dinsdag 29 juni 2010
De man die alles buiten zichzelf zocht (een willekeurige kunstenaar)
zag gras groener dan zijn zijn
bergen die uitstekend dienden
heinden verder en steeds verder
deinden om weer vrij te zijn
alleen maar omdat hij niet bij zichzelf kon blijven
een vlucht naar voren vliegen
vogels in zijn hoofd
tenen die hij steeds moest volgen
geen weg terug maar waar-
heen zijn handen hem ontboden
helend om een ander heen
alleen maar omdat hij zichzelf niet was
er lag een ongelukje besloten
in een oogwenk of daaromtrent
van alles dat hier werd genoten
bleef hem steeds het minste bij
alleen maar omdat hij niet bij zichzelf kon komen
de spiegel weer eens voorgelogen
vertrok hij zienderogen een grimas
van alles los nog minder zijn
zichzelf verloren steeds meer
onderweg de rust was zoek
alleen maar omdat hij niet bij zichzelf kon zijn
een klein geluk school
waar hij het niet kon vinden
een ongemakkelijk stukje niets
het betrapte ego en die dingen
waaruit hij telkens weer ontsnapt
een oorkonde van eigenwaarde
dunk in hoogmoed van de vrees
die bij bergbeklimmen voor gaat
met zwoegen langs de wegenkaart
alleen maar omdat hij niet bij zichzelf kon
pech onderweg telkens tegenkomen
terwijl de tuinstoel op een achterafje lacht
hoe schoon en onontdekt de eenvoud
die daar onomwonden uitrust vanbinnen
uit genoten met wat disgenoten zelden
weg of onderweg en altijd thuis in dingen
die van binnen zitten nooit meer vrijheid
buiten zichzelf zoekend altijd spiegelloos
van geldensdrift ontbloot
alleen maar omdat hij niet bij zichzelf was
een verbrande kruin als kroon getuige
op zijn hoofd omdat hij niemand
of niets ontziend meer nodig heeft
om te geloven dan alleen jezelf zijn
hiervoor genoeg is om te zijn
zelfs de weg is niet meer nodig
omdat die afslag nooit genomen is
alleen maar omdat hij zichzelf weer was
(er lag geen weg meer voor zijn voeten,
anders dan die hij terloops zelf voorzag)
maandag 28 juni 2010
Het beeld van vrouwen.
Rimpelloos vervelen voor het brons.
(om voor eeuwig als gegoten te staan)
de voorhuid heen en weer bewogen.
Naaktloos met duimindrukken vergeven
het was gesmolten zat als gegoten
toen de vrouw werd afgeschreven
lag de gietmal aan zijn voeten
Nadat de blauwdruk zijn sporen had verdiend
zat het meisje dansend aan de afgrond
van een sokkel objectief bekeken
meer dood dan levend
door de kunstminnaar met liefde omgeven
Maar wie schetst anders
dan een vogel ontlastend
de verbazing nog een traan
op het hard glad gestreken
gelaten voorhoofd
zondag 27 juni 2010
Weet je uit te kijken
niet voor de verre reis
licht gekleed
een slappe indruk
van tot zo
een afscheidskus
niet om weg van te lopen
maar toch kijk je uit
wanneer je gaat
of toch verdwaalt
je de terugweg niet aanvaardt
want misschien bent ik ook wel
verdwenen
kijk je wel uit
waar we elkaar
weer tegen komen
--
vrijdag 25 juni 2010
Op deze plaats heerst rust
waar ze rustig samen
een herinnering vormen
met de bomen de schoon
geveegde grond geen spoor
van nalatig zaad
dat wilgen strooien
alles is zoals het hoort
van dit grijs ontdaan
in dit oord westergaarde.
hier tref je rust
wat vreemd genoeg
met bijgeluiden omzoomt
tien jaar aangeboden
voor het ontruimen
gepaard gaat het
met deze ordeverstoring
--
Bewolkt
ik zei dat dat niet kon
weer 'n ander viel daarover
hetgeen bezeerde men
sprak collectief van au
dit was wijs gesproken
het beest moest bestreden
dood desnoods hoe dan ook
Dat was wat men wensten
telkens weer wanneer
het de kop op stak en dat
was geen wonder voor zo'n
veelkoppig monster dat stak
telkens weer tezien
hoe pijnlijk precies de draak
werd gestoken met bezeren
men leed daar zeer onder
ging gebukt onder zonden
want de verleidingen van
het beest waren niet gering
men verviel telkens weer
bezeerden beschaamden
berouwden en bekeerden en
dan hup was dat beest daar
weer verviel men weer
stak de draak die verwondde
alom zonden het werd
als't ware
een beestenboel
zwijnenstal zondenval
zondermeer waarin men
telkens opnieuw dieper
verviel zonder dat er
stokjes voor gestoken
werden
geen wonder viel meer
te verwachten duizend
koppig werd het beest
een loer gedraaid met
vermenigvuldigen zoals
ook gebeurt met leven
in zonden de voortplanting
nam een heuse vlucht
er was niets meer
tegen opgewassen
dan een zondvloed
dat moest er dan
maar van komen
de draak sprak tegen
hem die alles overzag
ik kan reddend zwemmen
zij die mij steken niet
maar het klinkt bezopen
dat deerde niemand meer
zo is vreemd genoeg
de zonde gebleven toen
alles weer droog viel
de mens verdwenen
terwijl hun beesten
doodleuk rond zwommen
in overvloed van
het achter gebleven
uit de nood geboren
Vruchtwater 'n oersoep
daarin vrolijk verder
leefden
ze noemden ze later weleens
dinosaurus maar dat dus
pas toen ze, wij dus,
de draak opnieuw weer staken,
allang verdwenen waren
--
donderdag 24 juni 2010
Voor hen
vraag ik me af het te laten rusten
want zou het er nog wel toedoen
om door hen in leven gehouden
te worden met er niet meer toedoen
hoe zou je je dochter moeten beschrijven
tien jaar na haar dood of de vrouw vol levenstekenen geschreven door.
