donderdag 13 september 2012

Sloopvergunning

Ik had een sanering bij de hand van van alles en nog zo wat.
Het scheelde er ook nog aan, mankeerde leek wel schering
en inslag van een bom in m'n kratergat dat ruimschoots doorsloeg.
De ademnood kan daarbij ook van pas na wat sleutelende inspanning.
Men vergat wel haast dat leven aan één zijde draad iets hachelijks had.
Maar gebroken geenszins noch gesloopt werd wat metaal toegevoegd.
Dat klopte met zomaar wat het gaf, stutwerk als was't een steiger die ten hemel leidt.
Er ging nog meer mis dan was verwacht, lek en gebrek was een sanitaire stop
een noodzakelijke behoefte gelijk ophoudend gezeik aan de kop dat ook bij lozen
oplucht verschaft in tijden van Spaans benauwd de aanvallen weerstaan die met
het teder hart gepaard gaan als was't liefdesverdriet. Men verbouwde doodleuk door,
tot bleek dat in de procedure een fout was geslopen en een bouwvergunning van dit
monumentale pand meer voor de hand lag. En zowaar een bijna bronstige stier herboren
droomde van het in gelid z'n snode leven weer op te pakken. Alwaar het rag al van hem
afgepakt hij schielijk uit dit ingekapseld cocon van zijde glans bevrijdt zich het leven benam,
in uitgeknutseldheid van de eerder lamlendige goedertierenheid, tot godlasterend beest
uit zijn bijna dood herrezen gelijk een bloemrijke appelflap.