dinsdag 26 juni 2012

De haagprekers

Vanuit hun bedekte termen
slaan ze klare taal

in metaforen klinken hol
hun woordenwissels ingeruild
in koor te beuken tegen mn oor

gangen die ik in het doolhof slaak
een onverhoedde kreet maakt mij
gewag van de hoog bevlogen
stemgeluidde onomwonden monden
wier zich liplezend te verstaan te geven
hoe schoon gebedsgenezen

in de rozengaard zoetertroost
in doornenkroon gevooist

mij bevrijdt tot ik in wellustheden
nader tot de schepping kom
van het onvolprezen lispellend
oplepelen van hemels vreugdevuur
mij aan de scheen gelegd

mijn pijnlijke hartstreek uit stilgetroost
het oog op de valreep van de tuin der lusten
verlies op maagdelijk kruidenbed aldaar
gevleid mij zeer beminnen laat
tot droom verwekte werkelijkheid

R