haar lijdende echtgenoot
een bestorven schoonheid op de koop
toe tegen duizenden geletterden
jaar in jaar uit weer opgegraven
nooit lekker gewoon dood
al die ogenparen die troost putten
uit de doodgewone. verhalen versen
regels strofen. een complot tegen
de dood voor het eeuwige leven
als kassucces
je wenst jezelf geen schrijvend leven
na de dood anders dan geborgen
vergetelheid. met een beetje
herinneren op z'n tijd
geen eeuwig groene klimop
maar liever een blauwe winde
even heftig klauteren dan bloeien
uitbundig en dan de nachtvorst
Ook gegroet
--
Gr Ries
Ik weet het is
toch stralend licht
die zachte windveren
tekenend mijmeringen
ik weet ook het is
staal blauw hemels
schitteren waar
achter de zon.
verscholen blikt
warmte omgeven
degene naast mij
beweegloos stil
ik weet ook, het is
--
Gr Ries
Uiteindelijk was'r'n een water-staat
moest bestreden worden, desnoods tegen de regels. Een minister riep
nog wel wat, maar dat hielp niet. Al viel de kamer over hem, de stilte bleef, .
al werd iedere geluidsnorm overtreden viel er niets te handhaven nu
iets oorverdovends was in getreden.
Men paste de procedures aan: men diende zich in het vervolg luidkeels te reppen.
Helaas, hoe het oor ook te luisteren werd gelegd, er was geen speld te horen, alles dempte,
doofde stomweg uit. Alles strierf weg of was al afgestorven.
Bij sollicitaties nam men zich voor om alleen nog schapen in dienst te nemen
met slechts een functie; er dient verplicht geblaat te worden. Dondert niet wat, zolang
het maar gemekker was. Veelvuldig overleg werd ingepland om de
zwijgplicht te doorboren. Men moest horen de waterstaat bestaat en dat
kun je horen ook.
Eilaas hoe hoog bevlogen ook in koor gemekkerd werd
alles viel in niet met slechts het begrazen van het eigen stukje
talud. Soms herkauwend, wel in toenemende mate, maar zoals gezegd het
was herkauwen: oude kost.
Na deze bevlogen oprisping om de stilte het zwijgen op te leggen is voor Boeing 747 gekozen. Geluidsbarrieres werd uit de kast gehaald: de stilte diende om bestreden te worden. Geen
geluidscontour was nog te gek voor woorden. Alles wat hoorde was geoorloofd.
Niets te gek of dol van woorden, niets hielp, alles bleef oorverdovend stil.
Bijna tot slot zijn, zeer schuldbewust, nog een stuk of wat jointjes strikefigthers aangestoken.
Het donderde niet het mocht niets deren. Na enig gemorrel
viel alles weer doodstil. Uit eindelijk is voor de ultieme uitweg
gekozen, er lag nog een stukje onaf snelweg om doodgewoon uit de
stilte weg te breken. Onder weg vernam een waterstater iets over
kabbelend water, een zogenaamde waterslagkracht, wat hij helemaal vergeten was. Hij trachtte nog te
remmen. Het gierde wel maar niets viel stil de motor raasde over de
kop. Een harde klap en weer, ja, helaas was als en iedereen rouwend
stil.
Ze waren de stille wateren vergeten met hun diepe gronden. Waar
zoveel spraakmakend over te zeggen viel. Maar door al dat wegwerk was
de teneur van de waterstaat om hun heerlijk dijklichaam glad te vergeten waar ze feitelijk voor
stonden. En iedereen verdween toen een storm bulderde van het lachen
hoe goed schuimbekkend het ons verging.
Er kwam een springvloed aangerold, die precies paste op een stukje plas dras land. Veel huizen stonden daar wat bezopen bij. Omdat een babyzeekoe loeide. Die, terloops bij de Maasvlakte in een mandje aangeland, toen zij de Nijl overstak. Daar hoorde de waterstater wel vanop. Dat ondanks dat, zijn bestaansrecht hem was ontnomen, door de ongekroonde kroon.Die nog stekelig de hoorns opstak uit hun voorland, feitelijk nu het achterland, van de Germaanse staat.
