Het verleden is een keuze
waar je mee wilt leven
maar ach heden dat heden
daar moet je hetzelfde meedoen
al zou je dat willen vergeten
hoe je het moet doen
zondag 27 oktober 2013
Het Hollandse steen
en been zit als gegoten om hen heen
bewegingsleerlooierijen van weleer
is plotseling van iedereen
zelfs de dweepzieken van eeuwen geleden
worden omringd door hun verleden
of door grachtengordels omgegeven
zo vleselijk vrijgezint dat niemand
zich daarin meer in hervindt
terwijl alles zich naar binnen toe richt
gaat het hoe bekrompen ook over
alles en iedereen
-
O mokumslag bij heldere hemel
hoe verlicht kunnen we nog zijn
hoelang heb ik daarin mezelf bedreven
uiteindelijk gemaakt met wie ik ben.
bewegingsleerlooierijen van weleer
is plotseling van iedereen
zelfs de dweepzieken van eeuwen geleden
worden omringd door hun verleden
of door grachtengordels omgegeven
zo vleselijk vrijgezint dat niemand
zich daarin meer in hervindt
terwijl alles zich naar binnen toe richt
gaat het hoe bekrompen ook over
alles en iedereen
-
O mokumslag bij heldere hemel
hoe verlicht kunnen we nog zijn
hoelang heb ik daarin mezelf bedreven
uiteindelijk gemaakt met wie ik ben.
De zaadlozen
Meeste tijds hebben ze niets om handen
schieten ze in alles schroomlijk tekort
blijven nageslacht als enige
over en begrijpen er de ballen van
Hoe toch zij zo doodlopend
op niets uitlopen dat vruchtbaar was
onderwijl verwekt uit vlees en bloed
wellicht uit louter lust geschapen
nu toch niets meer uit hun voortkomt
dat ooit uit hun naam wederopstaan
zaadlozend razend leven en weer
liefst potentaat zeer potent
vermenigvuldig nu latent
zelfs geen natte droom meer is
schieten ze in alles schroomlijk tekort
blijven nageslacht als enige
over en begrijpen er de ballen van
Hoe toch zij zo doodlopend
op niets uitlopen dat vruchtbaar was
onderwijl verwekt uit vlees en bloed
wellicht uit louter lust geschapen
nu toch niets meer uit hun voortkomt
dat ooit uit hun naam wederopstaan
zaadlozend razend leven en weer
liefst potentaat zeer potent
vermenigvuldig nu latent
zelfs geen natte droom meer is
vrijdag 25 oktober 2013
Op krassen
is altijd te horen
hoe goed
beluisterd dat wel is
zelden in een stervensfase
gestrand in weerbarstigheden
oude krakers op z'n best
de bard heeft geen baard
meer in z'n keel
figuurzagend aan de weg
maar weldra zo pal na twaalven
valt nog wel wat te beluisteren
wat recent is uitgebracht
tegenwoordig van geest
met water aan de lippen
in delta chronologisch
vastgesteld liet hij liefde
vloeien weg geblazen
in de wind
in lang vervlogen tijden
op een orgeltje gorgelend
toontjes goochelend
de vingers ingewikkeld
in de gestolen handschoen
die toegeworpen werd...
_______________ach________grootheden______
vinden er altijd wel wat van
laat staan van horen zeggen dat
of verder eigenlijk nietszeggend
in hun luisterend oor gespeld.
hoe goed
beluisterd dat wel is
zelden in een stervensfase
gestrand in weerbarstigheden
oude krakers op z'n best
de bard heeft geen baard
meer in z'n keel
figuurzagend aan de weg
maar weldra zo pal na twaalven
valt nog wel wat te beluisteren
wat recent is uitgebracht
tegenwoordig van geest
met water aan de lippen
in delta chronologisch
vastgesteld liet hij liefde
vloeien weg geblazen
in de wind
in lang vervlogen tijden
op een orgeltje gorgelend
toontjes goochelend
de vingers ingewikkeld
in de gestolen handschoen
die toegeworpen werd...
_______________ach________grootheden______
vinden er altijd wel wat van
laat staan van horen zeggen dat
of verder eigenlijk nietszeggend
in hun luisterend oor gespeld.
Hart
Ze hebben alles van een fraaie naam voorzien,
duiden daarmee mijn weefsel aan.
