woensdag 30 september 2015

gepasteuriseerde tijden

Het kalf lijdt geen twijfel
eet zich zeker het gemaaide gras
voor de voet van agrariër weg
de volle maan in al haar glorie
rijst gloedvol aan de ragfijne horizon
het feest van kleurrijk sterven
ligt ten grondslag aan de reis
waar de vrouw het op haar heupen
heeft gekregen om ontsmet en wel
onder het mes te eindigen
eenzaam maar behaaglijk zwerf ik
verblind door tegenlicht
over een dijkje zonder rede
huiswaarts door de grazige weiden

eeuwigdurend vuurwerk van het avondrood
weerspiegelt een graad of zeventien
van een stralende ochtend in het najaar
van dit leven op een elzenpropje
ergens tussen houtwal en vergankelijk hout

zaterdag 26 september 2015

Naar buiten toe schijnt alles

Er zijn mensen stuk aangegaan
ze waren aangedaan 
verder gegaan
maar telkens kwamen zij 
zichzelf tegen

de tijd verstreek heel gemeen
en de ruimte bleek steeds leger
hetzelfde steeds verder weg 
geschreven
hoe stiller hoe beter te leven bleek
eenzaam een grote leegte.

vrijdag 25 september 2015

Ginds wat Hinden

De kim dat reepje licht dat door de mist het land versiert
wat schichtig op het eerste gezicht verschijnt de hinde
op de kale akker waar eerder nog de goudaar wuifde
maar naakt en welhaast onbeholpen dit wicht haar
hoofd met wat gebarentaal omgeven neigt
soms opvallend licht keerzijde zij zich witter
de spiegel waar zo weerloos haar aanwezigzijn
bewijst dat stiller riet zo roerloos haar weer
uit het zicht verdrijft op dat gerichter schot
z'n doel voorbij schiet van de loop waarop zij
op haar vlucht de spreeuwen opschrikt
op een wolk van leven uit het land weg drijft

Verstuurd vanaf mijn iPad

De vervreemdeling

Ik ben de ramptourist die aan uw tolerantiegrenzen verschijnt
de badgast die aan uw kustplaatsen getijdenwerking geeft
die leeft van noodzaak en op u kost de pot verteert 

uw bestaanzekerheid verbleekt terwijl uw vruchtwater
doorbreekt verdrink ik m'n kind in de barensnood 
die bij u strandt en ons een verschijningsvorm geeft

ik ben dat randverschijnsel dat bloedrood naaktstranden van waarheid  
kleurt met het stukje ondergoed dat aan uw scheermesdraadjes geregen 
zit dat vleesrestje in uw gebit dat stierlijk vervelend uw mondhoek
vertrekt tot grimas op uw gezicht met mijn aanzien van het gelaat
wat mij aanstaart alsof ik de vervreemdeling ben die u niet ziet

donderdag 24 september 2015

Nu je niet meer thuis kunt komen

alles achter je ligt te slapen rustig ademend gras
dauw berijpt dor haarijs uit kernhout schimmelt
je dooit gewoon in ochrendzon onder mijn handen
weg een pluim bij't spreken die ijlings vervliegt
woord voor woord je naam weerkaatst in echo's
sterf je weg of is dit slechts een doodlopende weg
waaruit niets meer weerkeert dat hier is geweest

De vervreemdganger

Ik ben de ramp die aan uw tolerantiegrenzen verschijnt
uw bestaanzekerheid verbleekt terwijl uw vruchtwater
doorbreekt verdrink ik m'n kind in de barensnood
die aan uw kusten ons een verschijningsvorm geeft

ik ben dat randverschijnsel dat bloedrood uw stranden kleurt
het stukje ondergoed dat aan uw scheermesdraadje geregen is
dat vleesrestje in uw gebit dat stierlijk vervelend uw mondhoek
vertrekt tot grimas op uw gezicht met mijn aanzien van het gelaat
wat mij aanstaart alsof ik de vervreemdeling ben die u niet ziet

ontsterven

nu het leven een lastdier schijnt
onnoemelijk zwaar te dragen
alles gebukt gaat onder vragen
nietsontziend het einde nadert
met alles verder achter laten
rest de opgewektheid van 't kind
dat eindelijk zijn weg weer vindt

