donderdag 31 juli 2014

dinsdag 29 juli 2014

Waterschade

Ook ik ben op een Westoever opgegroeid
waar is ook dat ik niet meer taal naar mensen
zo onverstaanbaar is mijn jeugd daar uitgewassen

van braakliggende gronden tot gevestigde orde
die ik nauwelijks meer aanhoor in vervreemding
dwaal ik door mijn bakermat waar staatslieden

aan de muur gespijkerd verwijzend stilaan
tot naambordjes van erflaters uit vervlogen tijd
die tandeloos de afbraak gadeslaan tot puin

een ouderlijk huis dat uitgewoond vervaagd
er waart weer haatdragend de verzuiling waar
zoveel identiteitscrisissen uit voortvloeien
van mensen die zichzelf vergeten zijn.

zondag 27 juli 2014

Achter glas






Fotohoekje

De afbeelding op de lichtgevoelige laag
waarvan de herinnering gewist is staan
scherp in kleuren weergegeven

Het verhaal ontbreekt achter de beelden
een gebeurtenis is naamloos blijven staan en
was hoogstwaarschijnlijk op aarde geschoten

er worden lichamen op weergegeven
die allang niet meer in leven nog lachend
vastgelegd voor eeuwig in kort tijdsbestek

er zou een moord kunnen zijn gepleegd
of gewoon omgekomen door de tijd
een achterhaalt verhaal uit het verleden

er speelde kinderen vadertje en moedertje
die nu grootouders zijn in hun geweten
van kleinkinderen krijgertje spelend

op geweide grond waar diepdoordacht
nagelkruid opschiet naast vrouwenmantel
brandnetel en brandende liefde stoeit

opgewonden boeit de verschroeide aarde
bloemrijk bezaaid met relikwieën een orgie
van moderne archeologie voor schatbewaarders

zaterdag 26 juli 2014

Vezels

Er zijn mensen die alles rauw verwerken
anderen zijn daarentegen onversneden
blijven liever of beter zelfs uitgekookt

zelfs drooggedept na het vollopen
zichzelf te koop of voor lul gezet
er zijn er die vleeseter blijven

terwijl er lieden zijn
die bloed kunnen drinken
van een ieder waar wat mee is

gelukkig zijn er ook doden
waar niets dan goeds mee is
zij redden ons het leven

jammer genoeg alleen
blijft bij het leven iedereen
doodgewoon mens ach

waren we maar allemaal
uniek voor we verdwijnen
uit vlees gesneden gebeente

vrijdag 25 juli 2014

Ontwapenend

Wij zijn tot de tanden
toe bewapend
met woorden

Wij zijn oorverdovend
met kanonslagen
in taal

Wij zijn tot wanhoop
toe in staat
gesteld te ontwapenen

Wij zijn van vlees en
bloed vervreemd
vredelievend bevreesd

Wij zijn een
met zoveel lijken
op wie wij eens zijn
geweest

Wij zijn onbewapend
onverschrokken
op bezoek bij onszelf

Wij zijn het meest
met angst begaan
stil blijven staan

Maar wij gaan ten strijde
met opgestroopte mouwen
met lege handen
met goede moed

Komen wij daar aan
om lichaamsdelen samen
te zijn
of eenzaam
te gaan

Wij zijn om maar te zwijgen
woordvoerders op het slagveld
met stomheid geslagen
alleen

Wij zijn alleen maar
o vergeef ons daar ook
geweest

Wij zijn misschien straks
wel dé vermoorde onschuld 

verwerkingsbedrijf


ontschoten

(Oldenzijl)

woensdag 23 juli 2014

Rauw vlees

Er zijn mensen uit de hemel geplukt
ze dwarrelde als bloemblaadjes
naar benee,

het was ons
haast ontschoten
wat halverwege
onverrichterzake is
om onherkenbaar toch
de terugreis aan te vangen
hoeveel klein leed we zijn
zo op een hoop
van leven gezet
slechts tendele
zijn in onderdelen
onuitwisbaar leed
geen twijfel meer
te weten dat zoveel
daar
o wrede achtergrond
is achtergebleven

dinsdag 22 juli 2014

Eiland in de groene zee

Alles is hier
doodlopend

derhalve is
een kanaalpand
de naaste buur
een slooppand
een dijklichaam
peppels achteraf