Niets blijkt ongezien benoemd
door het ontleedkundig oog.
Het klopt, dat gaat vanzelf,
door merg en been mijn bloed.
Er tekent zich een noodkreet af.
Hoe zeer bedwelmt daarin de ether
zeeft een lichaamloos geheel.
Even vakbekwaam grijpt daar
een vrouwenhand omzichtig
naar het open hart.
Ze kent de kwaal bij naam.
De adem stokt haar oog verdwaalt
naar diepere lagen In m'n bestaan.
Daar ongenakend naakt trekt saam
de spier geschokt het zich weer aan.
Zo levensvatbaar werd ik weer gemaakt.
Ze glimlacht bij het ontwaken me aan.
Als herboren wist ik ook mijn naam.
Het is vreemd gegaan te weten hoe
door een enkel oog van de naald
de huid weer heelt in samengetrokken bestaan.
Ik ben blauw bloed gelijk een levensgevaar.
Mijn borstbeen kraakt terwijl ook zij
juist door mijn liezen heen mij aanzag.
Hoe aanstotend leeg dat kalm vibreren
zo nutteloos en rusteloos kan blijven slaan.
Ja haar handen waren gereinigd nu,
van mijn bloed ontdaan, weer soepel
lenig blank met elegante vingers
slechts een enkel gebaar.
Die eerder nog mijn leven vatte
uitgeweken smekend keek ik haar aan.
Was ik werkelijk van zover weer hier?
Nee, slechts een wijl dat mij versteld liet staan!
duiden daarmee mijn weefsel aan.
Niets blijkt ongezien benoemd
door het ontleedkundig oog.
Het klopt, dat gaat vanzelf,
door merg en been mijn bloed.
Er tekent zich een noodkreet af.
Hoe zeer bedwelmt daarin de ether
zeeft een lichaamloos geheel.
Even vakbekwaam grijpt daar
een vrouwenhand omzichtig
naar het open hart.
Ze kent de kwaal bij naam.
De adem stokt haar oog verdwaalt
naar diepere lagen In m'n bestaan.
Daar ongenakend naakt trekt saam
de spier geschokt het zich weer aan.
Zo levensvatbaar werd ik weer gemaakt.
Ze glimlacht bij het ontwaken me aan.
Als herboren wist ik ook mijn naam.
Het is vreemd gegaan te weten hoe
door een enkel oog van de naald
de huid weer heelt in samengetrokken bestaan.
Ik ben blauw bloed gelijk een levensgevaar.
Mijn borstbeen kraakt terwijl ook zij
juist door mijn liezen heen mij aanzag.
Hoe aanstotend leeg dat kalm vibreren
zo nutteloos en rusteloos kan blijven slaan.
Ja haar handen waren gereinigd nu,
van mijn bloed ontdaan, weer soepel
lenig blank met elegante vingers
slechts een enkel gebaar.
Die eerder nog mijn leven vatte
uitgeweken smekend keek ik haar aan.
Was ik werkelijk van zover weer hier?
Nee, slechts een wijl dat mij versteld liet staan!