Kun stst ukje

Er hangt een schreeuw in de ruimte
bevangen tussen muren en behang
van niet aflatend verlangen hoe toch
de stilte daar van afhangt met zwijgen
over al hetgeen en al dan niet

Een hand opleggen

Laat de kinderen tot mij komen
met een hand op het kruis
gods zegen gaat gepaard
met de liefde die hij bedrijft
hoe de herder zijn schaapjes
hoedt daar lijdt geen twijfel

woensdag 23 september 2015

Najaar

dinsdag 22 september 2015

Zaad

De hand was er verrukt van
 toen het kwam
bij het krieken van de dag
dat alles in vuur en vlam
ontsproot het met geweld
dat nog niet de daad betrof
waar van het vruchtvlees
zo geraakt niet meer tot
bedaren kwam eerder dan
geheel ontdaan verwelkt
de kelk er dorstend haar
gelijke in hem trof 
de hand nog overspeelt
zijn lot dat voor genot 
de huid weer naakt die
hem hier in extase raakt

zaterdag 19 september 2015

Op z'n Frans

Een hokje in een ruitjesschrft
is geen gezicht
voor een man die schuil gaat
achter woorden
iedere toehoorder ziet hem
staan volleerd jonglerend

met wat vlieg en kunstwerk
bijdehand is hij de man
die wat gewapende vrede
brengen zal of zal hij ook
sneuvelen in beschouwingen
hoe geveld een oordeel
toch de waarheid achterhaalt

want de man is veelal alleen
de enkeling een woordenschat
overspoelt door de vluchteling
en drenkeling in digitaal
op drift geraakt een stroom
die iedereen meesleurt
in zijn verhaal hoeveel
feiten ook hij ontbeert

een ramp of spoed hij doet het goed
hij staaft en draaft soms met een traan
als maar door in goede hoop
een zegen voor de mensheid
dat leven geeft met een handgebaar


donderdag 17 september 2015

Hier zijn wij

aangeland
er is geen weg
terug 
zelfs de afslag
is keer op keer
een kruispunt
dat is gezet 
de zeestraat noch
de snelweg noch
alles wat op straat
beweerd wordt 
is een vluchtstrook
want de afslag was
doodlopend spoor
waarlangs teveel
dwarsliggers zijn
het verkeer 
van mensen 
gaat
 steeds meer die kant op
waarop geen terugweg is

zondag 13 september 2015

Als de dood

Al toen er nog niets in het verschiet lag
was hij daar al
mee bezig om het voor te zijn
soms sloeg hij zelfs de oude dag daarvoor
nog over zo als de doods was hij
te moeten leven 
in een huis dat daarvoor
niet was
ingericht om de oude dag 
te kunnen voorzien 
overzien met wat moet komen 
met wat hij aan zou kunnen
met wat hij zeker nog kon
beheersen als een levenswerk 
een lot zijn
maar liever uit de loterij
voor het gemak en voor wat
er nog gaat komen liever zelfs nog 
dan de tak van een oud geslacht
waar hij zich op kon beroepen
zag hij met zorg uit naar al die 
hulpbehoevende vragen dat
ook hem op het lijf geschreven is. 



zaterdag 12 september 2015

Aan de kust

het is drukkend druk
drukker dan eerder
zo drukt de krant
het af en uit
de zee vergeven
zijn haar zonden
braakt mensenlevens
te kust en keur
voor wie gestrand
deze levende have
badgasten wil zien
we verdrinken er bijna
in zoveel vertier is
zelden nog vertoont
bevrijdt zijn van de tijd
dat kommer en kwel
bij eb en vloed
de zeereep overspoelt

woensdag 9 september 2015

Uitruil














De zomer ruit haar windveren 
hand in hand danst de dageraad
met het nachtgewaad 
op het streepjesbehang 
een getinte werkelijkheid 

