Ik heb keelkanker en schreef een boek
mopperend strompel ik van woord naar zin
hunkerend naar roken wil ik dood
geef me over wat er komt en stoppen
maakt het minder leuk nu zit ik
op het verkeerde been gezet
schrijf alles op wat op
mijn leven geschreven
blijf ik leven van dag tot
dagboek wat mij nek zit
om m'n hals een luchtweg
is baanbrekend voor de geest
men leest hoe ik uitgerookt
wordt van kindsbeen af
schrijvend onder de grote pluim
van de wolken waarin ik was
alvorens me het mes op de keel
de tijd doordraaft en ik ben op.