donderdag 24 oktober 2013
Gaslek
De bodemdaling wordt opgepompt
tot een groot drama van krimpscheuten
alles lijkt erin ten onder en komt er niet
meer bovenop of stort in tot groot gevolg
toch komt tot euforisch genoegen vanuit het westen
in de avond de witte schimmel weer stormenderhand
versneld weer in een kakofonie van aldanniet
geanonimiseerd maar zeer geanimeerd genoegen
in busjes aangesneld om thuiswaarts te vertoeven
ze duiken onder voor aanzwellende belastingdruk
teweer gesteld of toch liever te naam gevoerd
in sierletters zeker tekort weer door de bocht
in een verwachtingspatroon uiteengezet
het avondrood speelt parten over fel begeerd groen
van in de regel wintergraan dat jonger nog weer kiemt
rap rapper dan de ploeg delft de zwarte aarde onderspit
daarover rept de man van de gevoelige plaat daar zij
juist zij alles daarin weer vastlegt wat weerlegt
een tegendeel bleek toen zeer verblindt ik nader kwam
haar terzijde wierp me ophief en in tegengestelde koers
haar nakt daar achterliet ofschoon haar lijfelijkheid
mij sierlijk aandeed in fel begeren van de koele wind
tot een groot drama van krimpscheuten
alles lijkt erin ten onder en komt er niet
meer bovenop of stort in tot groot gevolg
toch komt tot euforisch genoegen vanuit het westen
in de avond de witte schimmel weer stormenderhand
versneld weer in een kakofonie van aldanniet
geanonimiseerd maar zeer geanimeerd genoegen
in busjes aangesneld om thuiswaarts te vertoeven
ze duiken onder voor aanzwellende belastingdruk
teweer gesteld of toch liever te naam gevoerd
in sierletters zeker tekort weer door de bocht
in een verwachtingspatroon uiteengezet
het avondrood speelt parten over fel begeerd groen
van in de regel wintergraan dat jonger nog weer kiemt
rap rapper dan de ploeg delft de zwarte aarde onderspit
daarover rept de man van de gevoelige plaat daar zij
juist zij alles daarin weer vastlegt wat weerlegt
een tegendeel bleek toen zeer verblindt ik nader kwam
haar terzijde wierp me ophief en in tegengestelde koers
haar nakt daar achterliet ofschoon haar lijfelijkheid
mij sierlijk aandeed in fel begeren van de koele wind
maandag 21 oktober 2013
De 7de
hemel ik was de tel kwijt halverwege
keek omhoog er vloog een torenvalk
over verder was het bijna blauw
toch viel in deze uitgespaarde ruimte
van het washok ver naar boven
het zicht niet tegen toen die wolk
daar over dreef het was dat ik bleef
steken anders was ik ook overgedreven
keek omhoog er vloog een torenvalk
over verder was het bijna blauw
toch viel in deze uitgespaarde ruimte
van het washok ver naar boven
het zicht niet tegen toen die wolk
daar over dreef het was dat ik bleef
steken anders was ik ook overgedreven
Spervuur
Hij is geen neger
slechts uitgebleekt
een bleke scheet
die onheil preekt
braakt en blaakt
zwartwitter
in de groene wei
de ware blaarkop is hij
altijd aan het zwarte pieten
bijvoorkeur bij veel grieten
in het geniep dorst hij
naar tieten maar ziet
zwart voor ogen
in blinde woede
hoe zijn laagland
verder verloedert
het premvuur komt wat prematuur
hem over de verbeten lippen
zijn wereldje is doorgedraaid
je ziet het avondrood al gloren
onder z'n dun pigmentje ach
ach wat een ventje dat niet
ziet hoe nep de roetmop is
waar hij z'n kop aan stoot
terwijl hij moord en brand
schreeuwt van de leed
die men hem niet aandeed.
slechts uitgebleekt
een bleke scheet
die onheil preekt
braakt en blaakt
zwartwitter
in de groene wei
de ware blaarkop is hij
altijd aan het zwarte pieten
bijvoorkeur bij veel grieten
in het geniep dorst hij
naar tieten maar ziet
zwart voor ogen
in blinde woede
hoe zijn laagland
verder verloedert
het premvuur komt wat prematuur
hem over de verbeten lippen
zijn wereldje is doorgedraaid
je ziet het avondrood al gloren
onder z'n dun pigmentje ach
ach wat een ventje dat niet
ziet hoe nep de roetmop is
waar hij z'n kop aan stoot
terwijl hij moord en brand
schreeuwt van de leed
die men hem niet aandeed.
zondag 20 oktober 2013
Het kind, het waswater en tobben daarover.
Veelal een vluggertje achteraf
geluk voor later maar eerst straf
soms broer en zus of zus en zo
nooit zo als het hoort of zo
ongewenst geval of te perfect
vaker scheelt er iets defect
een glimlach uitgedrukt in haat
liefde ook gepaard zoals het gaat
ziekten zijn het van het geslacht
verkeerd gepland verkeerd doordacht
uit zeven zonden nooit een gezond
loopt de kinderschare zwaar verwond
ze niet verwensen maar wel wensen
dat aanrommelen genezend heelt
verwekt het vlees wat er aan scheelt
gewoon te veel weg van de mensen
ze had Vaginaatje kunnen heten maar zo
heette ze niet hij had Phallus kunnen zijn
maar was het niet al draaide 't erom enzo
zijn het thans slechts geslachtsdelen fijn
voor nageslacht of iets van wortels waar
uit ontsproten waterloten weer naar de kloten
gaat te zwaar voor woorden zwart gemaakt
of uit de kleren gaat of doodgewoon
voor lul de politiek in gaat of alledaags
eenvoud naamloos verder gaat danwel vergaat.
