De zomer neigt nederig het hoofd naar benee
in de zonnebloem haar hoofd dat moe uitgebloeid
de grond aandoet zo schrijft de slak hier op het raam
haar sporen verdient zij in de tegenlichtopname
van beeld dat purper riet naliet in gouden gloed
wat stralend zilvergrijs een pluim verdient
terwijl ik de dauw tot groen gras vertrapt