woensdag 23 juni 2010
Met water aan de lippen
waar in mijn baas afrekende
voor mijn poëzie die ik naast
wat bijzaken heb verricht
vergis u niet ieder woord
is van onschatbare waarde
daardoor alleen al onuit
wisbaar met alles
wat ik vastleg op de indruk
die van water kringen maakt
wolken uit het niets tot niets
verdampt dan't klamme vocht
waarmee ik u de ogen uitsteek
vergewis u dit complot is meer
geschreeuw dan barensweeën
waar een hele bevolking
uit is voortgekomen
--
Onhoudbaar goedje
een stralend vergezicht de ware zonsondergang
gedompeld of doordrenkt zoals je wilt in tegenlicht
is haar glansrol nu wel uitgespeeld ze telt de uren
af die tot het trage rimpelen over wateren
haar ware aard weerspiegelt lijnrecht maar haaks
op de horizon waar achter nog een wolkenveld
met moeite toont wat ooit zo lichtend zomer bleek
--
Gr Ries
Boerenroos
witromig van verdronken tijd
dat ooit uit het verleden de armoede sprak
uit iedere hoek waar woekerend dit gewas
vrolijk weelderig uit pure ellende tierde
in schermen van het boerenbedrog
hoe stinkend rijk de overdaad zich herschikt
tot fluitconcert van de prille zomer
--
Moffen om de handen, beurs van de kou, te warmen
of op als witte schimmel krimpen
ze aan de kusten verdicht
tot zwamvlokken
zelfs kentekens verraden hun oogwit
uitpuilend gerief dat voortvarend bewegen
nooit eens wind tegen altijd voor
anker om te zekeren leven is uitvreten
de wereld een gehaktbal
op het barbecue gerief
wat aangebrand aan boord gehezen
vrouwenvlees met mannelijke hormonen
omgeven bezorgdheid over de zoveelste kras
die ongemoeid weer tonnen kost om uittegeven
--
Kunstgras op het terras
warmoezen is net politiek
Paarse capucijntjes nog niet rijp,
rode bietjes halfwas, groene
(spinazie)blaadjes reeds geconsumeerd
maar oei oei ja die blauwe dag
belooft wat met de rode melde
die pimpelpaars uit de grond schiet
--
Maat nemen
hoe gezond moet je zijn om te leven
hoeveel is genoeg een maat der dingen
dan wanneer wij verdwijnt
en jij en zij verschijnt
ja dan
is de dood zeer nabij
--
dinsdag 22 juni 2010
Steeds meer taal
een boek met prijzen
in de wacht een auteur
die zelfmoordenaar
was zwaar onderschat
werd steeds fraaier
verwijderd van zijn graf
dat alles op de
een nalangste dag
alsof de hommel daar
bekommerd door was
hoe in de vorige eeuw
de schijver er een punt
achter bedacht terwijl
met het grootste gemak
de zon nog steeds weer
haar hoogtepunt bedacht
de dagen schrikbarend
waren opgeschrokken
met een muggenplaag
waar uit temeer bleek
dat uit de samenzwering
van idioten god is dood
een theorie opnieuw uit
-gegeven door de natuur- en
ik opeens mezelf verkoos
om zingevend door te leven om
en nabij dit wentelpunt
waarop ik uitkeek
--
Wondklaver
opzoek naar blaadjes in het gras
dan in een enkel loofje groen
dat nooit eens wondklaver betrof
--
Gr Ries
Hondsdolly
op het oog van de camera
zag onmiddellijk hoe vrij ze was
als fokteef opgegeven speelbal
wenste me haar tot maat
maar bemerk dat afstand
nemen dat niet toelaat
dolly daar in 't asiel vrolijk
spelend verder gaat verblijf
ik bijtend op het hout
mijn hondeloze tijd
--
Meer gelijk water dat rondom oevers kent
met zekerheid is omgeven
met vertwijfeling over
de harde werkelijkheid
of ik daar buiten kan
stromen zoals in mijn hart
--
Opbreken van de langste dag
ligt de langste dag allang
achter de kortste nacht
is in balans met een zonnestelsel
vol onzekerheden over
de sterrenlichamen die ik verwacht
--
Grienden
de zwaluwstraat aan asfalt
verkleefd met'n opmerkelijke uitleg
over de inhoud van het te jonge lichaam
dat zojuist nog vliegles kreeg
tussen het rijshout ontsnapt een zucht
dat restte van een stevige tegenwind
sompig werden wilgentenen geoogst
de knotten stonden afgeladen leeg
gerooid en uitgehold te hongeren
in het riet klonk zwaarwichtiger
dan verwacht de roerdomp
de tijd nam een vlucht een eigen geluid
er vloog een gedachte die ontschoot
uit de dubbelloops en er verdampte
nog meer hoop uit het gesloten seizoen
waarop gebroed moest worden
in plaats van te luister gelegde dood
dat getekend door het voortrazend
leven de vlucht was ontnomen
uit dit bijna vereeuwigd jachttafereel
--
1 nachtelijk waken
waarin huid en haar
ontbrak bedreven
zelfs de nacht
die nog gebukt gaat
in de rust snakt
eenmaal om woord
voor woord uitgesproken
beleden tot leven te komen
verlustigd in het strelen
de klanken van om en nabij
de kortste nacht zo vreemd
dat nu alleen terug te lezen
de weg in duister
waar haar ogen
dat zien door te krijgen
zondag 20 juni 2010
Verwekt
Bevrijd of ter been geholpen?
Misschien wel meer nog bijeengeraapt,
of samensmeltend gevoegd;
uit specie met een of andere steensoort..
In ieder geval bent u hardleers geworden.
Wat temeer blijkt uit uw ingewanden,
waar zoveel menselijks u tot spijt
vervreemdt van alles
wat zachtaardig leeft ooit
van vlees en bloed geweest.