geluk voor later maar eerst straf
soms broer en zus of zus en zo
nooit zo als het hoort of zo
ongewenst geval of te perfect
vaker scheelt er iets defect
een glimlach uitgedrukt in haat
liefde ook gepaard zoals het gaat
ziekten zijn het van het geslacht
verkeerd gepland verkeerd doordacht
uit zeven zonden nooit een gezond
loopt de kinderschare zwaar verwond
ze niet verwensen maar wel wensen
dat aanrommelen genezend heelt
verwekt het vlees wat er aan scheelt
gewoon te veel weg van de mensen
Een voor zijn doen bekend persoon
met inzichtelijke scheppingsdriften
drijft de spot met boon en loon
adopteert een kind met vele giften
Zij ook al buitengewoon getalenteerd
gedroeg bezwangerd van de vrucht
het mensdom weer geheel verleerd
een warm hart toe met een diepe zucht
het kinderke van de rekening liep
perfect in volmaakte zin en schiep
op gevoelige plaat een wonderkind
bevlogen opgetogen maar eensgezind
heette ze niet hij had Phallus kunnen zijn
maar was het niet al draaide 't erom enzo
zijn het thans slechts geslachtsdelen fijn
voor nageslacht of iets van wortels waar
uit ontsproten waterloten weer naar de kloten
gaat te zwaar voor woorden zwart gemaakt
of uit de kleren gaat of doodgewoon
voor lul de politiek in gaat of alledaags
eenvoud naamloos verder gaat danwel vergaat.
dinsdag 15 oktober 2013
Als het einde niet op tijd komt
Het boek als uit is, geluk weg ebt
alles al uit het zicht is maar het einde
niet dan loopt het niet
goed af en blijft het open
waar het gedicht had moeten zijn
alles al uit het zicht is maar het einde
niet dan loopt het niet
goed af en blijft het open
waar het gedicht had moeten zijn
zaterdag 12 oktober 2013
Oh ja zeker
Hij houdt van lillerig vlees
hun drukwerk spreekt boekdelen
je kunt er niet om heen
wanneer, met blosjes
op de wangen, je
het gladde van hun gezichten
als woorden in gedichten afleest
het glimt je tegen
kleur bekennen is het levensteken
dat schaamrood zelfs zwart
gemaakt nog maagdelijk wit ziet
neem het ze niet kwalijk
dat borsten dansen op de zwaartekracht
en soepel los waaien onder handbereik
je houdt het niet tegen of je wilt of niet
dat op maat van de muziek om heimelijk
te bewegen rond hun middelpunt
hoeveel overtallig vet er ook om zit
blijven zijn woorden wellustig spelen
in de voornaam die op de mijne lijkt
verschillen wij niet veel meer
dan een letterteken
al met al die tienen
zijn wij geen landgenoten meer
blijkt hij eilandbewoner en ik ver weg
gelijkend op een afscheidingsbeweging
hij vurig gelijk een Spaanse wegslak
draaft als een paard uit het grijs verleden door
hoe donker niet duister is
maar puur geweten
de dichter
die de branding
rondom zijn kusten weet.
hun drukwerk spreekt boekdelen
je kunt er niet om heen
wanneer, met blosjes
op de wangen, je
het gladde van hun gezichten
als woorden in gedichten afleest
het glimt je tegen
kleur bekennen is het levensteken
dat schaamrood zelfs zwart
gemaakt nog maagdelijk wit ziet
neem het ze niet kwalijk
dat borsten dansen op de zwaartekracht
en soepel los waaien onder handbereik
je houdt het niet tegen of je wilt of niet
dat op maat van de muziek om heimelijk
te bewegen rond hun middelpunt
hoeveel overtallig vet er ook om zit
blijven zijn woorden wellustig spelen
in de voornaam die op de mijne lijkt
verschillen wij niet veel meer
dan een letterteken
al met al die tienen
zijn wij geen landgenoten meer
blijkt hij eilandbewoner en ik ver weg
gelijkend op een afscheidingsbeweging
hij vurig gelijk een Spaanse wegslak
draaft als een paard uit het grijs verleden door
hoe donker niet duister is
maar puur geweten
de dichter
die de branding
rondom zijn kusten weet.