een man op nummer 10
een ren of wat
met kippen daarin
hij telt z'n zegeningen
de hanen zitten niet apart

pompstation
aan het gas
verslingert
ooit jaknikker
is lotgenoot

op bewogen gronden
wordt alles overwogen
de waterbeheerder
legt de lat wat hoger
een maatstaf
veiligheidshalve

een Antilliaan watertandde
maar sloeg z'n beurt over
een vrouw miste het gekakel
de mannen krakeelde
luid bevlogen
over het vlees

geen kwaad woord
werd er gesproken
over de doden
die worden overgevlogen
het leed geen twijfel
waarom het ledematen
regende die dag
wordt niet vergeten

geen haan kraait
erna wat de bodem wordt
ingeslagen hoop
wat nieuwe vijand
beelden duiden dit
hij is onder z'n gevleugelde vrienden
een keizer vol kiezersbedrog
de mannetjesputter
die het nachthok in moet
desnoods voor het smoren
van holle fratsen of z'n vege lijf
er rijdt geen trein
op dood spoor
is geen levende have
in ontbindende factoren
geweeklaag
rest slechts
oorlogslachtoffers
en andere overlevenden
op het eiland
in de groene zee

de man met zoveel woorden
woorden te over
hield z'n vijandsbeelden
tenover als nooit tevoren
hoe had het zover kunnen komen
al die dromen die hij schiep
in de duigen die het viel
hij was erin gaan geloven.

Aap mijn gedachten

(niet na)



maandag 21 juli 2014

Hij is niet die jonge meer

Het strijklicht valt
actueel met de focus
op het witlicht brandend
op de wallen
onder het rond glaswerk
dat gedragen
door z'n neusbrug staat
we kijken stom in zwart
wit naar de komediant

honderd jaar beeldmateriaal
passeert de revue in een oogopslag
de man in beeld gebracht moet
daar is iets mee en ziet
dat alles te zien is
hij praat daar luchtig omheen
ach hij kan het aan wanneer
ontvreemd er iets mist dat must
want hij maakt er wel wat van
een toneelstukje over de problemen
die hij zwervend weer de baas kan
zijn

hoe belegen kan de humor zijn
hoe zeer is gekscherend hij
de metamorfose van z'n zijn
hij tovert op gevoel
wat woorden bij elkaar
de humorist schept grapjes
olijk uit z'n ooghoekjes gevat
de media is zijn toneelgezelschap

zelfs halverwege was hij nog niet
aan zichzelf toegekomen
hij wil leed aan vermaak koppelen
maar leedvermaak ontkoppelen
van hem

Het is noodweer buiten voor de buis
babbelt hij onder vuurwerk de avond
aan elkaar dreunend inslaand succes
flitst licht de schemer uiteen in schichten
met er knal valt hij weer stil het ligt
aan mijn gehoor dat het verder een stomme eenakter wordt van twee
mannen die hun tijd voorbij zijn.

zondag 20 juli 2014

De razende tijdigheid

Daar zit hij dan
met lichtjes in z'n ogen
ontstoken glanzende kijkers
met tintelende rimpeling
van enige gedachten
over hoe het de tijd vergaat
die deelbaar is gemaakt
in levenstempo's op maat
de zangerige Duitser
uit het zwarte woud
zoekt rust in z'n rustgebied
rap pratend over grote haast
rondrennend over de aardkloot
vlooit hij uit hoe wij onthaasten
hij streeft zelf naar niet moeten
doen en doet het tegenovergestelde
iets nuttigs en stapelt doodgemoedereerd
de drogredenen van het bestaan op
de man is onuitputtelijk voor zichzelf
met zichzelf in de weer gelukkig
te wezen vanuit z'n eigen leer

te resoneren met aanspreken
op het geen zin geven wordt alles
weer zingevend en spreekt de wereld
zinvol boekdelen die hij aan de man brengt om god weer aan de man te brengen met de remmende voorsprong op de versnelling van de lachende catastrofe die ons uitput en wij ook uitputten

want wij zijn de moderne mensen van deze tijd die hem nodig hebben omdat dachten dat we niet konden vliegen tot we neerstortte in ons ravijntje van simplisme hoe alles weer eenvoudig zou kunnen zijn met zijn nietszeggend heden.