de vogels aan de waterkant
nippen kringen in hun gouden bad
dadelijk wordt het weer betoverd
tot een hemelsblauw gat
weergegeven als een smetteloze dag

de bladspiegel pleegt verraad
nu de schrijver deze eenzame pennenstreek verlaat met de hand
aan zichzelf te slaan 

het nazomert nog wat 
met het gemis
druilerig was meer 
gepast op zo'n stralende dag 
behoort niemand vaarwel 
te zeggen al blijft ook een behouden vaart een zegening
 onder het ganzengezang
 dat in formatie zeer gepast 
eerder afscheid nam.

dinsdag 8 september 2015

Hoe haalt i in zn hoofd

Joost mag het weten hoe
samengevat het leven is
dat wordt geleden 
tor er geen houden 
meer aan is 

(JJWZ)

De schijn

Voor dromen heb je niets nodig
zelfs niet met ogen open kan je zien
dat denkvermogen niet noodzakelijk is
het is haast onmogelijk te komen
tot een punt waar in je zeker bent
of jij het bent die daarin voorkomt
of voordoet komen het te zijn
een kind aan de waterlijn
die alweer verdwijnt voor je ogen
je zelfs niet in ziet hoe te voorkomen
dat de droom geen illusie is
je ontsnapt er even aan met schrijven
dat jij zoveel ouder bent maar
in je dromen overleef je niet
het kindbewustzijn dat in je zit
te wenen met wat zonder dromen
ook is geschiet of geschoten zo je wilt
vastgelegd voor wie je van
de stoutste dromen voorziet.

Bakermat van de beschaving

ligt nu (bijna schaakmat)
in een patstelling van grootheden
plat gebombardeerd

gebukt onder de last
van vervluchtigde dromen
horden pionnen sneuvelen
in dit spel
waar op het bord
de koningen keuvelen
wier macht niet verder reikt
dan de hokjesgeest waarop
hun stukken staan opgesteld

maandag 7 september 2015

Op 1 stapelen van feiten

Het was nog nooit zo schoon als nu
verdichte de stad zicht in dit licht
een adempauze verder was de lucht
bevrijdt van't fijnste dat er zich in bevindt
stof tot nadenken schonk het hem 
dat met z'n velen hij hier zonder verveling
alles door hem reed en dat ten dele hij
zoveel luchtiger dan ooit van dit helder
ogenblik geniet waarin zonder traan 
te laten een nog grotere verdichting 
in het verschiet hem de aardkloot 
doet bevolken terwijl juist daarmee 
de aarde naar de kloten vliedt 

Geld als water

Toen de zeereep nog de Goudkust was
waar wettig nat betaalmiddelen lagen
voor het oprapen en geluk zijn vinder
vond met de luisterrijke behuizing
van een weekdier en iedereen gelijk
het recht had te vinden wat hij vond
kon kopen wat hij wou met de resten
van het zeebanket dat geschonken
uit de branding hem voor even koning
te rijk maakte tot de buurman later toch
een mooier schat uit golven gedolven had
was iedereen slechts schatplichtig aan de zee
en niemand zat daar verder mee dat parelen
en kettingen aaneengeregen kapitaal
verstaan werd als een zegetocht
langs strand en wad er verder nog toe deed.

Je hoort de vogeltjes de lucht de kust het wad
nog aan elkaar babbelen tot zachter tinten
grijs dat vanzelf weer diep bloedrood verzinkt
een winderig luchtje stak de kop op en
blies zowaar wat zand in de ogen aldaar.