vrijdag 11 oktober 2013
De hang naar de vergankelijkheid
_________stylloos____________
Mijn zoon vroeg hoe of dat plein heette
waar opa altijd heen ging voor de markt
40 - 45 de plaats
waar alles overtijd
overrijp of verder
al te over leek
ook leek alles
een habbekrats
spaarzaam ook
voor wie danook
dat wat leek
dan herinner ik me
hoe achteraf dat is
zover al weer over tijd
heen eeuwen geleden
dat carillon van de vergankelijkheid
spelend op 5 mei voor de bevrijding
een ode aan de dode van verzet
te lang geleden ten rustte gelegd
een koopje achteraf bezien
Hij moet zo oud geweest zijn toen dat speelde
een wereldreis te fiets door nieuw west
de bijna dagelijkse gang zijn der dingen
de pijn betrapt te zijn
op leven in het geniep
maar niet
al in de kiem
gesmoord
eenzaamheid in het klein
de houdbaarheidsdatum
was toen al verstreken
donderdag 10 oktober 2013
maandag 7 oktober 2013
Een trager warme vroege herfstmiddag
De zon schijnt lager, schaduwen tekenen in een lange haal halmen op de tegels.
Ergens gaat een rolemmer tekeer, verwacht het legen maar dat blijft achterwege.
De wind bladert sloom door de krant, bladzijde voor bladzijde verdwijnt het nieuws.
Ongelezen vouw ik het gekregen boekje op de rug, het breekt niet in tweeën.
Een vogel spreekt in gebarentaal me tegen, de goud vis spartelt even en verdwijnt eveneens.
Vermoedelijk een lange haal en zie de slokdarm nog even bewegen voor ook die verdwijnt.
Achter in de tuin, wat ritselend blad, groener dan het lijkt kleurt de herfst op.
Het geknede deeg rijst achter het glas trager dan verwacht, het valt niemand op, dus ook niet tegen.
De tijd neemt het lichtvaardig op,geen uur na twaalven verandert iets aan de temperatuur.
Ik voel de hoofdhuid, dunner, met vervellen verlies ik de kleur, zo tekenend voor de zomer uit mijn gezicht.
Gister nog, we fietsten naar het wad, kwam ik mensen tegen, ze reden zonder reden, of opgave daarvan, langs ons heen.
De kale stilte van de polder, anders altijd zo vol van wind, maakte het fietsen licht.
Waar ook nu nog de tomaten blozen, ik in gedachten terugloop in het bos.
Waar ooit iemand me vergezelde die wenste, belangeloos overigens, mijn begraafplaats aan te doen.
Al bijna vergeten hoe zacht in bijna nevelen gehuld haar lichaam schreed door mijn gedachten.
Ze heeft me vrolijk bij de hand genomen, voorbij dat punt nog onderscheidbaar aan elkaar.
Daar het haar licht verveelde zijn we gewoon verdwaald naar elkaar.
Ik ben achter gebleven daar blijven staan, een warme najaarsdag slomer wind in hoog geboomte, hier zover vandaan.
Op zoek bij een leeg kanaalpand, zonder reden, wat al oudere essen, geen spoor van leven.
Anders dan mijn metgezel, die ruikt de bodem en zoekt wat gebroken stokjes bijeen, zonder weet.
De vergetelheid van brandnetels, ondoordringbaar riet, onzichtbaar aan het oog onttrokken, verdwijnen we weer over een slaper waaroverheen geen medeklinker valt.
Ergens gaat een rolemmer tekeer, verwacht het legen maar dat blijft achterwege.
De wind bladert sloom door de krant, bladzijde voor bladzijde verdwijnt het nieuws.
Ongelezen vouw ik het gekregen boekje op de rug, het breekt niet in tweeën.
Een vogel spreekt in gebarentaal me tegen, de goud vis spartelt even en verdwijnt eveneens.
Vermoedelijk een lange haal en zie de slokdarm nog even bewegen voor ook die verdwijnt.
