maandag 14 juli 2014

Vandaag heb ik een boom geveld

Verbrand de bladerenkroon
het hemeldak waaronder het schuil ging
voor ik de fik
erin stak
kapte ik
nu rest de asrest
weinig meer dan in de avond
een smeulende hoopje kool
de stam waar alles uit ontsproot
is staak en stram nog boompaal
bijna levenloos waar eerder hoop
op vruchtvlees mals de peer
zijn entree in bloesem wit
aandeed reikend naar de lente
licht bestoven de zomer aanbad
heb ik de schurft erin
ontdekt die aangetast
ik vandaag de boom verbrand
heb afgedekt in bezonken rood
de schemer voor de dageraad
waar perelaar meer naar kraait.

Ach boom je bent een wanhoopsdaad 
die hier nu als totempaal is afgerost
daarmee de natuur is dood verklaard
waar zoveel uit hetzelfde hout gesneden
in de kern gezond zijn weggeroofd
een oerwoud aan gedachten achterlaat
hoe fraai de wereld ooit toch was