Thans ach thans is geld als water
gelogen alsof het gedrukt was
op de bank die het verstrekte
aan de welgestelden en zo meer
die daar al in zwommen en verdronken
terwijl de armen nog verzopen erbij
stonden met de benen nemen naar de zee
om uit pure nood de overtocht te wagen
desnoods tot in de dood een horizon
zagen die uitmondde in een nieuwe goot
waaruit de mond gestolen weer het brood
met bedelen en smeekbeden wordt genoten.

zondag 6 september 2015

Vandaag ging ik er eens op uit






























Dat was gisteren, naar een zoete suikerbol,
spinrag van het fijne leven dat ook mij omgeven mag.
Verstrikt, verstikt verslik ik mij in dit gegeven
(Ik leesteken verder niets meer in dit schrijven, immers een punt wordt niet behaald, laat staan geschreven)
hoe ragfijn geweven ik daar ingewikkeld door die draden heen
gesponnen ben in mijn cocon waarin zo zeker nog mezelf veilig
waande tot bleek dat ik reeds leeggezogen door anansi
die alle kennis tot zich neemt
er ging een data rush vooraf van beelden
die als gegoten zo goed geraffineerd gelijk
de suiker eerder hier nu in de gevoelige lagen op papier
mij voorgeschoteld worden als kleverige zotterige zoetheid
die de werkelijkheid nu eenmaal in dit tijdsgewricht
mij tot doorschijnend licht laat liggen op de eeuwigheid
ach straks vergeten ik even dat ik leef en
weet mij zeker dat wat ik hier schrijf
niet analoog was op een bladzijde
van een schrift maar een digitaal
onleesbaar geheel van codes
in mijn virtualiteitje van banaliteit
en plaats de schop weer in de aarde
steek de slak z'n weke delen door
veeg het spinrag meteorologisch gezien
in deze herfst van mijn leven af

Hier rust het werk vol hoofse zaken


Op mijn schoot een atlas van welvoegelijkheid
De geletterde doordachte man doorwrocht 
van futiliteiten en rariteiten wat hij met taligheid 
vermag. Zijn woordenschat onneukbaar hard 
zwart op wit met gladharder kaft. 

Bezield, zover onkreukbaar vel dat in zich heeft, 
is hij de lettergeest en eveneens gepromoveerd 
tot hoogste dundruk van het intelligentste feest, 
dat op de academie van grijze cellen wordt onderwezen.

Ach de man, bijna autobiografeert hij zich nog
maar geluk valt hem ten deel dat zoveel deugd 
nog schaamteloos naakt wordt uitgespreid 
in voegwoorden tot één geheel wordt saam gesmeed. 

Neemt eet en gedenk dit vlees 
dat droger leest dan men vooraf vreest, 
het is vers en even later is men zwaar beschonken 
van de wijn die gelijk bloed dat morsig is gelekt 
zwarter blijkt als harde kost die nog thans 
moet worden verleerd.

donderdag 3 september 2015

Oorlogje is kinderspel

























Het zou een zandkasteel lijken
maar werd een peutertje
met vier miljoen mensen gelijk

niet spelend op het strand
schuitje varend theetje drinkend
welvarend naar de overkant

er waren twee bootjes
voor nodig om ontwapenend
over te komen maar helaas

niets wordt zo beslecht dan wijzen
en verwijten hoe de zee
dode kinderen baart

zonder zere plekken
was het leed geleden
de wonde al genezen
het verwarde water
kalmer dan voorheen

maar laat Hem 
in godsnaam 
daar
 en 
alleen de kinderen komen
want uit zijn naam 
gaat iedereen er aan
want zij hebben enkel
onschuld in hun handen
dragen ontwapend zichzelf
uit het land waar niemand telt
en iedereen z'n handen aldaar
in onschuld wast met iets
wat hier 
op vreemde kusten strandt

woensdag 2 september 2015

Het ziet er naar uit

Van niet weten wordt men wijs.
Laat iedere punt verweken 
tot komma of mooier vraagteken.
Men neme, of maar ten dele geven,
aandacht aan het wezen van de zon.
Daar onder verbleekt onvertogen 
ieder woord tot speling 
van wat eerder al
is geweest. En naar het scheen 
kan alles in de schaduw staan 
met wat is
geweest.
Het gewone leven op de gewone aarde 
de gewone gang van zaken onder de zon
in het licht van iedere woord dat is 
gewogen zelfs van de onderste steen
of de hemel daar boven.

(Vrij, maar onverveerd, naar WS)