Daar zit hij dan
met lichtjes in z'n ogen
ontstoken glanzende kijkers
met tintelende rimpeling
van enige gedachten
over hoe het de tijd vergaat
die deelbaar is gemaakt
in levenstempo's op maat
de zangerige Duitser
uit het zwarte woud
zoekt rust in z'n rustgebied
rap pratend over grote haast
rondrennend over de aardkloot
vlooit hij uit hoe wij onthaasten
hij streeft zelf naar niet moeten
doen en doet het tegenovergestelde
iets nuttigs en stapelt doodgemoedereerd
de drogredenen van het bestaan op
de man is onuitputtelijk voor zichzelf
met zichzelf in de weer gelukkig
te wezen vanuit z'n eigen leer
te resoneren met aanspreken
op het geen zin geven wordt alles
weer zingevend en spreekt de wereld
zinvol boekdelen die hij aan de man brengt om god weer aan de man te brengen met de remmende voorsprong op de versnelling van de lachende catastrofe die ons uitput en wij ook uitputten
want wij zijn de moderne mensen van deze tijd die hem nodig hebben omdat dachten dat we niet konden vliegen tot we neerstortte in ons ravijntje van simplisme hoe alles weer eenvoudig zou kunnen zijn met zijn nietszeggend heden.
(Rosa)