--
Slotermeer
waarop het platte dak weer kwam te staan
waaronder ik vertoefde op drijfzand
nieuw bestaan met een beeldbank
als geheugen voor wat daar teloor
voor is gegaan in een lomerrijke
doodlopende bomenlaan
van de sloterdijker meerweg
dan er ooit van heeft bestaan
Een verleden
nietszeggend in je leeft
je aanvreet doorweekt
als regen aan je kleeft
waarin alles verbleekt
ruimte die niets inneemt
waaruit je vervreemdt
geen weet meer en meer
verleden minder meer
steeds meer verweer
nu echt 'n laatste keer
--
zaterdag 19 juni 2010
Onbezonnen
loert verdwaast wat naar het ondergoed
dat gelijk bloemetjesbehang aan de kont plakt
van een vrouw die voor je uit het rokje
uitwaaien laat gearmden vijftigplussers
die je wel wilt vastleggen of omarmen
op z'n minst vanwege hun preutse vrij-
gevochtenheid met spijt omkleedt
schurk jij tegen de lantaarn aan en overweegt
uit eigen belang hoe stijlvol hij haar mint
zo over de boeken heen een zoen
waaruit de liefde klinkt van slappe kaften
thrillers van het eerste uur een zuur
verdiende smaak of voorliefde
voor overspel dat al lezend haar ontging
--
Winde
wat zichzelf groeiarm verdringen laat
verslaafd aan licht daarin bewegen
is geen van beide vreemd te bloeien
verstikkend overwoekert raken
maakt al het verhevene waar
zowaar als de bodem ingeslagen hoop
verstrikt tot in wortels het gevecht
leven op dood opgelost
in minerale bestanddelen
dit bestaansrecht waar naar
beneden toegericht beslecht
tegen zwaartekracht in zich richt
blijft tot het bittere einde dor
de zachtheid van de verbleekte
afgestorven uitgedroogte huid
--
Oranjegekte
je ing pas -noodzakelijkerwijs- gebruiken
toch de moet opbrengen kleur te bekennen
dat je trots de eerste goudsbloem ziet bloeien
op de moestuin, verbaast zien hoe opvallend
de peentjes kleuren dit jaar.
Gelukkig zijn er alleen rode klaprozen dit jaar
valt de fletse spijkerbroek niet op
onder mn witte T shirt waarmee ik
anders zo vreselijk zou afsteken..
--
vrijdag 18 juni 2010
En dan lees je
dichter schept een lulverhaal op over bosvioolen in de sneeuw oehoe
die hij niet eens kan onderscheiden van de ransuil en hij lult maar
verder over bloemen die hem beroeren kunnen omdat ie te dom is
om te beseffen dat een hondsroos
geen gevulde theeroos is die hij zo bewondert
als geknutseld menselijk vernuft en
niets vandoen heeft met de schoonheid
van de poëzie wier eieren gelegd
in een rups die nooit de dagpauwoog oplevert
uit de brandnetel die hij zo verfoeit en
moet leren leven met de parasiet
die daar heel dichtelijk uit kruipt
--
Het land aan leven
weethebbend van het platte land
stapte je op de fiets naar buitenland
toen hoorde je de tijd
nog vluchten voor lawaai
stond je stil bij een grenspaal voor besmetten
daar lag het verschil: melaats zijn of niet
je dook gewoon onder in het groen
lome zwoegers dun katoen langzameraan
dan gewoon te doen was alles
zo een beetje fatsoen dat in een windvlaag je omhing
jij was het verschil later thuis gekomen
dreef een groene weduwe in de vaart
der volkeren opgenomen werd alles
hoornsdol ging vreemd de proviciaal
fietsen met een stadsbewoner zo uit
z'n hol gekropen de wijde wereld in
strijdend ten onder over zandwegen
werden snelwegen aangelegd alles verbond
bleek je geen weet te hebben
van de stadsbewoner die alles
anders behoorde tedoen
gebruikelijk naar jou zin lag dicht
de bebouwde kom een weiland verder
akkerde jij door en stond er niemand meer
bij stil langs een karrespoor dat
zoals het hoorde met een picknickmandje
vierwielgedreven werd
zat er een boer naast je
zo te zien ook uit Amsterdam
--
donderdag 17 juni 2010
West werd oud west
zo'n vlucht naar buiten in toen
grootstedelijk verband in nieuw west
geuzenveld en slotermeer alles blonk
de wederopbouw stonk nog naar beton ik was te jong om te beseffen dat polders
teloor gingen aan vergeldingsdrang vreemd genoeg hield de eendracht
redelijk stand daar kon je buiten spelen lagen urnen en mammoetskiezen
te graai werden schuren uitgebrand
leerde je vingeren omdat je acht werd man was en iets te zijn
nooit gedacht dat gastarbeiders behalve vuilnisman italiaan of spanjool
ook eenzaam konden zijn en hetzelfde dachten
maar nu zelf wat jaren verder heet een allochtoon
die nu mijn jeugd uitwoont tot een meerderheid waar ik nog zoveel
eerder de beest uithing
we droegen andere kleren boden onderhand
verzet verstoorden meer dan dat we ons stoorden met vertier
maar kwamen op hetzelfde uit
al leek het toen bewust gekozen drift
waar geen speld meer tussen te krijgen
viel alles anders uit en werd en moest tegen vervuiling van die netjes was uitgevonden een verzetsdaad die je pleegde werd een goeie linkse
