Hij was voor een nood gevallen lot genoot, dat leed geen twijfel.
In alle gevallen, in ieder geval, beschikbaar, voor het geval.
Hij was dan ook een voor nood gevallen figuur.
Nu wil het geval dat zijn hoofd het nood geval niet koos,
maar erger nog het zelf liet rusten in noodlotsschoot.
Om de dood niet benauwd dat hem het trof hoe
gaarne ook hij het verkoos.
Hij was altijd achter de hand voor het geval
dat iemand uit pure nood geen raad meer wist en
op hem terug kon vallen, gewoon een noodgeval
waartoe hij zich beschikbaar bood. Zijn lotgeval
was dan ook een struikelblok waarop hij zijn hoofd
perslot geval verloor in het verweer wat hij daar bood.