik zakte er door
ware het niet dat ik net daarvoor een pleister vond
die me weerhield me te verwonden
ik had dat vaker moeten doen
al was het maar tegen beter weten
want beter tegen is weten waarvoor
vandaag vierentwintig uur later
op dit zelfde tijdstip peuterde ik het eraf
het gaf niet mee en ik beschadigde dit tijdstip
deze datum gaat nu op dat uur, dit specifieke uur
door mijn leven als een dieptepunt
een gehavend uurtje dat getekend
voor het leven met mij zit opgescheept
jaarlijks kom ik met gevaar voor eigen leven
dit putje tegen tenzij er weer een pleister is
die ik dit uur de mond kan snoeren
opdat ik herdenken kan te overleven

Wij gedenken

Nee, in tegendeel wij staan stil,
er is geen beweging in te krijgen
alles stokt stijf in het gelid.

We meten ons de maat
met een leedwezen aannemen.
Doe het gerust, schaam u
geenszins voor dit moment
van doodstil staren
naar het steenbeslag
dat voor uw neuzen
ligt geschikt.

Dwaal gewoon verder weg
de gedachtengangen wijzen
zelf u onverhoeds de weg.
Wees ook gerust en weet,
er is ook voor u een weg
terug in het verschiet
naar nu.

Om domweg te vergeten
dat nieuwe doden al zijn
aangewezen om het lijden
te symboliseren dat nu
voor toen, straks voor u en
zonder zorgen ook voor
morgen nieuwe lijken
aansleept in het herdenken.

Dus schroomt nieten kijk
vooruit, betoon compassie
voor een ieder die niet verkoos
maar is verwezen te spelen
het slachtoffer van het heldendom
dat geüniformeerd voor u
uitgerust staat opgesteld
met feiten gewapend
waaruit ieder gericht schot
iemand de kop kost
die later bijgezet in steen
voor de goede zaak is
heengegaan naar u
geweten ook al
wist u dat niet.
uw verliest het
leesteken uit het oog
dat orde hield in bijzinnen
over de zin van leven
de onzin die bloed vloeit
op papier, op het oog,
op gehoorsafstand
van waar u staat
opgesteld.

donderdag 3 mei 2012

Grondeloosheid

Je leest een boek met wat je ziet
de grondeloosheid neemt hoe ontaard
bezit van ons grondrecht in bestaan

de tijdelijkheid van alle eindigheid vervat
staat ingekist op de harde ondergrond
verdicht ontworteld voor 't moestuincomlex

jaren eerder opgelopen kwaal vanzelf
redzaam zijn in zweet des aanschijns
zwoegend de bodem ploegend

~
je krijgt een foto van je geboortegrond
waarop veel al is gewist wat versleten
werd voor je geweten op grond van wat

je ziet in een agorafobie van alle openheid hoe
handzaam de kastanje plaats heeft gemaakt
met wijken van de perioden van lente en herfst

~
de veehoeder heeft het daarmee ver geschopt
nu z'n naam daarop ondoorgrondelijk is vastgelegd
de man die doet waarvan hij weet dat het onmogelijk is

zo blootgelegd van iedere grondslag in het gelijk werd
het plein ontdaan van de omslotenheid een straatbeeld
dat uitkeek naar ken jezelf als grondlegger onder ons.