je nu weet hoe hopeloos hetzelfde alles is gebleven links verloederd rechts verzacht alles zwaktebod niets dan middenmaat
een stad die schaalt wat op met bankwezen en raakt bevolkt
met autochtonen waar de ouders
met vreemd accent het tegendeel van beweren
wij hadden overlast van geimporteerde drenten en friezen
die volslagen anders bekten
is de boer al op de vlucht geslagen
kwam die binnen of heet
natuurbeheerder wat uiteraard hetzelfde
bekt 't is onveranderlijk groen dat het loodje
legt en je je ergert aan de jongetjes na twaalf
die zich ergeren aan homo's joden en zichzelf terwijl ik me goed
gereformeerd herinnerde
dat de term nikker en voddenjood bestond
poten en potten de kerk uit werden gesmeten
waar je je dan lekker tegen afzette
als tijdsverschijnsel van overdrieven
depressies omdat het zo hoorde in die tijd
dat niet zoveel opgeschaald werd tot verstoring
van een wereldorde door gewoon bij naam
te noemen waar het hoorde
luisterden men wel (?) ik diep nog weleens wat op aan fossiele rest
tref een werkelijkheid
met prehistorische trekken
die verdacht veel lijken
op het binnenskamer gemompel
dat nu nieuwe media heet
toen hypte bij verzuiling
--
Verberenklauwen
deze gigant de winkel
over natuur verloederd
geen poot om op te staan
of er steekt vliezig wit
een kroon op het ontluiken
is een overal op normen en
waarden waar eerder nog
andere exoten de kop op
staken verwilderd nu
ons vaderland door deze
gebleekte kroon dat wortel
schiet en zaad ontkiemt
in ons zo maagdelijk schoon
dichtgegroeid tollerante land:
waakt o eng beschermd land
uw erfgoed verloedert rap
--
Wilgenreservaat
geuren weelderig op het oog van bloeien
maar verder een en al wilg vandaar de naam
reservaat aan de voet bekleed met oneindig
veel brandnetel van doorkomen is geen sprake
zonder sporen na te laten van die inbreuk
in je massief bestaan
slechts een doorbraak door de rietkraag
laat mij binnen de gemaaide banen naar je hart
waarin je brand in laatlicht en vuur je kroon
bestookt komt dicht begroeid de lucht
wat in beweging je steekt uitstekend af
maar waar wilg leg jij je zaad te kiemen
van je voortbestaan als straks je omvangrijk
lijf doorzakt onder het gewicht van jaren
en zelfs je hoogste boom door zwicht
terwijl steeds meer molens om je malen
waarbij jouw kroon nauwelijks neigt
woensdag 16 juni 2010
Natuurpark Nederland
Zohalverwege de evolutie blijven steken tussen ezel, drommedaris en
een ree. Door pater David uit de vergetelheid gered om hier, misschien
droomde hij daarvan, met een harem de kerels van zijn lijf sloeg.
Het beest is een succesformule nu laagland leegloopt: kutmarokkaantjes
inmiddels hooggeschoold dit ondergelopen land allang verlaten: hun
nieuwe vaderland als 4de generatie alweer ingeruild voor hun 2de
nationaliteit: het moederland Marokko.
De bever is geen exoot maar plaaggeest voor de plasdras veluwe met z'n restanten beukenschot. Ooievaars minimaliseren kikkers en otters ontnemen de vissers hun pret, terwijl zeearenden meeuwen gelijk een plaag.
Crisis na crisis teisterde de dijken en het diepgezonken land, tot
Bang-ladesh aan Zandvoort zijn intrede deed. Iedereen wakker lag in
een nachtmerrie alla Zeeland. Banken hielden goed stand als baken in
het noodweer. Als de werkelijkheid niet met zoveel doden was omgeven,
kon je genieten vanaf de ABN-AMRO. Vreemd genoeg, ondanks de arrogante
palen, had de ING een zware dobber in dat noodweer. Nu het alweer
tijden eb is zit ik op de Schor Schokkerhaven en loop geregeld over de
kruinen van Flevoland naar de moerassen van Almere waar Amsterdam ook
deel van uitmaakt. De Germanen met hun vlootdagen bevolken de
Zuiderzee, hun voorland ons laagland de wadden van de Rijn en IJssel,
met even ten zuiden de villadorpen aan de Maas. Grijslingen bemensen
deze treppen en wierden, doen goed nering in de recreatiesector die
anno 2010 nog de kurk leek waarop Nederland het hoofd boven water
hield. Deze sector is de enige natte industrie die Batavia rest. Er
zijn wandelpaadjes aangelegd op oude snelwegen door de industrieen die
als roestende spagetti boven de ondergelopen maasvlakte uitsteken. Ze
zijn symbolen en gedenktekenen van een verzopen machinerie met
aardolie.
Vandaag kwam de president van Brazilie met een rest oerwoud zaad uit
de Amazone, en doneerde die met de hoop uitspreken dat dit
rivierenlandschap met zijn nieuwe nomaden compenseert wat bij hun zo hopeloos het onderspit delfde en verzandde in woestijnlandschap.
--
Vrouw in 't bos
Drie zuilen in het bos.
Wellicht metaforen
voor bomen? Nee, terwijl ze verder streek
steef de huid, meer synoniemen
van de stammen, om het even
pilaren waarop ik 3 boedha's tooi. Een spirituele grondslag. Is het
niet cynisch bedoelt? Nee geenszins ik heb een mantra,
bedrijf al 22 jaar de meditatie.
