De kim dat reepje licht dat door de mist het land versiert
wat schichtig op het eerste gezicht verschijnt de hinde
op de kale akker waar eerder nog de goudaar wuifde
maar naakt en welhaast onbeholpen dit wicht haar
hoofd met wat gebarentaal omgeven neigt
soms opvallend licht keerzijde zij zich witter
de spiegel waar zo weerloos haar aanwezigzijn
bewijst dat stiller riet zo roerloos haar weer
uit het zicht verdrijft op dat gerichter schot
z'n doel voorbij schiet van de loop waarop zij
op haar vlucht de spreeuwen opschrikt
op een wolk van leven uit het land weg drijft
Verstuurd vanaf mijn iPad