Achter in de tuin, wat ritselend blad, groener dan het lijkt kleurt de herfst op.
Het geknede deeg rijst achter het glas trager dan verwacht, het valt niemand op, dus ook niet tegen.
De tijd neemt het lichtvaardig op,geen uur na twaalven verandert iets aan de temperatuur.
Ik voel de hoofdhuid, dunner, met vervellen verlies ik de kleur, zo tekenend voor de zomer uit mijn gezicht.
Gister nog, we fietsten naar het wad, kwam ik mensen tegen, ze reden zonder reden, of opgave daarvan, langs ons heen.
De kale stilte van de polder, anders altijd zo vol van wind, maakte het fietsen licht.
Waar ook nu nog de tomaten blozen, ik in gedachten terugloop in het bos.
Waar ooit iemand me vergezelde die wenste, belangeloos overigens, mijn begraafplaats aan te doen.
Al bijna vergeten hoe zacht in bijna nevelen gehuld haar lichaam schreed door mijn gedachten.
Ze heeft me vrolijk bij de hand genomen, voorbij dat punt nog onderscheidbaar aan elkaar.
Daar het haar licht verveelde zijn we gewoon verdwaald naar elkaar.
Ik ben achter gebleven daar blijven staan, een warme najaarsdag slomer wind in hoog geboomte, hier zover vandaan.
Op zoek bij een leeg kanaalpand, zonder reden, wat al oudere essen, geen spoor van leven.
Anders dan mijn metgezel, die ruikt de bodem en zoekt wat gebroken stokjes bijeen, zonder weet.
De vergetelheid van brandnetels, ondoordringbaar riet, onzichtbaar aan het oog onttrokken, verdwijnen we weer over een slaper waaroverheen geen medeklinker valt.
zaterdag 5 oktober 2013
Beeldverantwoording
Ik had ze beide*, man en vrouw, meegenomen voor't plezier.
De een was stadsdichter geweest de ander debuteerde eerder
onder de verdenking van het andere geslacht. Geluk en pret
toen bleek dat zij zichzelf was in lichamelijk- en talig-heid.
Vreemd gegaan zo met die twee, met hun op het lijf geschreven
baldadigheid dat uitgebeeld, zwart wit. wat agiteerde,
maar vereerd, mijn deelgenoten waren,
zolang de openbare leeszaal mij toestond
ze te bezoedelen in hun geest. Ik las, ik lees,
ik bladerde wild en woest tot de lust verging ze door.
Nu zijn ze weg, uitgespeeld en uitgeleefd, uitgepeld tot op
het bot verteerd. Ingeleverd, of beter ingeruild,
niet voor beter, nee slechts tegen beter weten in.
Het worden er vandaag weer twee. Vrouwen het liefst.
Niet door hun gedicht, meer om in hun vlees te delen, gebroken brood,
hun bloed als wijn te keuren met louterende woorden.
Er zijn nu eenmaal noch andermaal geen mannen
waarmee ik zomaar het avondmaal deel. Liever nog
beschonken lezend onder invloed van hun mannelijkheid,
blijf ik de vrouw dichter bij.
-----------------
De een was stadsdichter geweest de ander debuteerde eerder
onder de verdenking van het andere geslacht. Geluk en pret
toen bleek dat zij zichzelf was in lichamelijk- en talig-heid.
Vreemd gegaan zo met die twee, met hun op het lijf geschreven
baldadigheid dat uitgebeeld, zwart wit. wat agiteerde,
maar vereerd, mijn deelgenoten waren,
zolang de openbare leeszaal mij toestond
ze te bezoedelen in hun geest. Ik las, ik lees,
ik bladerde wild en woest tot de lust verging ze door.
Nu zijn ze weg, uitgespeeld en uitgeleefd, uitgepeld tot op
het bot verteerd. Ingeleverd, of beter ingeruild,
niet voor beter, nee slechts tegen beter weten in.
Het worden er vandaag weer twee. Vrouwen het liefst.
Niet door hun gedicht, meer om in hun vlees te delen, gebroken brood,
hun bloed als wijn te keuren met louterende woorden.
Er zijn nu eenmaal noch andermaal geen mannen
waarmee ik zomaar het avondmaal deel. Liever nog
beschonken lezend onder invloed van hun mannelijkheid,
blijf ik de vrouw dichter bij.