Ik wenste haar succes en
maakte mezelf de belofte
nog eens terug te komen
voor oktober. Waarop het antwoord
schuldig bleef hangen tussen de bomen.
Zij schilderde met kwast de bomen,
de kunsthars droop ervan af. Wat zij zo uitstekend afbeeldde stond bewegingloos in het gelid
Kikkers luidkeels de vergankelijkheid
onderschreven dat deze kunst in een jaarlijks terugkerende route
langs de pater davids herten
waar juist een bronstig hert
zijn kudde bijeen dreef en
ik mijn weg vervolgde:
even doelloos als ik hem begon.
Ik weet haar naam niet, dat zit mij niet dwars. Het zou hier wel gepast staan, op de laatste regel.
--
W'09
het had een tijdbom kunnen zijn maar
zonder onstekingsmechanisme
van oninschatbare waarde
om leven uit te schakelen
dat tot herinnering verteerd
het stinkt niet eens meer
dan je eigen huid die teweergesteld
weerbarstig aangeeft
waar het taant
nu het mes boterzacht is uitgegleden
--
dinsdag 15 juni 2010
O de ballen
van man tot man
het haar ook kwalijk nam dat zij daarbij kwam
met zoveel ballen eerder al ter hand dan
ik bevroeden kon hoe hiermee klaar te komen
zij het spel beheerste zonder schromen
waarin ik heer en meester dacht te zijn
met op de bal buitenspel spelend festijn
--
De jeugd
terwijl Nederland elders won op doelsaldo
liepen de kwelders leeg en kwam de wind
opzetten met kinderen met het veulen
speelden en vrolijk tureluren lieten zingen
hoog bevlogen scholeksters de maat namen
de vrouw vroeg naast mij opkomend
of de zeehond uit het wad kwam
waarop ik het anwoord schuldig bleef
terwijl luidkeels stemmen uitzwermenden
nodeloos de dierenambulance aangereden
redding bood aan de vervoersproblemen
--
maandag 14 juni 2010
Her-inneR mij
maar altijd iets van achteraf wat paste
bij halverwege of bij't ongerijmde af
zoals bij nooit gedrukte dichtbundels
op m'n lijf geschreven
altijd bij de beesten af
waarin ik mezelf ontregeld weggaf
gelijkend op spagetti sliertjes
of rafelrandjes het paste tollend
wonderwel op de tanden van de vork
maar telkens weer die eindjes gelijk
samba pa ti op lotus je hoort
in alle toonaarden dat iets niet klopte
toch speelde op gehoor de klank
weemoedig door dat het werkte
halfaf dat is het: nooit perfect
tot in de puntjes maar toereikend
zoals het hoort met vraagtekens
omgeven of het nou wel goed was
of juist net niet helemaal bij je hoorde?
meestal hield hij van wie het bij hem
uithielden al vroeg je je dat ook weer af.
--
Het lichte glooien in de wind
hun neus ophalen
voor een tuinhart vol
nietszeggend gras
maar dat komt natuurlijk
omdat zij zich nog niet
zo nederig kunnen buigen
voor het onooglijk kleine
de schoonheid van dit gewas
dat zacht ruisend wenkt
voor wie het allerdaagse hervindt
dat het gewoonste veelal
het mooiste de aren
van binnen tooit
--
De rukker
speeltje voor de nacht
handen op de dekens
wat anders
had je dan verwacht
aanbieding voor een fluitje
toetert stijver hard
na 22 mispunten overspel
ballen naar de kloten
sport waar natrappen niet gaat
lult iedereen over buitenspel
omdat het binnen nu eenmaal niet mag
--
Gr Ries
zondag 13 juni 2010
Alle slakken naar het oosten
vleermuizen de nacht
onder luidt gejubel van de merels weet
niemand meer hoe laat dat was dat je sliep
voor het onwaken door het kwaken
dat daarmee gepaard verried
hoe de wind was gaan liggen
op een viltig wit vergezicht
waaruit een koekoek sprak
van laatbroeders die met van geen schijn
van kans dit alles zagen vervliegen
met uilen in kattenkruid
was er een nachtkaars die bij hield
hoe de nacht gekort stilviel
--
De weg dan
is er ook een oorsprong
zoiets dat je eerder hoort dan ziet
omdat nu eenmaal sneller is maar niet
altijd waarneemt met vraagtekens
geluid vormt stuurloos daarin
nu een onmetelijke ruimte
er is dan ook nooit iemand gedood
door de waarneming daaraan
maar wel aan de gevolgen daarvan
een afgelegde doodlopende weg
die je touwtje springend nemen
kan of huppelend naar het einde --
De ochtend op je huid
met andere ogen voetje
voor voetje gras weer
horen groeien
in gedachten verzonken
ontwaken aan de stam
waar aan ontleent warm
je verbaast mannelijk
weer weet hoe levend
de adem fris
je lichaam streelt in deze
verzadigde lucht
die handen heeft
--
zaterdag 12 juni 2010
Ahha op sterk water
voor de mond is één grote
recensie van dichtregels
op papier of tekstregels
in gedichten
met hier en daar een auteur
of iemand anders die kan
schrijven van koren en kaf
schoven gebundeld of boek
verslag tot ingebonden verzen
samen geniet in tientallen
vellen reclame teksten
oErOl
