zondag 5 augustus 2012

Het zou zo anders kunnen zijn gaan

De nacht is naar de maan.
Gewoon terwijl de goudvissen,
in dat licht nog zwommen, is hij
(of was het haar in die zin dan is't zij)
ten onder gegaan. De waterlelie is
er opvallend genoeg helder bij
gebleven. Het moest zo zijn,
het kon niet anders, met door
dit oppervlakkig spiegelend plasje heen,
(iemand stond er in te wateren)
is alles naar de maan gegaan.
Het had de bliksem kunnen zijn,
maar ditmaal viel te bewijzen dat
het geruisloos ging. Gewoon
gesnatter in het water en alles,
echt alles was weer opgelost.
In die zin was het nacht, dus donker,
ooit haalde iemand die waterbodem
boven water en werd iedere dag zo
halverwege overdreven zwart.
Om af te geven werd bedacht
dat het aan de zon lag. Maar
die lachte alles weg met zeggen,
"wacht gewoon ver voorbij
middernacht dan zal ik me licht
daar nogeens over laten schijnen".
Die dag werd niets ontwaard
dat niet door het wolkendek heen
brak bleef gewoon daarachter steken.