(Rosa)

Vleesboom

Hier zijn wij
we hebben ons
naarstig prijsgeven
huis en haard
wij zijn eruit verdreven
de geest is uit de fles
onze lichamen regen
hompen vlees zonder reden
hebben wij de aarde gegeven

hier zijn wij
In wezen leedwezen in
niets viel ons ten deel
wij zijn een zegen
voor de mensheid
en wat rest van pasteitje
na een valpartijtje
en het kiekje geschoten
van het rondslingerend leed

hier zijn wij
goed in samenleven
samendeden samensmeedde
ons zijn in alles wat in ons zit
en wat ons ontschoten is
wat ons te binnen schiet
of met ons wordt uitgewist

hier zijn wij
kijkend naar de spotprent
met wat ongeloof naar ongelofelijk veel
harde feiten bij ontbindende factoren
vervreemden wij steeds meer
tot rouwplechtigheden
met de daders in de slachtofferrol
met de nabestaande scherven
en een verstikkend brok in de keel

(how much agony resistance do you need for this pornographication of affliction voyeurism)

zaterdag 19 juli 2014

De zoete suikerfabriek

Hier werd stoom afgeblazen
wolken gefabriceerd uit bietensap
rauw tot pulp van sap tot suiker
klaargestoomd stroopt de melasse
gistend en verdicht hier rond

ruwsap dat uit goed gemeste knol
ontsnapte onder juiste teeltvoorwaarden
tot het huidig gecomponeerd navelstaren
van een lief en minnekozend publiek

de mond vol van het weeë
het zoetgevooisde bewierookte
of gemaakt wreed en woest geknede
woord dat al dan niet vervat en
onder druk uit de grijze cellen
in malende kaken de speekselklier
ontsnapt klinkt opgelost in amylase
de amylose uit het zetmeel
van de poëtische mond

op het hard van de betonnen ondergrond
de pijp van Maarten staat wat ongezond
nietszeggend te meesmuilen
het is te pruimen dat bij deze temperatuur
de dichter schept wat is geschapen
of van het schap gejat
van ander fijn besnaarden

hier zijn muze bejubeld
op toon gezet of juist niet
met harde noten de rijm
het metrum van het stampend
stoomgemaal nabootsend
liever niet vervalt in het sonnet

het leven betert dat voorgeschoteld
onder het genot van het ontblootte
bovenbeen en okselfris gezang
dat de neus bekoord het gehoor
tot muizenisje spint en het lijf

ach dat afgepeigerd lijf de leden
met lede ogen laat zweten
in de zomerse hittegolf
die door ons stroomt
die ons doorstoomt.

vrijdag 18 juli 2014

Leef mee


(MH17 het klinkt haast epidemisch, 
gaat viraal tekeer, woede barst intens
verdriet, maar nimmer keert 
het leven daaruit weer)

donderdag 17 juli 2014

maandag 14 juli 2014

Vandaag heb ik een boom geveld

Verbrand de bladerenkroon
het hemeldak waaronder het schuil ging
voor ik de fik
erin stak
kapte ik
nu rest de asrest
weinig meer dan in de avond
een smeulende hoopje kool
de stam waar alles uit ontsproot
is staak en stram nog boompaal
bijna levenloos waar eerder hoop
op vruchtvlees mals de peer
zijn entree in bloesem wit
aandeed reikend naar de lente
licht bestoven de zomer aanbad
heb ik de schurft erin
ontdekt die aangetast
ik vandaag de boom verbrand
heb afgedekt in bezonken rood
de schemer voor de dageraad
waar perelaar meer naar kraait.

Ach boom je bent een wanhoopsdaad 
die hier nu als totempaal is afgerost
daarmee de natuur is dood verklaard
waar zoveel uit hetzelfde hout gesneden
in de kern gezond zijn weggeroofd
een oerwoud aan gedachten achterlaat
hoe fraai de wereld ooit toch was

Ook u wordt eerdaags overspoeld

( klinkt bezopen maar ook u kunt verzuipen in deze stroom)

Er is hoge nood
de lip en waar aldaar
aanstaat het is welhaast
de verdrinkingsdood
nabij maar is hoop
de diender hangt
in de hoogst boom
wat frisdrank op
voor de migrant
hoe irritant al
bijna omkomt
van z'n tocht
door de vallei
wij zijn blij
dat zij niet
niet opdrogen
niet te gedogen
weer terug stromen
als vee ter slacht
om als nog het
te proberen