voor zijn beurt op Oerol
gelijk dat het aankomt rollen
als leven na de dood herrijst
komt randstad weer bij zinnen
uit een staat van ontbinden
op een eiland voor de slijkkust
hoop zand wat pijnbomen
van toneelstukken te keur
met het ontsnappen wat
je begrijpen kunt als vast-
houden van overlevingskunst
die voorzitten in zich heeft
iemand uit de 2de handskamer
neemt dit eiland welwillend aan
--
Komrij
opgeblazen spreekbuizen
hij steeds meer lijvig
aanwezig een brulkikker
gelijk vleselijk geweldig
met wangzakken omgeven
blaakt hij in dril
doordrijf ververmogen omhoog
gekomen jong talent verslaat
hij in deze vijver is hij
als hij al niet overdrijft
Heer en overdreven ons meester
Anna Enquist
verloren achterlaat
haar breekpunt maakt
wanneer het nergens meer
over gaat zoals zij
uitgeschreven raakt wijst
zij de leegte
aan hier uitdrukt
dit bestaan dit verstaan
zij is al bijna
onvergeeflijk serieus
ze heeft geen
voorhoofd getaand
lede ogen gezind
tot talen toe daarin ik
lees haar doodleuk
door en sta versteld
hoe zij mij achterlaat
--
Het alterego
die op je wacht
de vrouw die
je omgeeft
de man die dieper
tot je doordringt
de nacht
zoals je had verwacht
ben ik de vrouw
die je verkracht de man
die jou hier aanrand
het zedenmisdrijf
in volle teugen
door de dag
waarop jij
wordt verwacht
die dag die wacht
genomen en genoten
bezeten en verzet
gebroken en gered
bevrijdt gelijk
aan jou ben ik
voor een keer een
de zon die door
de maan verbleekt
gepaard misbruikt
volledig voldaan
--
vrijdag 11 juni 2010
Flauw licht
het dichte kroondek van de bomenlaan
waardoor geen flauw idee loopt opgepaste afstand
van elkaar hun zijdelingse schaduwpaar
van weerzijde beschenen hier
past trots verweer om eerzaam voort te razen
in de kille avondlichten geen weethebbend
ongemak zeult gemakshalve mee tot halverwege
de wolkbreuk zicht geeft op maanovergoten
straatbeeld van de zelfkant die uitgehongerd
neerstrijkt gelijk een ransuil in duikvlucht moord
pleegt omwille van het voortbestaan niemand
klaagt of spreekt van wreedheden
wanneer een slachtoffer overreden wordt
door medelijden het bloed moest toch al vloeien
om het even uit de goot haar schoot
of door het hoofd van een verdacht persoon.
--
Vroeger ja, eerder ook
te verdrinken
in een fles zat
ruimte genoeg
voor meer maar paste
zo verdomde slecht
om door de ziel
te friemelen
al dat leed
wat ik mij had
te verzuipen
terwijl ik kokhalzend reikte
naar een wijder hals waar uit
vergoten alles uitvergroot
niets meer bleek in te zitten
dan tot op de bodem gaand
juist ja dat wat ik vroeger
in mij had
--
Er komt een dag dat
afgeladen is de boodschappenzak
met jonge wijn en oude kaas
het hengsel brak ik lachte het lag
er net nog maar aan dat te vergeefs
of voor de geef het opgeraapt
bij een straatfeest bleef omdat
geen wijn mijn lippen leest
de kaas die brak geen vlees
met godszegen je uit mijn bed bleef
terwijl ik juiste in de vreze van de heer
niets liever deed dan broodnuchter
je omgaf met alles zonder dat
jij wat bij je had niet meer
dan een ijzer sterk geweten
hoe bezeten naar de kloten liefde smaakt
dat in een nacht vergeven te beleven valt
omdat door alles heen nooit meer te vergeten
--
Het gebroken hart
daar houd je alleen je hart bij vast
dat klopt voor net meer dan de helft
de rest is spoorloos weggegeven
gewoon te grabbel een hartstilstand
dat klopte wel met wat er rest
een gebroken hart dat niks vermag
dan afwachten wat het nog mag
hoe deelbaar kamers ingeruimd
die nog opgelucht dat pak zijn
van het hart dat lastig maakt
wat eerder al gebroken bleek
--
De Vman
de wil zelfs bezit om uitbetaald voor dit
zijn genot daar ook in vindt om klaar
te komen dagelijks keer op keer maar
weer zijn jas uittrekt om op en neer
met frisse tegenzinnen heftig tekeer
op zijn beeldscherm van leer trekt
de zin bewerkt tot ieder punt eruit
is aangestipt zijn lidwoord verrekt
aangedikte tussenzin de frisse spruit
schenkt aan het puur genot van dit gedicht
zijnde stevig stukje mannelijkheid wellicht
vannacht met ogen toe hem van puur genot
Haar voorziet van zaad van slap gelul tot slot
dat zij als dagelijkse kost ervaart uit z'n mond maar zelden in orgasmen de nacht verstomd
--
Wormgaten
is verleden is een dood tafereel
je ziet het op de rug en gaat
er aan voorbij het speelt
geen rol meer hoezeer
ook de oneindigheid nabij
de blinden voor de ogen
sluit met het dichten
van een kuil
waarin verdronken licht
kloppend met tijd tikt
op het onrust dat niet
opgewonden zwijgend overziet
hoe vleselijk bestorven
