Waar ook zo honingzoet op zulk een kleine schaal de liefde wordt bedreven
het hart vergat in overslaan zichzelf te verstaan te geven blijft om het even
bij'tt leven een uitgesponnen draad van deze zelfbedachte spintepel
verklevend zacht te prooi gevallen aan een uitgemolken zinnekracht
die mateloos verveeld verveld tot een imago van volgroeide overmacht
tekort geschoten in één wispelturige nacht zo minzaam rot tot mispel
uitgeteld in beverig gezang van een ochtendvogel door de koude bevangen
overmand trager nog de voorgelogen had voor hij weer vervlogen was