Hoe anders ook
elders door duizend
bommen en granaten
vaders met cola
friet omdat niemand
meer iets om de ander
geeft of om elkaar
lekker droog in het riool
schuilen voor de regen

kogels daar kraait geen haan
naar terwijl ouders de kinderen
weggraaien voor er dooien vallen
er dient gesneuveld te worden
uit wraak of haat of puur paniek
zo ziek is links en rechts gehandicapt
ach die sirene er is weer een traject
berekend wat betekent of uitgerekend
iemand beroofd wordt van het leven
of slechts wat angst rest met overleven
de grensgevallen sterven zonder meer

Hier en daar heerst haat
kogelvrije vestjes dragend
bij aan een gewetensconflict
tussen het leger en de separatist
er vluchten mensen uit de stad
die smacht naar vrede en vergeven
maar ook het bunkertje waarin
het hart nog net past op het bloed
dat zo schaars al rijkelijk vloeit

de boerin nog stijf van schrik
haar zonnepanelen naar de filistijnen
wel verzekerd maar sneu
al die dooie koeien in de sloot
dat doet pijn vanwege landje pik
achter de afweersystemen
niemand weet meer of de plof
de gelanceerde moordbrigade

de inslag op de kraamafdeling
in de supermarkt van het olijk leven
of een onderschepping is van geweld
ze vindt het dom dat praten is verleerd
over waarom schuilen voor kleuters
al is er nog niemand omgekomen
slechter is dan spelenderwijs te leven.

Er is weer een vreemdeling 
ongewenst vertrokken
uit een streek waar hij 
ooit getogen was
wetend dat thuis horen
nergens meer is. 

zondag 13 juli 2014

Wij gedenken niet maar varen uit

Een hoop stront op z'n kop maakte hem flapuit
frappant ook dat zwartkijkers altijd oogwit zien
terwijl de pupil het zwarte gat is waardoor
een ieder inziet hoe rot het leven tot slot is

een man die explosieven terugwierp
werd tot de orde geroepen
heldendom met dapperheid
getooid en uitgedost
op z'n fel begeerde stelling
om zich te onderscheiden

ook hij is dood zoals velen
in bijzinnen sterven maar korter
dichtte in lettercodes hij leefde
tekort voor doorbreken maar hij
brak er niet door op een amper
leesbare steen vergeten of versleten
door kleine luiden opdat het denkbare
uit niet denkbaar zijn voorstelbaar
met een dubbele ontkenning

van rauwe pijn acuut verdriet
vastgelegd huilen over de uitkomst
van laboratorium onderzoek
van in rijen kisten opgesteld
naamloos leed dat gevonden is

dat nu als stoffelijk overschot
tot welke stamboom ook
waar het bij de poort toch
dringen is zelfs voor een jongetje
met een plastic hoedje die
naar de laatste rustplaats ging.

Blinde woede groot verdriet
Donald dutchbatter Duck
gaat ook gebukt te kijk gezet
achter één gesloten deur
voor z'n plezier daarheen niet.

zaterdag 12 juli 2014

Doorschijnend meisje

Broos is niet het juiste woord
te breekbaar om het zo weer
te geven aangekleed leven
bijna doorwaadbaar teer

rankt zij malser groene wei
wederzijdse meanderend
natuurvriendelijk oeverloos
meisje lustig alsgeen zo speels

dansend een zachte deining
brengt ze teweeg samengesteld
in een beweging voortgedreven
stroomt heel even door mij heen

vrijdag 11 juli 2014

oUde rOsé


woensdag 9 juli 2014

Een schreeuwende leegte

De zoetstof die de feut
haar in de ogen strooide
maakte haar stekeblind
Op dat het bind werd zij
gebonden aan de zorg
die het genoot
tot wasdom werd het kind
waar zij haar lichaam meedeelde
boodschapper van het onvolprezen
lot tot de vervulling van het genot
om weerom vervuld
te raken in het zaad
dat zo lustig weer verwekt
het louterend vermogen
hem te nemen
in het diepste van haar wil
waarin zij geloofde hoe
eenmalig puur toch keer
op keer verwekt het vlees
tot inkeer komt met nemen
hetgeen hij haar bood
het bloed de sappen
het vlees het leven
tot in de dood de adem
ontsprongen uit haar schoot.