onomwonden ook het uurwerk
ten ruste is gelegd
--
Beperkt gezichtsvermogen
donderdag 10 juni 2010
Van hout alleen
uitgedost tot zomersvol schaduwwerpen
winters zwijgen tot staken hemelshoog verheven
maar altijd gestemd in wind en regen stroomt
de zon aandachtig de wereld in
tot de nerven gegrepen in energiebanen
van boven naar beneden komt sterker nog
de verbeelding van de kiemkracht tot leven
hoe eeuwen samengevat in jaarringen
nu geveld hier bloot weergeven van naakt
bestaan ontluisterend gefluister
van de kettingzaag die brak wat
nog mensenera had kunnen bevatten hoe
enkele hand die met gemak schoonheid stak
sloopt dat zovelen rust bood op het oog
in beschermend tooien van de scheppingskroon
gestoken lag die uitstekend de engte
verstrengelde tot één begrip
--
woensdag 9 juni 2010
Wad
een vreemde vrouw uit niets
dan achtergrond voorbij zwierf
door heinden heen verdween
verscheen aan mij haar lichaam
in een taal gehuld van zwijgen
vervloog in de schoonheid zonder
weerga in de herinnering blijvend
hoe de ware vergankelijkheid wijkt
--
dinsdag 8 juni 2010
Landschappelijk
een zwart sierlijke belijning
gespot op afstand in de kijker
vervlochten schoonheid
langszij liep zij in weids gebaar
barrevoets uit slijk en water
verdween een oogwenk later
een indruk in haar voetspoor
achterlatend dat wad nooit
vergankelijker tooide
met voortrazende paarden
de eeuwigheid versmolten
achterlatend
--
maandag 7 juni 2010
zondag 6 juni 2010
Kutlichaam
rond beseft temeer klaarkomen
is geen sinecure
is het geen wonder
het is geen wonder
dat na de penetratie
van het zaad na de daad
de celwand genegen toelaat
te versmelten tot deze onverkwikkelijke
die paraat met breuk
hartkwaal spieren soms
verkrampt tot een verhaal
--
Misplaatst
een vriendelijke groet, een gebaar een vrouw in een portiek,
opvalt schaars gekleed. Ze lacht breed, haar
boezem knikt gewillig, terwijl ik in de lach schiet van een gebaar dat mij wel zint omdat de opgewektheid
tegen betaling is. Haar onderbroek is zwaar
gekant in alle openheid een fruitig gezicht,
met blosjes losjes gedrappeerde haardracht.
Ook haar vriendelijkheid verstreek met een luttel
handgebaar, toen ze begreep dat voorbijgangers gelijk, ik meer van
gevels hield dan het raam. Waarvoor zij was ingericht, vervuld van
twee
mannen die haar welwillend tegenspraken.
--
Droomhuis
valt weer tegen. Iedereen dezelfde richting in een afvalrace. Sommigen
slanker worden dan de tijd anderen dunnen gewoon uit.je hebt dan ook
uitgewoonde tijden en tijden die vergaan, tijden om bij stil te
blijven of erbij te blijven staan. Maar altijd weer verstreken tijd.
Verloren, of vergaan: uitgestorven tijd. Tijd om haar te verliezen,
tijd om kaal verbrandt groeiend door het schedeldak tegaan. Tijd om
haar te weten dat overal ontstaat. Er is overal tijd voor, maar nooit
eens tijd over, nooit eens tijd dan tijd die in het verschiet nog
uitkomst biedt van dat wat je eerder naliet
--
zaterdag 5 juni 2010
De waslaag
met zich mee
zeult. om te vergeten een lastig pak
schuldenlast van werkelijkheden
dat toornt in woede uitgebarsten
hoog verheven boven gelaten
in de plooi getrokken gezichtspunten
die uitgewist slecht een beeld weer
gegeven gehouwen uit het zweet
van aanschijn verbrandt in een bijbaan
om de eigen zonnensteek blindt verbeten verwoedt tot pogen te strijden
tegen werelds doodvervelen
--
Gr Ries
Languit
in kinderschare met een wereld
om hen heen geslagen zekerheid
dat hij de vlucht naar buiten heeft
genomen en zij zo zorgzaam
dit aanziet komen als een aardbeving
bij heldere hemel waarin de sterren
onverandert in hun schijnen
de eindigheid weerspiegelen
--
vrijdag 4 juni 2010
Niets wordt iets
op een plekje opgeborgen
maar ben het plekje kwijt
het was een doel
om naar te streven
maar ook maar toch
het doel was zoek
het hield niet over
te weten hoe zinloos.
alles was niets werd
geschikt om op te geven
de zere plek het doelloos
de zin der dingen
juist daarin bestond het
weten van vergeten
waar leven uit bestaat:
Iets een juiste plek te geven
met de dingen die je doet
donderdag 3 juni 2010
Stel je voor
je door heen kunt lopen
iets waardoor
je kunt lopen iets
dat meewerkt in bewegen
iets dat ook
kan tegenzitten
iets waarvan
je warm wordt of koud
iets dat
onvoorwaardelijk is
voor leven
dat je omringt
iets dat zo
vanzelfsprekend niet is
iets waar
je dwars doorheen kunt
kijken
iets dat
je omgeeft dat in je leeft
je bloed verzadigd je longen
vult ongrijpbaar overal
aanwezig
dat moet god zijn
waarin je leeft
--
Gr Ries