-----------------
*Er rest me slechts een afscheidswoord, alvoor ik ze in de gleuf van de lust laat glijden, als ware het geslachtsdelen die paren indachtig de vergetelheid waar menigeen het eerder met ze deed.
Ach, hoe plechtstatig toch hun overzicht! Jaren vastgelegd maagdelijk leliewit tot kernexplosie gedicht en Eva die het nu liet gebeuren over dertig jaar weldadig leed haar appelen mij liet keuren. Als deed ik in m'n gehuwde staat met terugwerkende kracht overspel met haar, werd de vrucht toch niet genoten van weerbarstig vlees. Niet zondig, maar zonde dat ik niet nader tot ze kwam.
vrijdag 4 oktober 2013
Zij aan zij
Ze lopen hand in hand
de levende bewijzen
ze zijn verjaard
maar samen
neem het ze niet kwalijk
kroongetuigen maar dan
ontkurkt varen ze wel
en komen weer wat later
eens zullen zij ook zijn
die een ja woord kunnen geven
schenken leven en vergeten
hoe het was om een te zijn
anders dan een zwijgend paar
uitgesproken woorden
de rimpel vrouw
in strak gesteven mouwen
belegen nog de man
in't zwart wie zal ze
dat vergeven.
de levende bewijzen
ze zijn verjaard
maar samen
neem het ze niet kwalijk
kroongetuigen maar dan
ontkurkt varen ze wel
en komen weer wat later
eens zullen zij ook zijn
die een ja woord kunnen geven
schenken leven en vergeten
hoe het was om een te zijn
anders dan een zwijgend paar
uitgesproken woorden
de rimpel vrouw
in strak gesteven mouwen
belegen nog de man
in't zwart wie zal ze
dat vergeven.
De heenreis
Tot nergens toe gekomen
Overal zijn blijven staan
Zelden rust noch dromen
Ergens hier ver vandaan
Overal zijn blijven staan
Zelden rust noch dromen
Ergens hier ver vandaan
donderdag 3 oktober 2013
Lunatiek
Ze had het op d'r heupen
maar meer ook niet
pijnlijk kort gebroekt
zwart gesnit kwam ze
bol blozend gebeenteaangesneld een jonge hinde
niets liet meer te wensen
over dan haar hese groet
waarmee ze bijna uitgeput
haar tocht zo voor me uit
aflegde gelijk vallend blad
dat alle schijn daar nog
van
had
maar meer ook niet
pijnlijk kort gebroekt
zwart gesnit kwam ze
niets liet meer te wensen
over dan haar hese groet
waarmee ze bijna uitgeput
haar tocht zo voor me uit
aflegde gelijk vallend blad
dat alle schijn daar nog
van
had
Plooitjes
Plekjes ergens ook
een zekere plek
bewaarplaats
voorportaal
met huid en haar
ontvangsthal
de mensheid komt er uit
voortgedreven en bedreven
waar zoveel verlangen nog
uit louter lust prangend week
maar tussentijds haar borsten
losjes lenig in het gelid
dansend soepel vlezig
smakelijk in de vezels
groots en overweldigend
weelderig terwijl zij spit
ongenaakbaar onachtzaam
gebukt gaat in haar lijf
daar op naakte gronden
feitelijk haar lusten bot viert
de achterzijde gelijk
stevent frontaal af
op noeste vlijt
gevormde vormen
voor louter handarbeid
gesmeed gehuld
doorschijnend tint
haar zijde zachte bilspleet
zo zekert zij haar oogst
waar kinderen uitgebroken
nu de schede van Damocles
gapende wonde voor een stonde
parelend op haar lippen ligt
bezweet maar teder
een zekere plek
bewaarplaats
voorportaal
met huid en haar
ontvangsthal
de mensheid komt er uit
voortgedreven en bedreven
waar zoveel verlangen nog
uit louter lust prangend week
maar tussentijds haar borsten
losjes lenig in het gelid
dansend soepel vlezig
smakelijk in de vezels
groots en overweldigend
weelderig terwijl zij spit
ongenaakbaar onachtzaam
gebukt gaat in haar lijf
daar op naakte gronden
feitelijk haar lusten bot viert
de achterzijde gelijk
stevent frontaal af
op noeste vlijt
