een vallend blad
vergeeld dwarrelt
grondwaarts
in dat geval half
gebroken licht
wat schaduwen
verdringen zich
ik zeik wat
tegen het geboomte
knijp hem af
want de vrouw
kwam onverwacht
verstoord en ging
er weer van door
in de holte van de poel
duik ik de diepte in
weerspiegelend licht
speelt rimpelend mijn gezicht
R