woensdag 29 augustus 2012

Het stilstaand leven

Sinds jaar en dag staat hij daar uitgesloofd
zichzelf te verpozen in weer en wind en veld
en wegen te verkennen waar of het einder is.
Hij vermaakt spelenderwijs de wind en regen
komt niemand tegen dan de spreeuw zo nu
en dan nog slechts in de nazomer uitgeplozen
ruien zij samen na het dorsen en de vlegel
de veldwachter van om het even
gewas geweest of gewoon een dorsvlegel
In het voorbij scheren raast een locomotief zijn balkend einde op het
spoor gezet vanwege het heen en weer en nooit genoeg met meenemen
Aldaar staat aan de grond genageld de stroman
hij gaat te keer in het ontrafelen
maar nogmaals ziet men strobalen van dit zeiknat weer de maling nemen
nu de tijdgeest weg ebt van wat hij ooit stilzwijgend is geweest een
geworpene met zn ogen nog op wanhoop uitgedobbeld.