gevormde vormen
voor louter handarbeid
gesmeed gehuld
doorschijnend tint
haar zijde zachte bilspleet
zo zekert zij haar oogst
waar kinderen uitgebroken
nu de schede van Damocles
gapende wonde voor een stonde
parelend op haar lippen ligt
bezweet maar teder
Laten wij genoten zijn
Het lichaam werd
voldongen feit
in de strijd geworpen
likkebaardend genoten
alle opties stonden open
smetteloos naakt lag het
te koop als betaalmiddel
ze hield van hoge bomen
vooral de wind die je kon horen
fluisterende kledij die zij ontdeed
ritselde foutloos op een hoop
terwijl buiten mussen speelden
de zon scheen
alles te weten
hoewel haar dijen
maagdelijk bleek
bijna onbezonnen
haar schaamstreek
de naakte waarheid
baarde haar verveling
uitgekeken raakte zij
in de laken stof
plooiend zonlicht
bewogen scheen
foutloos wit gespeld
werd de taalstrijd
bedreven
in schoolschrift licht
vlekkeloos dicht
op haar huid
geschreven
voldongen feit
in de strijd geworpen
likkebaardend genoten
alle opties stonden open
smetteloos naakt lag het
te koop als betaalmiddel
ze hield van hoge bomen
vooral de wind die je kon horen
fluisterende kledij die zij ontdeed
ritselde foutloos op een hoop
terwijl buiten mussen speelden
de zon scheen
alles te weten
hoewel haar dijen
maagdelijk bleek
bijna onbezonnen
haar schaamstreek
de naakte waarheid
baarde haar verveling
uitgekeken raakte zij
in de laken stof
plooiend zonlicht
bewogen scheen
foutloos wit gespeld
werd de taalstrijd
bedreven
in schoolschrift licht
vlekkeloos dicht
op haar huid
geschreven
woensdag 2 oktober 2013
De opwachting
Zij neemt zorgvuldigheid in acht
werpt zich in de strijd zoals verwacht
met de blijde boodschap in de schoot
schept ze leven na de dood
Zij heeft de onverschrokkenheid
dat nimmer lijdt tot overdreven spijt
betuigen tegen haar wil en dank
waar ze het niet doet voor de stank
slechts het loepzuiver geweten
het pure uit het vlees gebeend
tot leven in vergankelijkheid
wasdom aan vergetelheid lijdt
uit eigen liefde zij zeer beweend
hoeveel mensenkind al is verweten
werpt zich in de strijd zoals verwacht
met de blijde boodschap in de schoot
schept ze leven na de dood
Zij heeft de onverschrokkenheid
dat nimmer lijdt tot overdreven spijt
betuigen tegen haar wil en dank
waar ze het niet doet voor de stank
slechts het loepzuiver geweten
het pure uit het vlees gebeend
tot leven in vergankelijkheid
wasdom aan vergetelheid lijdt
uit eigen liefde zij zeer beweend
hoeveel mensenkind al is verweten
dinsdag 1 oktober 2013
Het uitgangspunt
!
U herinnert zich nog vast
geketend aan de beelden
gekluisterd aan dat beeld
strak omgorde buiklijn
met pril welvende bilpartij
geen spiegel die verraadde
hoe precies de kruisstreek ging
wit gelaarsd u vroeg zich af
zonder vragen beende naakt
hoog omhoog hoger bloesje
mijn god ja toen kristalhelder
nog voor het fatsoen rotan
flets behangetje lellendeltje
zo ze ooit geschoren zijn
o veeg vraagteken dat rest
naakte waarheid verblekend
gezicht verschrompeld vergezicht
U herinnert zich nog vast
geketend aan de beelden
gekluisterd aan dat beeld
strak omgorde buiklijn
met pril welvende bilpartij
geen spiegel die verraadde
hoe precies de kruisstreek ging
wit gelaarsd u vroeg zich af
zonder vragen beende naakt
hoog omhoog hoger bloesje
mijn god ja toen kristalhelder
nog voor het fatsoen rotan
flets behangetje lellendeltje
zo ze ooit geschoren zijn
o veeg vraagteken dat rest
naakte waarheid verblekend
gezicht verschrompeld vergezicht
Abonneren op:
Posts (Atom)