Rauwkost voor ramadan, vasten voor carnaval en verder de beest uithangen maar.

Ram het er maar in, ook vasten
heeft z'n oude dag reserves
opgebrand met overleven.

Het is een zegen te weten
dat je later, geloofsgenoten,
toch afvallig bent gebleven.

Net suikerfeest met slecht gebit
het bijt te zeer hoe zoet verdriet
in holle kies woorden tekort schiet.

Met volle teugen en tegen
heug en meug een maandverband
om de wonde heen gelegd.

Aan het infuus, weldoorvoed
via baarmoedertje, vreugdevuur
is het goed bevallen onbevlekt en wel.

Rood bloed wordt korstig zwart
bewaarheid dat groen tot geel
verdord terwijl het vernederd wordt.

Het is god ten voeten uit
hoe een balletje rolt
een regenwoud geveld

een staat van ontbinding
door opwinding troosteloze
bende goudzoekers

in eigen huis afslachtverkeer
een orgie van onlust gevoel
laat het regenen op het strand

verpauperd zonder leesteken
aub want het doet zeer hoe
zeer kadaverdiscipline werkt

dat spelelementje dat scherp dieper
in de groeven ploegt naar de toon
die uitvergroot wordt neergezet

dinsdag 8 juli 2014

berlijn


zondag 6 juli 2014

Regen

Het valt niet mee
tegen de verwachting
in te weten
naar beneden is
een lotgeval apart
je komt het te weten
zoveel is zeker
zelfs een sterfgeval
sneuvelt zonder reden
vol onvolkomenheden

Als ie maar geen punten scoort

Ze schoppen hem misschien niet dood
met een blauw oog op later een optater
van jewelste geruststellend dit alles

vastgelegd voor later van popart tot pop up
blijft zelfs vergeeld niets meer bewaard
en moet hem zien lopen nu het nog kan

het leven bij de hand en slimmer dan
z'n vader ooit eerder was met fotolijstjes
prijkend in een uitgeklaard verhaal

zingt hij kinderliedjes op een klein stationnetje
midden halverwege de zomer smorend
in de vroegte van een overwinningsroes

heeft hij het zover geschopt de heling
z'n vaderland aanschouwelijke verveling
hand over hand met kameraden verwekt

z'n zaad tot amoebe omgewerkt succes
met helden van het taaie gras waar een ieder
geveld sneuvelde van voornamen die geschapen

in de roes van strafschoppersgeluk een stoot
een slag met kracht de kreun het vrijpartijtje
opdat hij van de ballen hield voor de baarmoeder

z'n voetbalstadion waar in jonglerend hij
tenzij een meisjesdroom in wording zij
op later mikt in de contactsport op contract

dinsdag 1 juli 2014

Mendel

We zijn al halverwege
de berg, heuvel inmiddels
het gaat snel minder
een peulenschil
zo gewas te zien
vergaan tot gaar
de kikkererwt
kreukzaad egaal
krimpt strak glad
vergeten galgenmaal

De straten wegen pleinen

Waar het nog ongewoon
druk was met lijn zeven
om het even op
de heen weg of z'n retour
of de dertien die zwikzwak zwenkend
de slotermeerlaan pareerde

je fiets nog vastliep
waar het niet spoorde
de krommerd zo halverwege
door de straten zondagsmorgens
een kogel kon afvuren

er nu doden vallen
bij bosjes lommeren
wat hanggroeperig jongeren
van alle tijden, leeftijden zelfs

iemand kent ze roept hun naam
om hulpbehoevend mededogen
schaamt buur z'n ogen uit het hoofd
ach mercator we zijn de weg kwijt
waar jij zo wereldwijds gebaarde
eerder dwalen nu volleerd

de kogelvrijere schandknapen
in een zuur bestaan vol kabaal
het kaal vertier van zwoegen
uitvreten dat menig mens
in middenstandsbestaan

zo leeg ontdaan achterlaat
je vat het aan te zwijgen
over je verzuilde geboortegrond
van dit leeg ontkerkt geweten

waar eerder alles werd uitgevreten
uit de naam van onze lieve heer
o Sion wanneer bewierrook je weer
in de olijftak ons troosteloos bestaan
nu Allah ons ook al in de kou laat staan.